Einde jaar

Einde jaar
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Einde jaar

Slide 1 - Tekstslide

WiskundeQuiz klas 1
JAARQUIZ 1MH

Slide 2 - Tekstslide


VRAAG 1
Welke ruimtefiguur is dit?
A
cilinder
B
kubus
C
piramide
D
bol

Slide 3 - Quizvraag


VRAAG 3
Wat is van de begrippen hieronder de beste naam voor een zijvlak van een kubus?
A
vierkant
B
rechthoek
C
driehoek
D
vierhoek

Slide 4 - Quizvraag


VRAAG 4
Welke ruimtefiguur is dit?
A
piramide
B
prisma
C
cilinder
D
kegel

Slide 5 - Quizvraag

VRAAG 9
Sleep de juiste gegevens naar de juiste ruimtefiguur.
6 grensvlakken
diameter
9 ribben

Slide 6 - Sleepvraag


Hoe noemen we bij een cirkel 
de helft van een diameter?
VRAAG 10

Slide 7 - Open vraag


VRAAG 15
Hoe noemen wij het optellen van getallen of cijfers?
A
product
B
som
C
verschil
D
quotiënt

Slide 8 - Quizvraag


VRAAG 17
Wat is de uitkomst van deze opgave?
A
84
B
74
C
64
D
94

Slide 9 - Quizvraag


VRAAG 18
Wat is het verschil tussen -4 en 16?
A
12
B
20
C
10
D
22

Slide 10 - Quizvraag


VRAAG 20
Vul het juiste teken in.
-0,1  ...  -3 
A
>
B
<
C
=

Slide 11 - Quizvraag


VRAAG 24
Wat zijn de coördinaten van B?
A
B(3, 2)
B
B(-2, 3)
C
B(-3, 2)
D
B(2, 3)

Slide 12 - Quizvraag


VRAAG 25
We hebben de volgende formule voor het bereken van de kosten van wenskaarten. Bereken de kosten van 20 wenskaarten.
A
€25,50
B
€26,50
C
€27,50
D
€28,50

Slide 13 - Quizvraag


VRAAG 31
Rond het getal 45,56679 af op 1 decimaal.

A
45,6
B
45,5
C
45,9
D
45,7

Slide 14 - Quizvraag


VRAAG 32
Op hoeveel decimalen is het volgende getal afgerond?

0,3454885 <=> 0,3455

A
5
B
4
C
3
D
2

Slide 15 - Quizvraag


VRAAG 37
Hiernaast zie je een voorbeeld van
A
loodlijnen
B
evenwijdige lijnen

Slide 16 - Quizvraag


VRAAG 38
Hoeveel graden is de hoek 
met het vraagteken?
A
70 graden
B
80 graden
C
60 graden
D
50 graden

Slide 17 - Quizvraag


VRAAG 44
In een rechthoekige driehoek ABC is hoek B = recht en hoek C = 56 graden. Hoe groot is hoek A?
A
34 graden
B
44 graden
C
124 graden
D
90 graden

Slide 18 - Quizvraag

Zet de woorden op de juiste plek.
Oorsprong
x-as
y-as
stijgende grafiek
dalende grafiek

Slide 19 - Sleepvraag

De oppervlakte druk ik uit in?
A
m2
B
m
C
m3

Slide 20 - Quizvraag


De omtrek is 
A
360 meter
B
320 meter
C
300 meter
D
280 meter

Slide 21 - Quizvraag