Moderne Cultuur- Art Nouveau, Bauhaus, Triadisch Ballet

CULTUUR VAN HET MODERNE
Art Nouveau, Art Deco, Bauhaus, Triadisch ballet
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

CULTUUR VAN HET MODERNE
Art Nouveau, Art Deco, Bauhaus, Triadisch ballet

Slide 1 - Tekstslide

Modernisme/ Moderne Cultuur 
(+/-1900 tot 1950)
Art Nouveau & Art Deco (1880-1940)
De Stijl (1917-1930) & Bauhaus (1918-1950)
Triadisch Ballet en Martha Graham 

Slide 2 - Tekstslide

JUGENDSTIL & ART NOUVEAU
1880 - 1910

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een andere naam voor
Art Nouveau?
A
Nieuwe Kunst
B
Slaoliestijl
C
Jugendstil
D
Franse kunst

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Bij welke stroming hoort dit werk?

A
Impressionisme
B
Art Nouveau
C
Expressionimse
D
Art Deco

Slide 6 - Quizvraag

Ondergang van de Jugendstil
  •  na WO1 ontstaat er een economische crisis
  • Jugendstil/Art nouveau zijn elitair en duur
  • Het ambachtelijke smeedwerk, houtwerk, de mozaïek vloeren, het glas in lood.
  • Het werd niet meer geaccepteerd in de cultuur om zo duur en dus elitair te ontwerpen. Er ontstonden nieuwe idealen. Bouwen moest ook democratisch zijn, ook sociaal gericht zijn om ook gewone burgers/ arme mensen een goed leven te bieden.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is ' De Stijl' ?
A
Een groep Nederlandse kunstenaars
B
Een groep muzikanten
C
Een groep Chinese Kunstenaars

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

De Stijl
Theo van Doesburg en Mondriaan, begonnen ook in Nederland een kunstenaarsgroep: De stijl . Het had veel overlap met Bauhaus. Het was moderne architectuur en vormgeving. De ontwerpen moesten functioneel zijn. 
Het schoonheidsideaal was: Less is more. Er werd gebruik gemaakt van geometrische vormen en primaire kleuren. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

0

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

bauhaus
postimpressionisme
kubisme
de stijl

Slide 14 - Sleepvraag

Rietveld Schröderhuis, Nederland

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Het Bauhaus
Ook de leden van kunstenaarsgroep Bauhaus hadden idealen om de wereld beter te maken. In 1919 stichtte Walter Gropius in het Duitse Weimar een rijksschool voor architecten, kunstenaars en industrieel ontwerpers, waar moderne, functionele vormgeving werd onderricht. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

De ideologie van het Bauhaus
Er werd met nieuwe productieprocessen geëxperimenteerd, studenten kregen de ruimte om een nieuwe, eigentijdse vormtaal te ontwikkelen. In een tijd dat alleen een elitaire bovenlaag zich (jugendstil) ontwerpen kon permitteren, werkte het Bauhaus vanuit het ideaal om mooi en praktisch design voor iedereen bereikbaar te maken.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Form follows function
In het Bauhaus keek men eerst naar de functie, daarna bedacht men pas een vorm die het beste paste bij het doel van het gebruiksvoorwerp. Op deze manier rekening houden met de functie wordt functionalisme genoemd. De vormen moesten zuiver zijn, daarom werd er zo min mogelijk versiering aan toegevoegd. Door de versiering weg te laten zorgde men er ook voor dat de basisvormen duidelijk herkenbaar bleven.

Slide 22 - Tekstslide

Bauhaus design
Hoogwaardige technische en esthetische producten 
Accent op de functionaliteit
Betaalbare producten door industriele productieprocessen
Integratie van kunst in het dagelijkse leven

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

JOHANNES ITTEN

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Kenmerken BAUHAUS
Industrieel produceren van toegepaste kunst
Samensmelten van kunst, ambacht, techniek
Invloeden vanuit De Stijl (van Doesburg), Constructivisme (László Moholy-Nagy) en Suprematisme (Malevitsj): LESS IS MORE
Architectuur: vliesgevels, strakke vormen, heldere constructies, functionele vormgeving (FORM FOLLOWS FUNCTION)

Slide 31 - Tekstslide

Oefenvragen
Vraag 1
In de eerste helft van de 20e eeuw zijn er verschillende wetenschappelijke en technische ontwikkelingen 
geweest die van invloed zijn geweest op de 
ontwikkeling van de toegepaste kunst en architectuur. 

VRAAG 1: Zoek daarvan drie voorbeelden.
antwoord vraag 1
Massaproductie 
van film, radio, telefoons, auto’s en treinen wordt steeds algemener. 

Kunststoffen als bakeliet in radio’s en huishoudelijke producten. 

De nieuwe producten hebben ook een infrastructuur nodig: opkomst van bioscopen, benzinestations en garages. De vormgeving wordt steeds moderner, d.w.z. zakelijker
ford assembly line

Slide 32 - Tekstslide

Vraag 2
Een van de kenmerken van de moderne kunst is de ‘utopische visie’ die een aantal stromingen op hun eigen werk had. 

Kunstenaars meenden dat ze middels hun werk konden bijdragen aan een gelukkige en harmonische maatschappij. 
Vanuit die visie moesten ze jugendstil- en art nouveaukunst wel afwijzen. 

Leg dit uit aan de hand van twee argumenten
Antwoord vraag 2
De jugendstill/art nouveau paste niet bij de utopische visie want:
  • Door de materiaalkeuze en werkwijze (veel handwerk) was dit soort kunst hoe dan ook duur. 
  • De producten (sieraden, parfumflessen etc.) en de vormgeving waren op de elite afgestemd 
Utopische visie
Kunst moet bereikbaar zijn voor iedereen
Gevolg:
  • Kunst moet betaalbaar zijn --> kunst wordt functioneler
  • Kunst moet gericht zijn op de gewone mens
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 33 - Tekstslide

Vraag 3
Een van de vindingen die het ontstaan van de moderne architectuur mogelijk maakte, was het gebruik van ijzer en staal

Noem drie voordelen van het gebruik van deze materialen in de bouwkunst
Door het gebruik van ijzer en staal is het mogelijk om een open, luchtige ruimte te creeëren
Door het gebruik van ijzer en staal is het mogelijk om de wanden niet dragend te maken waardoor er veel ruimte is voor grote raampartijen
Door het relatief lichte staal kun je gemakkelijk met behulp van skeletbouw de hoogte in 

(zo ontstaan de eerste wolkenkrabbers)
Fisher building- Chicago 
1896- 84 m hoog

Slide 34 - Tekstslide

Vraag 4 en 5
Je ziet een deel van een metro-ingang die werd ontworpen door Guimard. Guimard gebruikte daarvoor metaal en glas en greep niet terug op vormgeving uit het verleden, maar gebruikte de natuur als inspiratiebron. Toch hoort hij door de door hem gekozen vormgeving niet bij de ‘modernen’. 

4.  Leg uit waar je aan ziet dat Guimard geïnspireerd 
werd door de natuur. Geef twee argumenten

5. Waarom zou Guimard niet tot de moderne kunstenaars behoren?
antwoord 5 (extra)
De materiaalkeuze, ijzer, past niet goed bij de organische vormgeving. De vormgeving wordt vooral bepaald door decoratie die verder niet functioneel is, of de decoratie overheerst.

Moderne kunstenaars zetten zich vooral af tegen deze traditionele hang naar decoratie en zoeken naar vernieuwing
antwoord 4
Je kunt de inspiratie van de natuur zien in:

Aspecten van de vormgeving:
  • Vorm - de lijnen en de vormen zijn heel vloeiend en organisch
  • Vorm - het dak heeft een schelp achtige vorm
  • Kleur - het staal heeft een groene kleur gekregen
Aspecten van de voorstelling:
  • De lamp lijkt op een bloem die open gaat waar een rode vrucht aan hangt
  • De hekjes lijken op bladen of bloemen
  • De vertakkingen op de lijnen doen denken aan vertakkingen in bomen en struiken
  • Het glazen dak doet denken aan een schelp
antwoord 5
De architectuur hoort bij het moderne door de keuze voor staal als materiaal. Dit is een nieuw modern constructiemateriaal.

De architectuur is echter niet modern omdat de toepassing van dit staal niet vooruitstrevend is maar juist heel conservatief en teruggrijpt op het verleden. Bijvoorbeeld: er wordt nu met staal natuurlijke, florale motieven geïmiteerd zoals dat voorheen ook in de decoratie met steen gebeurde. 

Slide 35 - Tekstslide

MODERNISME
onthou! schrijf op!

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide

In het Triadisch ballet bepalen de vormen van de kostuums hoe de dansers zich in de ruimte bewegen: hoekig, in rechte lijnen of draaiend als een tol. Het gaat niet om het uitbeelden van een verhaal met een begin en eind. Het blijft abstract.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Ontwerp Dansfiguren Das Triadische Ballett

Slide 42 - Tekstslide

Form Follows Function ('vorm volgt functie') is sinds het begin van de 20e eeuw een principe in de moderne architectuur (functionalisme) en industriële vormgeving. Het betekent dat het ontwerp, de vorm, van een bouwwerk of product "voortvloeit uit" of "gebaseerd wordt op" de functie die het heeft.

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

In de dans 'Lamentation' van Martha Graham is Contraction en Release heel belangrijk. Spannen en Ontspannen. 

Hier ook weer Form, Follows Function: de kleding moet zo zitten dat het ongemakkelijk danst. Een soort dwangbuis idee.

Slide 45 - Tekstslide

Kunst onder het nazi regime
  • Hitler komt aan de macht in 1933
  • Hij was een totalitair leider; hij had de macht over ieder aspect van het leven van de Duitsers
  • Radio en film worden optimaal gebruikt als propagandamiddel
  • 'Entartete' kunst is out - neo-classicisme is in. 

Slide 46 - Tekstslide

Kunst tijdens het Nazi regime
Kunst moet gemaakt zijn volgens 
de klassieke regels: neo-classisistisch.

Dit schilderij is door Hitler zelf gemaakt. 

Alles wat daar niet aan voldoet wordt ENTARTETE KUNST genoemd. Dat is Duits voor ONTAARDE KUNST.

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Entartete Kunst
  • Alle eerder besproken -ismes worden verboden door de Nazi's
  • Jazz en kunst gemaakt door joden worden meteen verboden
  • Andere moderne kunst wordt op grote schaal vernietigd en/of belachelijk gemaakt op entartete tentoonstellingen.

Slide 49 - Tekstslide

Entartete Kunst - bepaal welke kunst entartet is:
Entartete kunst
Kunst geaccepteerd door Hitler

Slide 50 - Sleepvraag