5H H9 hybride les 3 vormingswarmte

LPM 5H SK
H9.2 vormingswarmte
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

LPM 5H SK
H9.2 vormingswarmte

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen

  • Je leert wat vormingswarmte is. 

  • Je leert hoe je de reactiewarmte van een chemische reactie kunt berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe noemen we energie die opgeslagen zit in stoffen?
A
Reactie energie
B
Onzichtbare energie
C
Nucleaire energie
D
Chemische energie

Slide 3 - Quizvraag

Maak de volgende zin af:
Bij de verbanding van hout…
A
komt warmte vrij, dus het is een exotherme reactie.
B
wordt warmte ontrokken, dus het is een endotherme reactie.
C
wordt warmte ontrokken, dus het is een exotherme reactie.
D
komt warmte vrij, dus het is een endotherme reactie.

Slide 4 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de juiste plek. Niet alle woorden worden gebruikt. 
beginstoffen
reactieproducten
activeringsenergie
geactiveerde toestand
reactiewarmte
toegevoerde energie
niet-ontleedbare stoffen

Slide 5 - Sleepvraag

Bij een exotherme reactie komt er energie vrij. 
De eindproducten bevatten minder energie dan beginproducten.
Het netto energie-verschil is negatief.


Slide 6 - Tekstslide

Bij een  endotherme reactie moet continu energie worden toegevoegd. 
De eindproducten bevatten meer energie dan de beginproducten.
Het netto energie verschil is positief.

Slide 7 - Tekstslide

nieuw begrip: vormingswarmte
Vormingswarmte = Energie die nodig is om 1 mol van een stof te vormen
- voor veel stoffen op te zoeken in Binas tabel 57 A en B
- gegeven in: 10⁵ Joule per mol stof (Joule = eenheid voor energie)
- negatief betekent: energie komt vrij

let op!
- Voor elementen (zoals O2 of C) geldt: vormingswarmte = 0
- sommige stoffen komen vaker voor (verschillende fase: H₂O (g) en H₂O (l) )

hoezo?
De vormingswarmte is gedefinieerd voor de vorming VANUIT elementen. Als iets al een element is, kost het dus geen energie om dit te vromen, daarom is deze 0.

Slide 8 - Tekstslide

zoek op in Binas 57A:
Wat is de vormingsenergie van waterdamp?
A
0 J per mol
B
-2,42 x10⁵ J per mol
C
-2,86 x 10⁵ J per mol
D
-4,36 x 10⁵ J per mol

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de vormingsenergie
van waterstof?
waterstof
waterstof = H₂
kun je het niet vinden?
Hoe zou dat kunnen?
A
0 J per mol
B
-2,42 x 10⁵ J per mol
C
-2,86 x 10⁵ J per mol
D
-4,36 x 10⁵ J per mol

Slide 10 - Quizvraag

Reactiewarmte
Voor elke reactie is energie nodig of komt energie vrij.
De hoeveelheid energie kun je berekenen = reactiewarmte

Reactiewarmte (ΔE) bereken je met:

ΔE = vormingswarmte reactieproducten - vormingswarmte beginstoffen
ΔE

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld (zie Binas tabel 57)
De vorming van lachgas uit de elementen stikstof en zuurstof:
 2 N2 (s) +  O2 (g) → 2 N2O(g)  
vormingswarmte reactieproducten: 
2 mol N2O = + 0,816 per mol * 2 = 1,632 x 105 joule
vormingswarmte beginstoffen = 0 (want elementen)
reactiewarmte ΔE = eind - begin = 1,632 - 0 = 1,632 x 105 joule


 

Slide 12 - Tekstslide

vormingswarmte per mol
Soms moet je de vormingswarmte per mol stof berekenen.
dan moet je dus nog delen door het aantal mol stof.

voorbeeld:
We hebben net de vormingswarmte van deze reactie berekend:
2 N2 (s) +  O2 (g) → 2 N2O(g)  ; ΔE = 1,632 x 105 joule
Dat is per mol N2O = (1,632 : 2) = 0,816*105 joule

Slide 13 - Tekstslide

geef de reactiewarmte van deze reactie:
4H₂ (g) + CO₂ (g) → CH₄ (g) + 2 H₂O (g)

ΔE = vormingswarmte reactieproducten - vormingswarmte beginstoffen

Slide 14 - Open vraag

uitwerking: 4 H₂ (g) + CO₂ (g) → CH₄ (g) + 2 H₂O (g)

ΔE = vormingswarmte reactieproducten - vormingswarmte beginstoffen

BINAS 57:
eind =    CH4      =   (binas 57B) -0,75*10⁵ 
                 2 H2O  =   (gas, binas 57A) =   -2,42*10⁵ * 2   =   -4, 84*10⁵
begin = 4 H2     =    element =   0 * 4   = 0
                 CO2      =   - 3,935*10⁵ 

1/2

Slide 15 - Tekstslide

4 H₂ (g)   +   CO₂ (g)   →   CH₄ (g)  +     2 H₂O (g)


ΔE = vormingswarmte reactieproducten - vormingswarmte beginstoffen

totaal = eind - begin = (-0,75*10⁵  + -4,84*10⁵) - (0 + -3,935*10⁵) = -1,655*10 J


x10⁵ ???
als je in de eindsom bij geen van de vormingswarmtes x10⁵ zet, maar aan het eind (antwoord) wel, kom je ook goed uit!
-0,75*10⁵ 
0*4 = 0
-3,935*10⁵ 
 -2,42*10⁵*2 = -4,84*10⁵
2/2
let goed op:
+ - = -
- - = +

Slide 16 - Tekstslide

Maak nu vraag 12 op bz. 43 en upload een foto van je resultaat.

Slide 17 - Open vraag

Afronding
Heb je nog een vraag? Is iets niet duidelijk?

Slide 18 - Open vraag

HW voor volgende les
lees 9.2
maak 11, 12 (uploaden), 13, 14, 16
Zorg dat je Binas gebruikt en de vormingswarmten een keer echt zelf opzoekt. Anders kun je ze straks echt niet vinden 😉

Slide 19 - Tekstslide