leçon 47_adjectif_forme

Bonjour !
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour !

Slide 1 - Tekstslide

Le programme :
        Aujourd'hui (=vandaag) :
  • On commence le chapitre 4: on regarde des vlogs
  • Apprendre la forme des adjectifs
leçon 47

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Regarder des vlogs sur Bravoure

Hoofdstuk 4 > Départ:
exercices 1 + 2 + 3

Slide 4 - Tekstslide

L'adjectif
Het bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Slide 5 - Tekstslide

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over in een zin?
A
Het bnw zegt iets over een werkwoord.
B
Het bnw zegt iets over een bijwoord.
C
Het bnw zegt iets over een zelfstandig naamwoord
D
Het bnw zegt iets over het onderwerp.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Bnw = L'Adjectif 
De VORM
Hoe ziet het bijvoeglijk nw eruit in het Frans?

Slide 8 - Tekstslide

4 vormen
- mannelijk enkelvoud
- vrouwelijk enkelvoud
- mannelijk meervoud
- vrouwelijk meervoud
Supplément page 51

Slide 9 - Tekstslide

Basisregel:
  • De mannelijk vorm enkelvoud is de basisvorm.
  • Voor vrouwelijk enkelvoud zet je er een -e achter.
  • Voor mannelijk meervoud zet je er een -s achter.
  • Voor vrouwelijk meervoud zet je er een -es achter.

Supplément page 51

Slide 10 - Tekstslide

exemple:
m enk = petit
m mv = petit
v enk = petite
v mv = petites
Supplément page 51

Slide 11 - Tekstslide

als een bnw eindigt op een -e:
dan komt er dus niet een extra -e bij:
m enk: rouge
v enk: rouge
m mv: rouges
v mv: rouges

Supplément page 51

Slide 12 - Tekstslide

als een bnw eindigt op een -s:
komt er voor het mannelijk mv geen extra -s bij
Gris => mannelijk mv = gris
Maar :
de muis is grijs = la souris est grise
de muizen zijn grijs = les souris sont grises

Supplément page 51

Slide 13 - Tekstslide

Deze bijvoeglijke naamwoorden zijn onregelmatig:
(supplément, page 51)
  1. wit = blanc, blanche
  2. nieuw = nouveau, nouvelle (meervoud: nouveaux, nouvelles)
  3. mooi = beau, belle (meervoud: beaux, belles)
  4. aardig = sympa – heeft geen vrouwelijke vorm


Slide 14 - Tekstslide

Supplément

Faire l'exercice A page 52

Slide 15 - Tekstslide

Exercice A page 52
  1. Le lit est bleu.
  2. La table est petite.
  3. La robe est rouge.
  4. La photo est jolie. 
  5. La chemise est blanche
  6. J’ai une grande chambre.
  7. Les jardins sont grands.
  8. Les baskets sont noires.
  9. Les blousons sont jaunes.
  10. Les t-shirts sont blancs.

Slide 16 - Tekstslide

Les devoirs :
  • Apprendre : StudyGo 4-1 N-F + supplément page 51

Slide 17 - Tekstslide