6V Beco Inv H2

Investeren H2
- bespreken opdracht 1.7. Vragen?

H2 De waardebepaling van een bedrijf
2.1 intrinsieke waarde (balans als uitgangspunt)
2.2 rentabiliteitswaarde (resultatenrekening als uitgangspunt)
2.3 discounted cashflowmethode (les 2 deze week)
2.4 liquidatiewaarde (les 2 deze week)
- HW opdracht 2.1 bespreken

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Investeren H2
- bespreken opdracht 1.7. Vragen?

H2 De waardebepaling van een bedrijf
2.1 intrinsieke waarde (balans als uitgangspunt)
2.2 rentabiliteitswaarde (resultatenrekening als uitgangspunt)
2.3 discounted cashflowmethode (les 2 deze week)
2.4 liquidatiewaarde (les 2 deze week)
- HW opdracht 2.1 bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Je wilt een heel bedrijf overnemen. Hoeveel ben jij bereid te betalen op basis van deze balans?

Slide 2 - Tekstslide

intrinsieke waarde = geplaatst AK + reserves + onverdeelde winst
.....
Maar is dit wel een reële waarde? Due-dilligence onderzoek brengt uitkomst

Slide 3 - Tekstslide

is actuale waarde gelijk aan balanswaarde?
is alle voorraad nog goed te verkopen?
zijn alle debiteuren nog wel in staat te betalen?
rente op leningen hoger of lager dan marktrente?

Slide 4 - Tekstslide

Rentabiliteitswaarde
Waarde bedrijf gebaseerd op Resultatenrekening

- gebaseerd op genormaliseerde winst (incidentele zaken worden eruit gefilterd)

- Bij ez en vof gebaseerd op winst + ondernemersloon

Slide 5 - Tekstslide

Rentabiliteitswaarde
Minimaal te behalen rendement

Afhankelijk van risico bedrijf. Hoe hoger het risico, hoe hoger de rendementseis.

Vaak tussen de 12% en 20%
(basis: risicovrij rendement op obligaties + risico opslagen)

Slide 6 - Tekstslide

Rentabiliteitswaarde
Rentabiliteiswaarde =

Genormaliseerde winst
----------------------------
Rekengetal rendementseis

Bijv. opgave 2.2.1:        450.000 / 0,15 = € 3.000.000,-

Slide 7 - Tekstslide

Rentabiliteitswaarde
Nadelen:
- kijkt naar het verleden via de genormaliseerde winst
( is geen garantie voor de toekomst )
- houdt geen rekening met financieringsverhouding tussen EV en VV
( EV heeft een andere rendementseis dan VV )

Slide 8 - Tekstslide

Discounted Cashflowmethode
- Kijkt niet naar het verleden, maar naar toekomstige vrije kasstromen
Vrije kasstroom = Bedrijfsresultaat - Belasting + Afschrijvingen - Investeringen

- Gebruikt een gewogen gemiddelde van de kostenvoet (rendementseis ) van het EV en het VV

Slide 9 - Tekstslide

De kostenvoet van het VV is meestal ...(1), omdat VV ...(2) risicovol is. Verschaffers van VV ontvangen een ...(3) rentevergoeding en krijgen bij een mogelijk faillissement ...(4) hun geld terug
A
1 lager, 2 minder 3 vaste, 4 eerder
B
1 lager, 2 minder 3 flexibele, 4 later
C
1 hoger, 2 meer 3 vaste, 4 eerder
D
1 hoger, 2 meer 3 flexibele, 4 later

Slide 10 - Quizvraag

Discounted Cashflowmethode

wacc = Kev x EV/TV + Kvv x (1-b) x VV/TV

Maken opgave 2.5.1

Slide 11 - Tekstslide

Discounted Cashflowmethode

wacc = Kev x EV/TV + Kvv x (1-b) x VV/TV

Maken opgave 2.5.1

wacc = 15% x ( 2.800.000 / 3.450.000 ) +                                                
4% x ( 1 - 0,20 ) x ( 650.000 / 3.450.000 ) = 12,8%

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
Stel dat een onderneming voor 3/4 is gefinancierd met EV en voor 1/4 met VV. En dat de rendementseis voor het EV 10% is en voor het VV 5%

wacc = 10% x 3/4 + 5% x ( 1-0,20 ) x 1/4 = 8,5%


Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
Stel dat dezelfde onderneming voor 1/4 is gefinancierd met EV en voor 3/4 met VV. De wacc is weer 8,5% en het rendement op VV is nog steeds 5%. Wat zou het rendement op EV dan zijn?

wacc = Kev x EV/TV + Kvv x (1-b) x VV/TV

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
Stel dat dezelfde onderneming voor 1/4 is gefinancierd met EV en voor 3/4 met VV. De wacc is weer 8,5% en het rendement op VV is nog steeds 5%. Wat zou het rendement op EV dan zijn?
? x 1/4 + 5% x ( 1-0,20 ) x 3/4 = 8,5%
? x 1/4 + 3% = 8,5%
? x 1/4 = 5,5%
? = 22%

Slide 15 - Tekstslide

Hefboomeffect
Een bedrijf dat is gefinancierd met relatief veel goedkoop Vreemd Vermogen heeft een groot hefboomeffect.

Rentabiliteit Eigen Vermogen is dan hoger dan normaal en een (aandeel van een) bedrijf zal hierdoor meer waard zijn.

Slide 16 - Tekstslide

2.4 Liquidatiewaarde
Waarde bij faillissement
Wat kun je nog verkopen?
Volgorde van wie geld krijgt
Executie verkoop


Slide 17 - Tekstslide

Opg 2.6.1

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide