EC7_uitkeringen

EC7 Uitkeringen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

EC7 Uitkeringen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan aangeven wat de belangrijkste uitkeringen zijn in Nederland
  • Je kan benoemen wanneer iemand recht heeft op een bepaalde uitkering
  • Je kan aangeven hoe je een uitkering aanvraagt
  • Je weet waarom de overheid uitkeringen geeft aan mensen
  • Je kan aangeven wat de belangrijkste toeslagen zijn in Nederland (alleen voor TL) 

Slide 2 - Tekstslide

Waarom geeft de Nederlands overheid geld weg in de vorm uitkeringen?
  • Om te voorkomen dat mensen Koos dakloos worden.
  • Om overlast van daklozen te voorkomen.
  • Om mensen zekerheid te geven dat ze niet zomaar zonder inkomen komen te zitten, wanneer er iets gebeurt.

Slide 3 - Tekstslide

In Nederland heb je de volgende uitkeringen
  • Bijstand  
  • De AOW
  • De WLZ
  • De WW
  • De WIA heet nu ook wel IOW
  • Let op elke uitkering is niet even hoog. De hoogte van de uitkering hangt van het soort uitkering af.

Slide 4 - Tekstslide

Je krijgt een a4 papier
  • Verdeel het papier in 3 delen. 
  • Schrijf op het linker deel werknemersverzekering
  • Dit zijn alleen uitkeringen voor mensen in loondienst
  • Schrijf in het midden volksverzekering 
  • Dit zijn uitkeringen voor alle Nederlanders
  • Schrijf links sociale voorzieningen 
  • Dit is een uitkering voor wanneer je geen andere uitkering kunt krijgen
  • Nu staan de drie categorieën waarin we uitkeringen verdelen op je blad
  • Deze les gaan we dit blad aanvullen. 

Slide 5 - Tekstslide

De WW-uitkering
  • De WW-uitkering heet ook werkloosheidswet.
  • Deze uitkering krijg je wanneer je wordt ontslagen. Je krijgt deze uitkering alleen als je niks aan het ontslag kon doen
  • Voor elk jaar dat je hebt gewerkt krijg je 1 maand WW. (na 10 jaar bouw je nog maar een halve maand WW op per gewerkt jaar)
  • De WW-uitkering duurt maximaal 24 maanden.
  • De hoogte van de uitkering hangt van je salaris af. Je krijgt de eerst 2 maanden 75% van je laatst verdiende loon en daarna 70%. (hier zit wel een max aan van 45.000 euro)
  • Schrijf het volgende op je blad onder werknemersverzekering:
  • Naam: Werkloosheidswet (WW)
  • Reden: Ontslag
  • Lengte: Max 24 maand
  • Hoogte: Eerste 2 maand 75% en daarna 70% van je laatste verdiende loon. 

Slide 6 - Tekstslide

De WIA
  • De WIA-uitkering heet ook wel Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
  • Bij deze verzekering krijg je inkomen, voor wanneer je door ziekte niet meer volledig kunt werken of helemaal niet meer kunt werken.
  • De uitkering is 75% van je laatst verdiende loon.
  • Schrijf het volgende op je blad onder werknemersverzekering:
  • Naam: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
  • Reden: Ziekte
  • Lengte: Max 24 maanden
  • Hoogte: 75% van je laatst verdiende loon (Max  €6.154,16)


Slide 7 - Tekstslide

Werknemersverzekering
  • De WW en WIA zijn werknemersverzekeringen.
  • Dit betekent dat je deze uitkeringen alleen kunt krijgen als je hebt gewerkt als werknemers. 
  • Heb je nooit gewerkt of heb je een eigen bedrijf dan kun je deze uitkeringen wel vergeten.
  • Schrijf op je blad onder werknemersverzekering:
  • Alleen voor mensen in loondienst

Slide 8 - Tekstslide

De AOW
  • De AOW-uitkering heet ook wel algemene ouderdomswet. 
  • Deze verzekering zorgt ervoor dat gepensioneerde  67plussers een inkomen krijgen naast hun pensioen. 
  • Dit bedrag krijg je totdat je dood gaat. 
  • Schrijf op je blad onder volksverzekering:
  • Naam:  Algemene Ouderdomswet (AOW)
  • Reden: 67+ plusser ter aanvulling van pensioen
  • Lengte: Zolang je na je 67 leeft 
  • Hoogte: € 1.570 


Slide 9 - Tekstslide

De WLZ 
  • De WLZ-uitkering heet ook wel wet langdurige zorg
  • Deze uitkering betaalt de zorg voor  mensen in Nederland die erg ziek en heel veel zorg nodig hebben. 
  • Schrijf op je blad onder volksverzekering:
  • Naam: Wet langdurige zorg (WLZ) 
  • Reden: Ziekte waarbij 24 zorg nodig is
  • Lengte: Zolang dit nodig is, meestal iemands hele leven. 
  • Hoogte: Is niet bepaald per persoon 

Slide 10 - Tekstslide

Volksverzekering
  • De AOW en WlZ zijn voorbeelden van volksverzekeringen
  • Dit zijn uitkeringen die alle inwoners in ons land kan krijgen. (ook als je niet gewerkt hebt). 
  • Iedereen betaalt premie voor deze uitkeringen  door een deel van hun inkomen af te staan aan de overheid.
  • Schrijf op je blad onder volksverzekering:
  • Voor iedereen die het nodig heeft/ aan de eisen voldoet.

Slide 11 - Tekstslide

Ik heb geen werk en geen recht op al deze uitkeringen die net behandeld zijn! Help wat nu?
  • Als je geen recht hebt op uitkeringen uit de werknemersverzekering of volksverzekering kun je als laatste redmiddel een bijstandsuitkering krijgen.
  • Dit is een sociale voorzienig en in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat je in ieder geval mag het allemaal wat tegen zitten je een minimaal inkomen geven.
  • Deze uitkering wordt betaalt met belastinggeld.
  • Schrijf op je blad onder sociale voorzieningen
  • Naam: Bijstandsuitkering
  • Reden: Geen andere vorm van inkomen.
  • Lengte: Zolang dit nodig is.
  • Hoogte: € 1.591 (als je alleen bent) 

Slide 12 - Tekstslide

Naast een uitkering kun je van de overheid nog meer geld krijgen. Hoe zou je dat kunnen krijgen?

Slide 13 - Open vraag

Je kunt van de Nederlandse overheid ook geld krijgen via:
  • Zorgtoeslag kun je elke maand krijgen om  een gedeelte van de  premie  voor je  zorgverzekering te betalen.
  • Huurtoeslag kun je elke maand krijgen om een gedeelte van je huur te betalen.
  • Hoeveel toeslag je krijgt hangt van je inkomen af. Hoe meer je verdient hoe minder je krijgt. 

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen checken
  • Je kan aangeven wat de belangrijkste uitkeringen zijn in Nederland
  • Je kan benoemen wanneer iemand recht heeft op een bepaalde uitkering
  • Je kan aangeven hoe je een uitkering aanvraagt
  • Je weet waarom de overheid uitkeringen geeft aan mensen
  • Je kan aangeven wat de belangrijkste toeslagen zijn in Nederland 

Slide 15 - Tekstslide