Toetsvoorbereiding p2

Toetsvoorbereiding periode 2
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Toetsvoorbereiding periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Longen

Slide 2 - Woordweb

Welke 2 manieren van ademhaling zijn er?

Slide 3 - Open vraag

Waar vindt de gaswisseling plaats?
A
Bronchiën
B
Longblaasjes
C
Luchtpijp
D
Longtakje

Slide 4 - Quizvraag

Hoe bereken je het ademminuutvolume?

Slide 5 - Open vraag

Nadelen roken

Slide 6 - Woordweb

Concentrisch
Statisch
Excentrisch
Spier wordt korter
Spier blijft even lang
Spier wordt langer

Slide 7 - Sleepvraag

Een zenuwbaan is een
A
dendriet
B
cellichaam
C
axon
D
myelineschede

Slide 8 - Quizvraag

Een ontvanger van signalen is
A
dendriet
B
cellichaam
C
axon
D
myelineschede

Slide 9 - Quizvraag

Perifere zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel
Hersenen
Ruggenmerg
Sensorisch
Motorisch

Slide 10 - Sleepvraag

Reflexen

Slide 11 - Woordweb

Slagader
Ader
Haarvaten
Hoge druk
Dikke stevige wand
Van het hart af
Diep in het lichaam
Ligging aan de oppervlakte
Lage bloeddruk
Naar het hart toe
Dunne wand
Uitwisseling voedingsstoffen

Slide 12 - Sleepvraag

ATP is?
2 antwoorden mogelijk
A
Adenosinetrifosfaat
B
Creatinefosfaat
C
Hetzelfde als ADP
D
Energie voor de spier

Slide 13 - Quizvraag

Creatinefosfaat-systeem

Slide 14 - Woordweb

Bij welk sportonderdeel gebruik je vooral het CrP systeem?

Slide 15 - Open vraag

Melkzuursysteem

Slide 16 - Woordweb

Bij welk sportonderdeel gebruik je vooral het melkzuursysteem?

Slide 17 - Open vraag

Zuurstofsysteem

Slide 18 - Woordweb

Bij welk sportonderdeel gebruik je vooral het zuurstofsysteem?

Slide 19 - Open vraag

Waarom is bewegen voor kinderen belangrijk?

Slide 20 - Open vraag

Welke vaardigheid kunnen kinderen nog niet goed ontwikkelen?
A
Aerobe capaciteit
B
Snelkracht
C
Lenigheid
D
Techniek

Slide 21 - Quizvraag

Hoe lang moeten kinderen minimaal bewegen op een dag?
A
30 min
B
1 uur
C
1,5 uur
D
2 uur

Slide 22 - Quizvraag

Effecten warming-up

Slide 23 - Woordweb

Noem 3 dingen die het doel van een warming-up zijn.

Slide 24 - Open vraag

Wat is het doel van de cooling-down?

Slide 25 - Open vraag

Wat is belastbaarheid?
A
Wat je je lichaam laat doen
B
Wat je lichaam aankan
C
Dat je meer doet dan je lichaam kan
D
Dat je je lichaam laat werken

Slide 26 - Quizvraag

Acute blessure
Chronische blessure
Veel pijn

Grote overbelasting in een keer

Behandeling zo snel mogelijk

Plotseling

Botbreuk
Zeurende pijn

Geleidelijk

Kleine overbelasting vaak en langdurig

Scheenbeenvlies
ontsteking

Slide 27 - Sleepvraag

Waar staat de i voor bij de ICE regel?
A
Invalide
B
Improviseren
C
Installeren
D
Immobiliseren

Slide 28 - Quizvraag

Noem drie functies van de huid

Slide 29 - Open vraag

Noem de drie huidlagen

Slide 30 - Open vraag

Wat is GEEN kenmerk van onderkoeling?
A
Bleke huid
B
Bewusteloos
C
Spierkramp
D
Trage reactie

Slide 31 - Quizvraag

Wat is GEEN kenmerk van warmtestuwing?
A
Bleke huid
B
Hoofdpijn
C
Misselijk
D
Duizeligheid

Slide 32 - Quizvraag

Voedingsstoffen

Slide 33 - Woordweb

Wat is de taak van de maag?
A
Voedsel klein maken
B
Water uit het voedsel halen
C
Voedingsstoffen uit het voedsel halen
D
Zout toevoegen

Slide 34 - Quizvraag

Hyper
Hypo
Veel dorst

Droge mond
Opvallend vaak plassen

Gevoel van honger
Opvallend moe

Duizelig, slecht zicht, beven

Stemmingswisselingen

Slide 35 - Sleepvraag

Wat doe je als een diabetes patient een hyper heeft?
2 antwoorden zijn goed
A
Insuline spuiten
B
Water geven
C
Druivensuiker geven
D
AA laten drinken

Slide 36 - Quizvraag

Wat is presteren?

Slide 37 - Open vraag

CLUKS

Slide 38 - Woordweb

Psychische factoren

Slide 39 - Woordweb

Constitutie =
A
Gezondheid
B
Aanleg
C
Vaardig zijn
D
Een regel

Slide 40 - Quizvraag

Vragen?

Slide 41 - Tekstslide