Kennis ophalen: Urine testen met stick en UWI

Urine sticken / Dip stick
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WetenschapMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Urine sticken / Dip stick

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de letters UWI voor?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Specifieke klachten
Aspecifieke klachten
Urine die anders ruikt en er anders uit ziet
Iemand die anders dan anders is
Verwardheid
Vermoeidheid
Verminderde eetlust
Pijn bij het plassen
Vaker aandrang tot plassen
Het plassen (vaker) niet op kunnen houden
Pus uit de plasbuis
Pijn in de onderbuik en flanken
Koorts en koude rillingen
Delier

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn preventieve maatregelen voor UWI

Slide 4 - Woordweb

  1. Hygiëne 
  2. Verzorging
  3. Eten en drinken

Urine bevat geen
A
Zouten
B
Alvleeskliersap
C
Water
D
Hormonen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je veel hebt gedronken, maken de nieren... urine aan, deze urine is dan … van kleur
A
Veel, donkergeel
B
Weinig, donkergeel
C
Veel, lichtgeel
D
Weinig, lichtgeel

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Midstream urine is het zelfde als gewassen urine
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de urine donkerbruin schuimend is wijst dit meestal op de aanwezigheid van ..................... in de urine
A
Albumine
B
Hemoglobine
C
Lidocaïne
D
Bilirubine

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Urine kan ook onderzocht worden op bepaalde stoffen. Welke 2 stoffen mogen niet in de urine voorkomen?
A
eiwit en zouten
B
zouten en glucose
C
zouten en kalium
D
eiwit en glucose

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De urine buis en urine leider zijn andere woorden voor het zelfde deel van het lichaam.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een midstream urine?
A
Urine die je schoon moet opvangen
B
Midden plas
C
Waarbij je eerst de patiënt zichzelf eerst wast
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk urine onderzoek wordt urine opgevangen in een potje en naar het microbiologisch lab gebracht voor onderzoek?
A
Urinestrip
B
Urinesediment
C
Urinekweek
D
24 - uurs urine

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat check je voordat je urine gaat sticken?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bij uitdroging wordt de urine
A
Donkerder
B
Lichter
C
Blijft zelfde van kleur
D
Wordt felgeel

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk onderzoek wordt er gekeken naar: de helderheid van de urine, de kleur van de urine, de hoeveelheid urine per keer en de totale hoeveelheid urine per etmaal?
A
Macroscopisch onderzoek
B
Microscopisch onderzoek
C
Klinisch chemisch onderzoek
D
Microbiologisch onderzoek

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is urine retentie?
A
Zonder aandrang urine verliezen
B
Door hoesten urine verliezen
C
Urine vasthouden in de blaas doordat je niet kunt urineren
D
Het overlopen van de blaas

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel urine kan de blaas gemiddeld aan urine vasthouden?
A
150ml
B
200 ml
C
300 ml
D
500 ml

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De nieren zijn heel belangrijk. Ze maken urine. In urine zitten standaard altijd:
A
Afvalstoffen, hormonen en suiker
B
Afvalstoffen, hormonen en bloedcellen
C
Afvalstoffen, hormonen en water
D
Afvalstoffen, hormonen en eiwitten

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ketonen in de urine wil zeggen te veel suiker in de urine
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een urineweg infectie herken je aan de urine als de urine
A
helder is, ruikt en geconcentreerd is
B
geconcentreerd is, troebel, stinkende urine
C
troebel is, lichtgeel is en ruikt
D
bloed bevat, helder en klonterig is

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer iemand een blaasontsteking heeft dan kan de urine gecontroleerd worden. Welke cellen uit het bloed kun je dan in de urine vinden?
A
erytrocyt
B
leukocyt
C
trombocyt
D
plasma

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloed in de urine
A
Nycturie
B
Hematurie
C
Dysurie
D
Cystitis

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoelang moet je wachten nadat je stick uit urine hebt gehaald?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Word het protocol gehandhaafd door collega's?
Enquête ingevuld
  • Er wordt wisselend gehandhaafd
  • Voor veel collega's al een lange tijd geleden dat zij het protocol erbij hebben gehaald, weten wel waar het staat.
  • Er zijn veel collega’s die eerst zelf de urine zouden sticken voordat zij contact op hebben genomen met de huisarts of verpleegkundige.
  • Anderen nemen wel eerst contact op met de huisarts of verpleegkundige.
  • Alle collega’s weten wat een urineweginfectie is en wat de bijbehorende klachten zijn.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt er afgewoken
  • Ondernemen zelf acties zonder overleg VPK of arts
  •  Geen protocol erbij pakken (juiste wijze?)

Argumenten:
Gedragsverandering 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteitsbewaking
  • Ter sprake brengen
  • Posters rondbrengen
  • Filmpje op medewerkersportaal
  • Afspraken maken

  • Kwaliteitsverpleegkundige gaat in gesprek als het niet lukt, Hoe komt dat nou?


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aanbeveling
Stoppen met het sticken van urine
  • Bij symptomatische klachten opvangen en naar de huisarts brengen met formulier
  • In weekend contact VTT en hun advies opvolgen

Zo voorkomen wij antibiotica resistentie

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies