Waar bestaat het ademhalingsstelsel van een insect uit, en welke stoffen vervoert het?
Slide 4 - Open vraag
In de kieuwen van een vis vindt gaswisseling plaats door diffusie. Welke uitspraak over diffusie is juist?
A
Bij diffusie stroomt zuurstof van een lage naar een hoge concentratie.
B
Bij diffusie stroomt zuurstof van een hoge naar een lage concentratie.
C
Bij diffusie stroomt zuurstof van het bloed in de kieuw naar het water.
D
Diffusie vindt plaats in de kieuwboog.
Slide 5 - Quizvraag
Sven en Amy zitten in de tuin, het is warm weer. Het is hen opgevallen dat insecten bij warm weer actiever zijn dan bij koud weer. Zij besluiten een proefje te doen. Zij doen beiden dezelfde hoeveelheid aanmaaklimo in een glas, hierna doen zij er eenzelfde hoeveelheid water bij. Ze roeren de limonade niet door. Sven zet zijn glas in de koelkast, Amy zet haar glas buiten neer. In welk glas is de concentratie aanmaak het snelst in het hele glas gelijk? Leg je antwoord uit, gebruik hierbij het woord diffusie.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Video
Leerdoelen
Je leert het verschil tussen een open en gesloten bloedsomloop;
Je leert wat een enkelvoudige en dubbele bloedsomloop is;
Je leert de functie van de kleine en grote bloedsomloop bij mensen;
Je leert hoe transport van water en stoffen bij planten plaatsvindt.
Slide 8 - Tekstslide
Bloedsomloop insecten
Open Bloedsomloop: het bloed omspoelt de organen en de cellen in de weefsels.
Een groot bloedvat aan de rugzijde met spieren houdt de stroming in stand.
Lucht stroomt in de tracheeën.
Hoe komen de cellen aan zuurstof?
Slide 9 - Tekstslide
Bloedvatenstelsel insect
Tracheeën vormen een groot netwerk luchtbuizen.
Door diffusie gaat zuurstof vanuit de buitenlucht in de tracheeën naar de cellen.
Via het bloed worden alleen de voedingsstoffen naar alle cellen vervoerd.
Bloed stroomt van achter naar voren en aan de voorkant gaat het bloed het bloedvat uit en stroom het vrij om de cellen.
Slide 10 - Tekstslide
Heeft een insect een open of een gesloten bloedsomloop?
A
Open
B
Gesloten
Slide 11 - Quizvraag
Hoe vervoeren vissen stoffen?
Het bloed vervoert zuurstof, afvalstoffen en voedingstoffen naar alle cellen.
Het hart pompt bloed naar kieuwen en vervolgens naar alle andere organen.
Vanuit het verteringsstelsel komen de voedingsstoffen in het bloed.
Slide 12 - Tekstslide
Gesloten enkelvoudige bloedsomloop bij vissen
Gesloten bloedsomloop: het bloed stroomt in bloedvaten door het lichaam.
Dus niet vrij om de cellen zoals bij een insect.
Enkelvoudige bloedsomloop: Bloedsomloop waarbij het bloed tijdens één rondgang één keer het hart passeert.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe komt zuurstof bij de cellen?
In de organen zijn zeer dunne kleine bloedvaatjes => de haarvaten.
In de grote bloedsomloop gaat zuurstof vanuit de haarvaten via diffusie naar de cellen => het zuurstofarme bloed stroom terug naar het hart.
In de kleine bloedsomloop gaat bloed vanuit het hart naar haarvaten in de longen => zuurstof gaat vanuit de buitenlucht via diffusie juist naar het bloed in de haarvaten.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Dubbele bloedsomloop bij mensen
Dubbele bloedsomloop = bloedsomloop waarbij het bloed tijdens één rondgang twee keer het hart passeert. Bestaat uit een kleine en een grote bloedsomloop.
Slide 16 - Tekstslide
Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop = (bij mensen) de weg van het bloed bij de opname van zuurstof: van de rechterharthelft via de longen naar de linkerharthelft.
Grote bloedsomloop = (bij mensen) de weg van het bloed bij de afgifte van zuurstof: van de linkerharthelft, via de organen naar de rechterharthelft.
Slide 17 - Tekstslide
Overzicht
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag
de eerste 10 minuten in stilte aan het werk.
Daarna mag je overleggen
maken paragraaf 13.3
opdracht 1 tot en met 10
timer
10:00
Slide 19 - Tekstslide
Hoe vervoeren planten stoffen?
Zuigen met hun wortels water en mineralen op
Door de vaten vervoerd
In de bladeren maken ze voedingsstoffen
Vaatbundel(liggen in groepjes)
Slide 20 - Tekstslide
Vaatbundels
Lopen van wortel tot in de bladnerven en bloemen, liggen in een kring.
Houtvaten: water en mineralen (binnenring). Stroomrichting= omhoog.
Bastvaten: glucose en andere voedingstoffen (buitenring).
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Wat is de stroomrichting van de houtvaten?
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Naar het blad
D
Van het blad af
Slide 23 - Quizvraag
Wat vervoeren de houtvaten?
A
Water en mineralen
B
Water en glucose
C
Water en zuurstof
D
Water
Slide 24 - Quizvraag
Water stroomt tegen zwaartekracht in (?)
Zuigkracht bladeren: Veroorzaakt door het verdampen van de huidmondjes.
Worteldruk: Wordt veel water opgenomen in de houtvaten.
Capillaire werking: Het omhoog kruipen van water in dunne houtvaten.
Slide 25 - Tekstslide
Welke begrip horen bij welke omschrijving
Zuigkracht
Worteldruk
Capillaire werking
Het water "kleeft"aan de wanden van de dunne buisjes omhoog
De wortels nemen water en mineralen op en drukken dit omhoog in de houtvaten
De bladeren "zuigen" ,door verdamping uit de huidmondjes, de vloeistof omhoog