Les 9 van 12 Pargraaf 13 mixopdrachten

jas aan de kapstok. Telefoon in de koffer. 
Op tafel:
 leesboek
timer
5:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

jas aan de kapstok. Telefoon in de koffer. 
Op tafel:
 leesboek
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- stil lezen
- praten over je boek
- korte uitleg
- zelfstandig werken
- evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen
timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Praten over je boek

Slide 4 - Tekstslide

LESDOEL
Aan het eind van de les kun je:
  • verkleinwoorden goed spellen. 
  • hoofdletters op de juiste manier gebruiken. 
  • punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken. 
  •  woorden die eindigen op een -d, of een -t, goed spellen. 
  • meervouden die eindigen op -en en -ën spellen.
  • meervouden die eindigen op -s en -'s spellen.

Slide 5 - Tekstslide

Instructie


Wat weten jullie nog? 
Piet heeft 20 Euro, of Piet heeft 20 euro?
Wanneer schrijf je een hoofdletter?


Als je in cryptomuntten handelt, is de kans groot dat je je inleg kwijd bent.
welke twee spelfouten zien jullie?


Slide 6 - Tekstslide

Instructie


Om te bepalen of een woord eindigt op een -d, of een -t, is het belangrijk dat je eerst kijkt of het woord de persoonsvorm is. 
Sommige woorden eindigen op een t-klank.
Zo’n woord schrijf je:
soms met een -t: olifant, wit.
soms met een -d: paard, verwond.
Met de verlengproef weet je welke letter je moet gebruiken.

Slide 7 - Tekstslide

Instructie


Zo werkt de verlengproef:
Controleer eerst of het woord de persoonsvorm is. Als het woord géén persoonsvorm is, maak je het langer door er -e, -en of -eren achter te zetten.

Slide 8 - Tekstslide

Verlengproef
Hoor je een t? Schrijf dan een -t aan het eind:
– late → laat;
– boten → boot.
Hoor je een d? Schrijf dan een -d aan het eind:
– rode → rood;
– tanden → tand;
– kinderen → kind.

Slide 9 - Tekstslide

Instructie


Tip
hoofdletters bij namen, denk om de uitzonderingen;
een -d of -t aan het eind, gebruik de verlengproef;
verkleinwoorden, kijk of je behalve -je nog letters moet toevoegen of niet;
meervouden met -en of met -s eraan vast



Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken


Jullie gaan naar Cursus 7, paragraaf 7 - mixopdrachten. 
Je maakt opdracht 1 tot en met 5 helemaal af. 
Ben je supersnel met hoge scores? Dan maak je ook opdracht 7B en 8B


timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Heb jij de lesdoelen van vandaag behaald? 
Met welk onderdeel heb je nog moeite?

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf op waar jij nog graag extra uitleg over wilt.

Slide 13 - Open vraag

TOT WOENSDAG!

Slide 14 - Tekstslide