8.3 Je bloed vervoert HAVO 2

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

8.3 bloed + hart

Wat gaan we doen vandaag?

- Leerdoelen
- Het 'biologische momentje' van de dag...
- Check stof vorige lessen dmv meerkeuzevragen.
- Uitleg nieuwe stof 8.3

- Practicum microscopie

- Werken aan HW

Leerdoelen

Na deze les kun je:

• Je kan de samenstelling van het bloed benoemen en aflezen van een afbeelding. ​
  
• Je kan de verschillen tussen de verschillende bloedcellen benoemen en hun functies uitleggen. ​
  
• Je weet wat hemoglobine is en wat de functies daarvan is. ​
  
• Je kan de anatomie (onderdelen) van het hart benoemen (binnenkant en buitenkant) en de functies uitleggen. 
• De kan de fasen van de hartslag benoemen.  
• De werking van de sinusknoop en AV-knoop kunnen benoemen en hoe dat van invloed is op hartslag. 

Het 'biologische momentje' van de dag... 

1. Er zit goud in je bloed - Het lichaam bevat zo'n 0,2 milligram goud.​
   
2. Je bestaat voor 8% uit bloed – berekend is dat bloed ± 8% van het lichaamsgewicht uit bloed bestaat. Gemiddeld is dat per persoon dus 5 à 7 liter.​
   
3. Bloeddonors geven 10% van hun bloed – bij donatie geef je ½ L. bloed. Na een paar dagen is al je bloed vervangen. ​
4. Bloed van degenkrab is goud waard - de degenkrab heeft blauw bloed. Dit bloed is waardevol voor de farmaceutische industrie, en kost 13.000 euro per liter.​
   
5. Vampiers worden misselijk van bloed - Bloed is rijk aan ijzer. Een overdosis geeft klachten en kan dodelijk zijn. Je moet 5 tot 7 liter bloed per dag drinken om te worden vergiftigd.

Check kennis vorige lessen

Paragraaf 8.1 + 8.2 
a.d.h.v 6 meerkeuze vragen

1. Welke functie hoort bij welk orgaanstelsel?

a. Dit orgaanstelsel vervoert stoffen zoals voedingsstoffen, zuurstof en koolstofdioxide?

b. Dit orgaanstelsel laat je organen (samen)werken?  

1. a. ademhalingsstelsel b. bloedvatenstelsel
2. a. ademhalingsstelsel b. zenuwstelsel
3. a. bloedvatenstelsel b. zenuwstelsel
4. a. uitscheidingsstelsel b. zenuwstelsel

2. Wat is onderdeel E?

1. Transportkanaal
2. Celkern
3. Ribosomen
4. Mitochondriën

3. Wat is de functie van de trilharen van het slijmvlies in de luchtwegen?

1. Het opvangen van stofdeeltjes.
2. Het staat mooier bij je uiterlijk.
3. Het vervoeren van slijm naar de keelholte.
4. Het verwarmen van de binnenstromende lucht.

4. Hoe gaat het proces van verbranding in het menselijk lichaam?

1. zuurstof + koolstofdioxide --> energie + glucose + water
2. glucose + zuurstof --> energie + koolstofdioxide + water
3. water + glucose --> energie + zuurstof + koolstofdioxide
4. koolstofdioxide + glucose --> energie + zuurstof + water

5. Welk van de antwoorden klopt bij het plaatje van het longblaasje?

1. 1= zuurstofrijk bloed Q= zuurstof
2. 1=zuurstofarm bloed P=zuurstof
3. 1=zuurstofrijk bloed P= zuurstof
4. 1=zuurstofarm bloed Q= zuurstof

6. In de longblaasjes vindt
gaswisseling plaats.
Gaswisseling is....

1. Koolstofdioxide in je bloed en zuurstof eruit.
2. De verbranding van zuurstof en het ontstaan van koolstofdioxide.
3. Het wisselen van rode en witte bloedcellen.
4. Zuurstof in je bloed en koolstofdioxide uit je bloed.

Uitleg nieuwe stof!

Paragraaf 8.3

Uit welke bestanddelen bestaat je bloed?

• Geel beenmerg (vet) en rood beenmerg (bloedcellen mk). ​

• Functies + kenmerken bloedbestanddelen kennen:
  
  

1. bloedplasma (vervoer afvalstoffen)​

 (bevat bloedstolling eiwit)​

2. rode bloedcel (vervoer O2)​ geen celkern!

- Hemoglobine (rode kleurstof) – bevat ijzer
Zie bron 3 blz. 50!

3. witte bloedcel - afweer​ (3 typen KK)
Wel een celkern + vorm veranderen

- Vreetcel: bacterie insluiten. 

- Antistofcel: antistoffen aanmaken tegen
   ziekteverwerkkers 

- Geheugencellen : onthouden ziekteverwekkers. 

4. bloedplaatjes (bloedstolling)​

Welke onderdelen van het
hart ken je allemaal?

Je hart - onderdelen

• Hart KK (LR) bron 4 en 5 blz. 51!
  
  
  
• 2 boezems, 2 kamers.
  
• Linkerkamer gespierder dan rechterkamer.
  
  
  
• Aorta = lichaamsslagader (O2-rijk).
  
  
• Longslagader: O2-arm
    Longader: O2-rijk
  

Werking van het hart:

• 3 fasen hartslag kennen.  KK (LR) bron 6 blz. 51!
  

Fasen hartslag

Werking hart:

• - Impulsen ontstaan in Sinusknoop
   - over de boezems 
   - opgevangen door AV-knoop
   - impulsen door harttussenwand naar kamerwand.  (KK bron 7 blz. 52).
  
  
• ECG (elektrocardiogram)  – geleiding 
    impulsen.
    Zie bron 8 + 9 blz. 52.

Nog vragen? 

Check leerdoelen volgende dia.

Leerdoelen

Kun je nu? 

• De samenstelling van het bloed benoemen en aflezen van een afbeelding. ​
  
• De verschillen tussen de verschillende bloedcellen benoemen en hun functies uitleggen. ​
  
• Weet je wat hemoglobine is en wat de functies daarvan is. ​
  
• De anatomie (onderdelen) van het hart benoemen (binnenkant en buitenkant) en de functies uitleggen.
  
• De kan de fasen van de hartslag benoemen.
  
• De werking van de sinusknoop en AV-knoop kunnen benoemen en hoe dat van invloed is op hartslag. 

Practicum

Microscopie bloedcellen

Klaar? Zelfstandig werken aan HW 8.3