LE 27 Quizzen voor de toets

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Toets 16-01. Laptop opgeladen mee!

Groep A: 10.00-11.00 04.32

Dionne, Djinks, Anouk, Hanae, Rilayne, Gloria, Aaishah, Zaineb, Jenabel, Aiman, Angel, Isabelle

Groep B:11.00- 12.00  04.32
Chassity, Shakira, Linda, Sylvana, Paulinna, Fatima, Lisani, Taniqua, Rahma, Neda, Kitty

Welke onderwerpen

Cholecystitis en galstenen
Levercirrose
Acute en chronische pancreatitis

Morbus crohn, collitus ulcerosa

prostaat hypertrofie en prostaat carcinoom
HNP, buikwand hernia

Welke klachten horen er bij een vergrote prostaat?

nadruppelen,
vaker plassen
vaak gevoel van volle blaas
tijdelijk niet kunnen plassen

Insuline zorgt voor opname ban glucose in de lichaamscellen in de vorm van:

1. glycogeen
2. glucagon
3. glycogenese
4. diabetes

Glucagon zorgt ervoor dat de opgeslagen glycogeen in de lever en spieren weer wordt omgezet in glucose. Je bloedglucosewaarde zal nu:

1. dalen
2. gelijk blijven
3. stijgen
4. insuline vrij maken

Je ziet op het plaatje de ......
Hoe heet dit orgaan in het Latijn? Dit orgaan produceert onder andere?

1. Milt. Splenum. Lymfocyten
2. Lever. Hepar. Gal
3. Twaalvingerige darm. Duodenum. Secretine
4. Alvleesklier. Pancreas, natriumbicarbonaat

1=
7=
4=

1. duodenum, colon descendens, hepar
2. oesophagus, colon ascendens, pancreas
3. gaster, colon transversum, vesica fellae
4. ileum, splenum, colon sigmoideum

1. Distale ileum zit de ziekte : collitus ulcerosa
2. distale ileum zit ziekte m. crohn
3. in proximale ileum zit ziekte: collitus ulcerosa
4. in proximale ileum zit ziekte: m. crohn

Welke afvoerbuis komt er in verdrukking bij prostaathyperplasie

1. urether
2. ductus deferens
3. urethra
4. ductus ejaculatoris

Hoe kan een arts met zekerheid zeggen dat er een prostaatcarcinoom is

1. echo
2. biopt
3. rectaal touche
4. rontgen onderzoek

1. ductus pancreaticus
2. ductus hepaticus
3. ductus choledocus
4. ductus epigastricus

collitus ulcerosa is een:

1. chronische ontsteking van de slijmvliezen in de dikke darm
2. chronische ontsteking van de slijmvliezen in de dunne darm
3. ander woord voor coeliakie
4. ander woord voor lactoseintollerantie

Bilirubine is een afbraakproduct van:

1. hemoglobine
2. hepatocyten
3. leucocyten
4. erytrocyten

Vitamine B12 speelt een belangrijke rol in vorming van rode bloedcellen. Het lichaam kan dit zelf maken. Waar?

1. in de lever
2. in de dikke darm
3. in de dunne darm
4. in de galblaas

Pancreas heeft een exocriene functie en endocriene functie. (2 antwoorden zijn goed)

1. insuline en glucagon afgeven = endocrien
2. spijsverteringsenzymen maken = endocrien
3. insuline en glucagon afgeven = exocrien
4. spijsverteringsenzymen maken = exocrien

Spijsverteringssappen voor vertering van eiwitten, vetten en koolhydraten. Waar worden deze sappen gemaakt?

1. pancreas en dunne darm voor koolhydraten, vet en eiwit te verteren
2. maag voor vetten en koolhydraten te verteren
3. lever voor eiwitten en koolhydraten te verteren
4. mond voor vetten te verteren

Symptomen van levercirrose

moeheid,

zwakte,

vocht dat uit de bloedbaan lekt en zich in de benen (enkeloedeem) en de buik (ascites) ophoopt,

verlies van eetlust, malaise (je naar voelen), misselijk en overgeven,

gewichtsverlies (hoewel men in gewicht kan toenemen door het vasthouden van vocht),

verhoogde bloedingsneiging en gemakkelijk blauwe plekken krijgen,

geelzucht ('geel worden') door het ophopen van bilirubine,

jeuk door ophoping van toxines.

Hoe noemen we een galblaasontsteking

1. Hepatitis
2. gastritis
3. cystitis
4. cholecystitis

Wat is een HNP?

1. Beschadiging van de wervelboog
2. Beschadiging van de tussenwervelschijf
3. beschadiging van het wervellichaam
4. Beschadiging van de dwarseuitsteksels

Hernia is een rugaandoening die ook bekend is onder de naam hernia nuclei pulposi. Bij deze aandoening is er sprake van een beschadiging van de tussenwervelschijven.

Wanneer er een breuk is van het buikvlies en dat op een zwakke plek naar buiten stulpt noemen we dat:

1. Hernia diafragmatica
2. Hernia nuclei pulposi
3. Hernia incercerata
4. Buikwandhernia

Welke namen horen er bij de streepjes?