cultuur van de modernen, II

Cultuur van de modernen
periode II
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Cultuur van de modernen
periode II

Slide 1 - Tekstslide

wat is het verschil tussen voorstelling en vormgeving?
A
voorstelling is hoe iets wordt weergegeven, vormgeving wat er wordt weergegeven
B
voorstelling is wat er wordt weergegeven, vormgeving is hoe iets wordt weergegeven
C
voorstelling is op toneel, vormgeving is bij beeldende kunst
D
voorstelling vertelt een verhaal, vormgeving 'vertelt' een emotie

Slide 2 - Quizvraag

Leg uit wat er bedoeld wordt met atonale muziek

Slide 3 - Open vraag

Waarom hadden de expressionisten veel belangstelling voor 'niet-westerse' kunstenaars?

Slide 4 - Open vraag

Mondriaan beperkte zich tot rechte lijnen en primaire kleuren en niet-kleuren. Waarom?
A
omdat rood zijn lievelingskeur was
B
om een abstract werk te maken zonder emoties
C
om een harmonisch werk te maken, de wereld had behoeft aan evenwicht
D
om zijn emoties in banen te leiden

Slide 5 - Quizvraag

Leg uit wat er binnen de kunstwereld wordt verstaan onder het expressionisme.

Slide 6 - Open vraag

attractie montage
A
het achter elkaar monteren van beelden om de boodschap te versterken
B
het monteren van beelden van beelden van knappe mensen
C
het monteren van beelden om een boodschap te vertellen

Slide 7 - Quizvraag

de ideeën van het Bauhaus waren
A
nationaalsocialistisch
B
socialistisch

Slide 8 - Quizvraag

Wat is Entartete Kunst?

Slide 9 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld met
'Form follows function'?

Slide 10 - Open vraag

Benoem 2 aspecten van de vormgeving waaraan je kunt zien dat dit een Bauhaus ontwerp is.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Bekijk het fragment hiervoor en bespreek hoe het Ballets Russes breekt met de ballettraditie

Slide 13 - Open vraag

leg uit waarom de futuristen positief stonden tegenover de oorlog

Slide 14 - Open vraag

?
A
Futurisme
B
Kubisme
C
Constructivisme

Slide 15 - Quizvraag

waarom maakten de Dadaïsten
anti-kunst?

Slide 16 - Open vraag

?
A
kubisme
B
dadaïsme
C
expressionisme
D
futurisme

Slide 17 - Quizvraag

leg uit welke vervreemdingsaspecten Brecht gebruikt om te voorkomen dat het het publiek zou meeleven met de acteurs

Slide 18 - Open vraag