leçon 48_T1C_adjectif_forme

BONJOUR
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR

Slide 1 - Tekstslide

Le programme :
        Aujourd'hui (=vandaag) :
  • On corrige le proefwerk du thème 3
  • Apprendre la forme des adjectifs
  • On commence le chapitre 4: on regarde des vlogs
leçon 48

Slide 2 - Tekstslide

Corriger le proefwerk du thème 3

Slide 3 - Tekstslide

L'adjectif
Het bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Slide 4 - Tekstslide

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over in een zin?
A
Het bnw zegt iets over een werkwoord.
B
Het bnw zegt iets over een bijwoord.
C
Het bnw zegt iets over een zelfstandig naamwoord
D
Het bnw zegt iets over het onderwerp.

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Bnw = L'Adjectif 
De VORM
Hoe ziet het bijvoeglijk nw eruit in het Frans?

Slide 7 - Tekstslide

4 vormen
- mannelijk enkelvoud
- vrouwelijk enkelvoud
- mannelijk meervoud
- vrouwelijk meervoud
Supplément page 51

Slide 8 - Tekstslide

Basisregel:
  • De mannelijk vorm enkelvoud is de basisvorm.
  • Voor vrouwelijk enkelvoud zet je er een -e achter.
  • Voor mannelijk meervoud zet je er een -s achter.
  • Voor vrouwelijk meervoud zet je er een -es achter.

Supplément page 51

Slide 9 - Tekstslide

exemple:
m enk = petit
m mv = petit
v enk = petite
v mv = petites
Supplément page 51

Slide 10 - Tekstslide

als een bnw eindigt op een -e:
dan komt er dus niet een extra -e bij:
m enk: rouge
v enk: rouge
m mv: rouges
v mv: rouges

Supplément page 51

Slide 11 - Tekstslide

als een bnw eindigt op een -s:
komt er voor het mannelijk mv geen extra -s bij
Gris => mannelijk mv = gris
Maar :
de muis is grijs = la souris est grise
de muizen zijn grijs = les souris sont grises

Supplément page 51

Slide 12 - Tekstslide

Deze bijvoeglijke naamwoorden zijn onregelmatig:
(supplément, page 51)
  1. wit = blanc, blanche
  2. nieuw = nouveau, nouvelle (meervoud: nouveaux, nouvelles)
  3. mooi = beau, belle (meervoud: beaux, belles)
  4. aardig = sympa – heeft geen vrouwelijke vorm


Slide 13 - Tekstslide

Supplément

Faire l'exercice A page 52

Slide 14 - Tekstslide

Les devoirs :
  • Apprendre : StudyGo 4-1 N-F + supplément page 51

Slide 15 - Tekstslide