Les 6 §5 moeilijke verwijswoorden

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik theorie §3 en 4 verwijswoorden
* theorie §5
* oefeningen



Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* de verwijswoorden deze, die, dit en dat correct gebruiken.
* op de juiste manier verwijzen met pers.vnw en bez.vnw.
* op de juiste manier met hen/hun, dat/wat en waarmee/met wie verwijzen.

timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik theorie §3 en 4 verwijswoorden
* theorie §5
* oefeningen



Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* de verwijswoorden deze, die, dit en dat correct gebruiken.
* op de juiste manier verwijzen met pers.vnw en bez.vnw.
* op de juiste manier met hen/hun, dat/wat en waarmee/met wie verwijzen.

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lastige verwijswoorden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Hen/hun
Hen: lijdend voorwerp (lv) en na een voorzetsel (vz)
Hun: meewerkend voorwerp (mv) zonder voorzetsel (vz)

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
Je moet hun vragen of ze ook komen.
Je moet aan hen vragen of ze ook komen.

Slide 5 - Tekstslide

Dat / wat
Wat - als je verwijst naar het woord/de woorden:
  1. dat, datgene
  2. alles, iets, niet, het enige
  3. een overtreffende trap
  4. een hele zin

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
  1. Dat wat ik niet vergeten ben, zal ik noteren.
  2. Alles wat hij wist, schreef hij op.
  3. Het mooiste wat ik gelezen heb, zal ik je vertellen.
  4. Hij zei toen iets totaal anders, wat me irriteerde.

Slide 7 - Tekstslide

Daarmee / waarmee / met wie
Daar+vz / waar+vz: verwijzing naar dieren en dingen

Vz+wie: verwijzing naar mensen

Slide 8 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak opdracht 1 t/m 3
C6 §5 lastige verwijswoorden
Hoe:
In je lesboek / schrift
Je mag fluisterend overleggen.
Hulp:
Theorie uit je boek of je aantekeningen
Docent (hand omhoog)
Tijd:
15 minuten
Klaar:
Maak opdracht 4 §5
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 10 - Tekstslide