27 EBG - Voltooid Deelwoord

Het Voltooid Deelwoord
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Het Voltooid Deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les weten jullie 

het voltooid deelwoord 
van 10 werkwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten
Wat weet je al over het voltooid deelwoord van werkwoorden?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voltooid deelwoord?
Een voltooid deelwoord wordt gebruikt 
om iets te vertellen dat vroeger is gebeurd.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat een voltooid deelwoord is en hoe het wordt gebruikt.

Ik ben op vakantie geweest.
Wij hebben pizza gegeten.
Zij heeft haar huiswerk gemaakt.
Voorbeeld
Het voltooid deelwoord van 'lopen' is 'gelopen'
De meeste voltooid deelwoorden beginnen met ge-

Slide 5 - Tekstslide

Geef een eenvoudig voorbeeld om de studenten te helpen het concept te begrijpen.
Schrijf in je schrift
lopen - gelopen
eten - gegeten
slapen - geslapen
drinken - gedronken
rijden - gereden

Luister

Slide 6 - Tekstslide

Geef een lijst van 10 werkwoorden en hun voltooid deelwoord. Herhaal indien nodig.
Nog 5 werkwoorden
zwemmen - gezwommen
werken - gewerkt
zingen - gezongen
spelen - gespeeld
schrijven - geschreven
luister

Slide 7 - Tekstslide

Geef een lijst van 10 werkwoorden en hun voltooid deelwoord. Herhaal indien nodig.
hulpwerkwoord
Een voltooid deelwoord heeft altijd een hulpwerkwoord.
                    hebben                     of                        zijn
ik heb
jij hebt
hij/zij heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben
ik ben
jij bent
hij/zij is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is een voltooid deelwoord?
A
zwemmen
B
loop
C
eten
D
geschreven

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het goede voltooid deelwoord?
lopen
A
geloopt
B
gelopen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het goede voltooid deelwoord?
schrijven
A
geschrijft
B
geschreven

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het goede voltooid deelwoord?
zingen
A
gezongen
B
gezingen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het goede voltooid deelwoord?
rijden
A
gerijden
B
gereden

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Het voltooid deelwoord is een
  • werkwoord
  • verleden tijd
  • meestal met ge-
  • met een hulpwerkwoord hebben of zijn

Slide 14 - Tekstslide

Zorg ervoor dat de studenten de belangrijkste punten van de les begrijpen en beantwoord eventuele vragen die ze hebben.
Oefening 1
Kies 3 werkwoorden en maak een zin met het voltooid deelwoord.

Bijvoorbeeld:
Wij hebben bij muziek een lied gezongen.
Mijn moeder is met de bus gereden.

Slide 15 - Tekstslide

Laat de studenten oefenen met de voltooid deelwoorden door ze zinnen te laten schrijven met behulp van de werkwoorden die ze hebben geleerd.
Bronnen
Pak je boek op bladzijde 101 en 102.

  • Lees de uitleg
  • Maak opdracht 82 in je schrift.

Slide 16 - Tekstslide

Voeg eventuele bronnen toe die de studenten kunnen raadplegen om hun begrip van voltooid deelwoorden te verdiepen.

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.