Wiskunde Jaarquiz klas 1_Boek1
1 / 52
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
VRAAG 1
Welke ruimtefiguur is dit?
A
cilinder
B
kubus
C
piramide
D
bol
Slide 4 - Quizvraag
VRAAG 2
Hoeveel ribben heeft een kubus?
A
4
B
8
C
12
D
10
Slide 5 - Quizvraag
VRAAG 3
Wat is van de begrippen hieronder de beste naam voor een zijvlak van een kubus?
A
vierkant
B
rechthoek
C
driehoek
D
vierhoek
Slide 6 - Quizvraag
VRAAG 4
Welke ruimtefiguur is dit?
A
piramide
B
prisma
C
cilinder
D
kegel
Slide 7 - Quizvraag
VRAAG 5
Hoeveel gebogen zijvlakken heeft een kegel?
A
0
B
3
C
2
D
1
Slide 8 - Quizvraag
VRAAG 6
Is de afbeelding hiernaast een voorbeeld van een bouwplaat of van een uitslag?
A
uitslag
B
bouwplaat
Slide 9 - Quizvraag
VRAAG 7
Is ADHE een rechthoek of een vierkant?
A
rechthoek
B
vierkant
Slide 10 - Quizvraag
Hoe noemen we het lijnstuk AC of BD?
VRAAG 8
Slide 11 - Open vraag
VRAAG 9
Sleep de juiste gegevens naar de juiste ruimtefiguur.
6 grensvlakken
diameter
9 ribben
Slide 12 - Sleepvraag
Hoe noemen we bij een cirkel
de helft van een diameter?
VRAAG 10
Slide 13 - Open vraag
VRAAG 11
Wat is de naam van deze ruimtefiguur?
A
prisma
B
piramide
C
driehoek
D
vijfvlak
Slide 14 - Quizvraag
VRAAG 12
Hoeveel ribben heeft deze piramide?
A
7
B
8
C
5
D
6
Slide 15 - Quizvraag
VRAAG 13
Wat is geen kenmerk van een prisma?
A
Grondvlak en bovenvlak zijn gelijk.
B
Grondvlak en bovenvlak zijn verbonden door rechthoeken.
C
Het grondvlak van een prisma kan nooit een cirkel zijn.
D
Je kunt een prisma niet in gelijke plakken snijden.
Slide 16 - Quizvraag
VRAAG 14
Klopt deze uitslag van een kubus?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
VRAAG 15
Hoe noemen wij het optellen van getallen of cijfers?
A
product
B
som
C
verschil
D
quotiënt
Slide 19 - Quizvraag
VRAAG 16
Een breuk is een voorbeeld van een
A
product
B
som
C
verschil
D
quotiënt
Slide 20 - Quizvraag
VRAAG 17
Wat is de uitkomst van deze opgave?
A
84
B
74
C
64
D
94
Slide 21 - Quizvraag
VRAAG 18
Wat is het verschil tussen -4 en 16?
A
12
B
20
C
10
D
22
Slide 22 - Quizvraag
VRAAG 19
Bereken.
-3 - -14
A
-11
B
-17
C
11
D
17
Slide 23 - Quizvraag
VRAAG 20
Vul het juiste teken in.
-0,1 ... -3
A
>
B
<
C
=
Slide 24 - Quizvraag
VRAAG 21
Bereken.
3 · -5 + 5
A
15
B
-15
C
10
D
-10
Slide 25 - Quizvraag
VRAAG 22
Sleep de juiste vereenvoudigingen naar de juiste breuk.
Slide 26 - Sleepvraag
Slide 27 - Tekstslide
VRAAG 23
Wat is bij deze coördinaten de x-coördinaat ?
A(5, -4)
A
5
B
-4
Slide 28 - Quizvraag
VRAAG 24
Wat zijn de coördinaten van B?
A
B(3, 2)
B
B(-2, 3)
C
B(-3, 2)
D
B(2, 3)
Slide 29 - Quizvraag
VRAAG 25
We hebben de volgende formule voor het bereken van de kosten van wenskaarten. Bereken de kosten van 20 wenskaarten.
A
€25,50
B
€26,50
C
€27,50
D
€28,50
Slide 30 - Quizvraag
VRAAG 26
Gegeven is f = -4.
Bereken 14 + 5f
A
-76
B
15
C
5
D
-6
Slide 31 - Quizvraag
VRAAG 27
Assenstelsel en coördinaten
A
(-2, 6)
B
(12, 7)
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
VRAAG 28
Wat is de waarde van 5 in het getal hiernaast?
15.369
A
50
B
500
C
5 000
D
5
Slide 34 - Quizvraag
VRAAG 29
Wat is het vijfde veelvoud van 4?
A
20
B
24
C
16
D
28
Slide 35 - Quizvraag
VRAAG 30
Welke deler hebben 10 en 35 gemeen?
A
2
B
3
C
5
D
7
Slide 36 - Quizvraag
VRAAG 31
Rond het getal 45,56679 af op 1 decimaal.
A
45,6
B
45,5
C
45,9
D
45,7
Slide 37 - Quizvraag
VRAAG 32
Op hoeveel decimalen is het volgende getal afgerond?
0,3454885 <=> 0,3455
A
5
B
4
C
3
D
2
Slide 38 - Quizvraag
VRAAG 33
Samira heeft 8 broeken in haar kast liggen en daarvan zijn
2 blauw, 3 rood, 2 groen en 1 zwart.
Hoeveel procent is blauw en groen gekleurd?
A
20 %
B
40 %
C
60 %
D
50 %
Slide 39 - Quizvraag
VRAAG 34
Hoeveel flessen zitten
er in 5 kratten?
A
60
B
80
C
40
D
100
Slide 40 - Quizvraag
Slide 41 - Tekstslide
VRAAG 35
Hoeken benoemen
A
rechte hoek
B
volle hoek
C
scherpe hoek
D
stompe hoek
Slide 42 - Quizvraag
VRAAG 36
Hoe noemen we een lijn met alleen een beginpunt?
A
halve lijn
B
lijn
C
lijnstuk
D
loodlijn
Slide 43 - Quizvraag
VRAAG 37
Hiernaast zie je een voorbeeld van
A
loodlijnen
B
evenwijdige lijnen
Slide 44 - Quizvraag
VRAAG 38
Hoeveel graden is de hoek
met het vraagteken?
A
70 graden
B
80 graden
C
60 graden
D
50 graden
Slide 45 - Quizvraag
Hoe wordt de eigenschap van het optellen van alle hoeken in een driehoek genoemd?
VRAAG 39
Slide 46 - Open vraag
VRAAG 40
Hoe noemen we de lijn die een andere lijn snijdt met een hoek van 90 graden?
A
bissectrice
B
middelloodlijn
C
lijnstuk
D
loodlijn
Slide 47 - Quizvraag
VRAAG 41
Hoeken
A
ja
B
nee
C
misschien wel, als ze allebei zin hebben.
D
alleen als er een glas water bij mag.
Slide 48 - Quizvraag
VRAAG 42
Kan Dennie Frits zien?
A
ja
B
nee
Slide 49 - Quizvraag
Hoe noemen wij de hoek in situaties van wel of niet iets kunnen zien?
VRAAG 43
Slide 50 - Open vraag
VRAAG 44
In een rechthoekige driehoek ABC is hoek B = recht en hoek C = 56 graden. Hoe groot is hoek A?
A
34 graden
B
44 graden
C
124 graden
D
90 graden
Slide 51 - Quizvraag
Hoe noemen wij dit voorwerp?
Andere namen zijn windroos en kompasroos.
VRAAG 45
