In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Een stof heeft een pH van 3. Is dit zuur of basisch? Gebruik je binas
A
Zuur
B
Basisch
Slide 1 - Quizvraag
Rodekoolsap kleur ..... bij een zure oplossing
A
rood
B
blauw
C
groen
D
zwart
Slide 2 - Quizvraag
Als je bij rodekoolsap wat zuur druppelt wordt het rodekoolsap
A
Rood
B
Paars
C
Groen
Slide 3 - Quizvraag
Een zure oplossing heeft een zuurgraad (pH) van .....
A
van 0 tot 7
B
van 7 tot 14
Slide 4 - Quizvraag
Welke kleur is fenolftaleine in een zure oplossing?
A
Wit
B
Kleurloos
C
Roze
D
Rood
Slide 5 - Quizvraag
Welke van de volgende vloeistoffen is zuur?
A
Soda
B
Glasreiniger
C
Zeep
D
Cola
Slide 6 - Quizvraag
Waarom smaakt zure regen niet zuur?
A
Omdat het helemaal niet zuur is
B
Omdat er te weinig zuur in zit om te proeven
C
Omdat zure regen alleen een bijnaam is
Slide 7 - Quizvraag
Het zuur worden van melk
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie
Slide 8 - Quizvraag
Welke kleur is fenolftaleine in een zure oplossing?
A
Wit
B
Kleurloos
C
Roze
D
Rood
Slide 9 - Quizvraag
Rodekoolsap kleur ..... bij een zure oplossing
A
rood
B
blauw
C
groen
D
zwart
Slide 10 - Quizvraag
Welke stof wordt niet als indicator gebruikt?
A
Helder kalkwater
B
Blauw kopersulfaat
C
Blauw lakmoespapier
D
Universele indicator
Slide 11 - Quizvraag
Een indicator gebruik je om
A
te testen of een stof zuur is
B
te testen of een stof zuur of basisch is
C
te testen of een stof basisch is
D
niet om te testen of een stof zuur of basisch is
Slide 12 - Quizvraag
Waarom smaakt zure regen niet zuur?
A
Omdat het helemaal niet zuur is
B
Omdat er te weinig zuur in zit om te proeven
C
Omdat zure regen alleen een bijnaam is
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de kleur van fenolrood bij pH 8
Zoek in binas!
A
rood
B
geel
C
groen
D
blauw
Slide 14 - Quizvraag
Schenk je een beetje van de oplossing in twee reageerbuizen. Aan buis 1 voeg je 2 druppels methylrood toe, de oplossing kleurt geel. Aan buis 2 voeg je 2 druppels fenolrood toe, de oplossing kleurt opnieuw geel. Wat kun je zeggen over de pH van de oplossing?
A
pH tussen 4,8 en 6,0
B
pH = 6,0
C
pH = 6,6
D
pH tussen 6,0 en 6,6
Slide 15 - Quizvraag
Een oplossing heeft een pH van 8,1. Met welke twee indicatoren kan ik dit controleren?
A
Fenolrood en fenolftaleïen
B
Lakmoes en
kresolrood
C
Dimethylgeel en methylrood
D
Neutraalrood en fenolftaleïen
Slide 16 - Quizvraag
Een stof wordt geel na het toevoegen van fenolrood. Wat is waar?
A
De stof is zuur
B
De stof is neutraal
C
De stof is basisch
D
Dat kun je niet zeggen
Slide 17 - Quizvraag
Een indicator gebruik je om
A
te testen of een stof zuur is
B
te testen of een stof zuur of basisch is
C
te testen of een stof basisch is
D
niet om te testen of een stof zuur of basisch is
Slide 18 - Quizvraag
Welke stof wordt niet als indicator gebruikt?
A
Helder kalkwater
B
Blauw kopersulfaat
C
Blauw lakmoespapier
D
Universele indicator
Slide 19 - Quizvraag
Als je bij rodekoolsap wat zuur druppelt wordt het rodekoolsap
A
Rood
B
Paars
C
Groen
Slide 20 - Quizvraag
Gebruik je BINAS welke kleur heeft fenolrood bij een zuur
A
rood
B
oranje
C
geel
D
kleurloos
Slide 21 - Quizvraag
Waarom smaakt zure regen niet zuur?
A
Omdat het helemaal niet zuur is
B
Omdat er te weinig zuur in zit om te proeven
C
Omdat zure regen alleen een bijnaam is
Slide 22 - Quizvraag
Een zure oplossing heeft een zuurgraad (pH) van .....
A
van 0 tot 7
B
van 7 tot 14
Slide 23 - Quizvraag
Welke kleur is fenolftaleine in een zure oplossing?
A
Wit
B
Kleurloos
C
Roze
D
Rood
Slide 24 - Quizvraag
Een stof heeft een pH van 3. Is dit zuur of basisch?
A
Zuur
B
Basisch
Slide 25 - Quizvraag
Een oplossing heeft een pH van 8,1. Met welke twee indicatoren kan ik dit controleren?
A
Fenolrood en fenolftaleïen
B
Lakmoes en
kresolrood
C
Dimethylgeel en methylrood
D
Neutraalrood en fenolftaleïen
Slide 26 - Quizvraag
Een stof heeft een pH van 3. Is dit zuur of basisch?
A
Zuur
B
Basisch
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de kleur van fenolrood bij pH 8
Zoek in binas!
A
rood
B
geel
C
groen
D
blauw
Slide 28 - Quizvraag
Een stof wordt geel na het toevoegen van fenolrood. Wat is waar?
A
De stof is zuur
B
De stof is neutraal
C
De stof is basisch
D
Dat kun je niet zeggen
Slide 29 - Quizvraag
Hoe noemen we de schaal waarin we zuurgraad meten?