H4 oefenen

H4 
We bereiden ons voor op de toets.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4 
We bereiden ons voor op de toets.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van verkennend lezen?
A
De tekst uit je hoofd leren
B
Elk detail in de tekst begrijpen
C
Een algemeen idee van de tekst krijgen
D
De tekst vertalen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verkennend lezen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kritisch lezen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een synoniem voor 'alarm bellen doen rinkelen'?
A
Een feestje bouwen
B
Een brief schrijven
C
Alarm slaan
D
Een film kijken

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de uitdrukking 'hoge ogen gooien'?
A
Veel kans maken om te winnen
B
Iemand uitdagen voor een gevecht
C
Een hoge prijs betalen voor iets
D
Een hoge score halen bij een examen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met het woord: gering.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is juist geschreven?
A
Ik heb jouw net een bericht gestuurd.
B
Ik heb jou net een bericht gestuurd.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noteer twee keer jou(w):
Ik heb jou(w) net een bericht gestuurd over jou(w) presentatie.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij is net zo groot ... ik.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dat is een beter advies ... gisteren
A
Als
B
Dan

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fritz is drie keer zo snel ... vorig jaar
A
Als
B
Dan

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
Dit woord zegt iets over een werkwoord
B
Dit woord zegt iets over een voorzetsel
C
Dit woord zegt iets over een zelfstandig naamwoord
D
Dit woord zegt iets over een lidwoord

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk naamwoord
A
de
B
gevallen
C
laptop
D
zoeken

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het deeg is gekneed.
Het ... deeg

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Je kunt een voltooid deelwoord ook als bijvoeglijk naamwoord gebruiken:


ww
vdw
vdw als bnw
Kopen
Ik heb een boek gekocht.
het gekochte boek
Verjagen
De kat is verjaagd.
De verjaagde kat.
Verzetten
De afspraak is verzet.
De verzette afspraak.
Kneden
Het deeg is gekneed.
Het geknede deeg.
Verlaten
De stad is verlaten.
De verlaten stad.

Slide 19 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Aan de slag!
Maak opdracht

Klaar?
Aan de slag met
Maken en leren
4.5 woordentrainer
Versterk jezelf

Opdrachten H5







timer
10:00
Klaar?
4.3 lezen inhalen
Test jezelf 4.3, 4.5, 4.7, 4.8 - oefentoets

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies