Nieuw jaar, even opfrissen

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Even opfrissen...
Wat weten jullie nog van 
hoofdstuk 1 t/m 5
Mens en Omgeving?

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent de afkorting HDL
A
Handmatige Dagelijkse Logistiek
B
Huishoudelijke Dagelijkse Levensverrichtingen
C
Huishoudelijke Dierlijke Levensmiddelen
D
Handmatige Dagelijkse Logistiek

Slide 3 - Quizvraag

In welke 3 momenten waarop je schoonmaakt kun je schoonmaakwerkzaamheden verdelen?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Welke regels zijn er voor de volgorde tijdens het schoonmaken?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Hygiëne

Slide 8 - Woordweb

Hygiëne
Hygiëne in het huishouden is essentieel om de gezondheid van de bewoners te beschermen en de kans op infectieziekten te verminderen. 

Slide 9 - Tekstslide

Regelmatig schoonmaken

Reinig vaak aangeraakte oppervlakken zoals deurknoppen, lichtschakelaars, en aanrechten.
Stofzuigen en dweilen helpt om stof en vuil te verwijderen, vooral in woonkamers en slaapkamers.

Slide 10 - Tekstslide

SANITAIRE HYGIËNE

Maak toiletten, wastafels en badkuipen regelmatig schoon met desinfecterende middelen.
Verschoon handdoeken en badmatten vaak om schimmelgroei te voorkomen.

Slide 11 - Tekstslide

PERSOONLIJKE HYGIËNE

Was handen regelmatig, vooral na het toiletbezoek, voor het koken, en na het hanteren van afval.
Zorg dat bewoners hun eigen handdoeken en tandenborstels gebruiken.

Slide 12 - Tekstslide

KEUKENHYGIËNE
Reinig werkbladen en kookgerei na gebruik om de verspreiding van bacteriën te voorkomen.
Was handen voordat je voedsel bereidt.
Bewaar voedsel op de juiste temperatuur en in afgesloten containers om bederf te voorkomen.
Verwijder regelmatig afval en maak vuilnisbakken schoon.

Slide 13 - Tekstslide

Welke 3 soorten vuil zijn er?
A
Droog vuil
B
Nat vuil
C
Aangekleefd vuil
D
Onzichtbaar vuil

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Welke kleur microvezeldoek gebruik je waarvoor?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekent 'representatief'?
A
Iemand die altijd gelijk heeft
B
Iemand die veel ervaring heeft
C
Iemand die heel knap is
D
Dat je met je uiterlijk en gedrag laat zien dat je bij het bedrijf hoort

Slide 18 - Quizvraag

WAT BETEKENEN DEZE SYMBOLEN?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

WAT ZIJN MILIEU VRIENDELIJKE SCHOONMAAK
PRODUCTEN?
A
Soda
B
Chloor
C
Glasreiniger
D
Groene zeep

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Wat is ergonomie?
A
De kunst van het ontwerpen van meubels
B
Een techniek om energiezuinig te werken
C
De wetenschap die zich bezighoudt met het aanpassen van de werkomgeving aan de mens
D
Een vorm van fysiotherapie om lichamelijke klachten te verminderen

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Materialen waarvan textiel wordt gemaakt zijn grondstoffen. Welke 2 soorten grondstoffen zijn er?
A
NATUURLIJK
B
METALEN
C
KUNSTMATIG
D
BIOLOGISCH

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

WAT BETEKENEN DEZE WASSYMBOLEN?

Slide 30 - Tekstslide

WAT BETEKENT DE AFKORTING LSD?
A
Leren, Spelen, Delen
B
Luisteren, Samenvatten, Doorvragen
C
Leren, Studeren, Discussiëren
D
Laten, Schreeuwen, Discrimineren

Slide 31 - Quizvraag