AFP 3.3 BBL cellen en weefsels, nieren & urinewegen

Anatomie, Fysiologie en Pathologie


BBL 3.3 herhalen 
Les 1


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie


BBL 3.3 herhalen 
Les 1


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informatie
Kwalificatiedossier kerntaak 1
  • Wat moet je weten
  • Wat moet je kunnen


Anatomie -> pathologie -> geneesmiddel/behandeling
Zelf hier research voor doen, docent begeleidt en herhaalt korte onderdelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Cellen & weefsels
(Anatomie H1) 

Nieren & urinewegen
Nieren en urinewegen (Anatomie H7) en de bijbehorende pathologie
(medische kennis H8 urinewegen) en
geneesmiddelenkennis (2.4.3 slechte nierfunctie en halfwaarde tijd).  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van het leven
1 Stofwisseling: Opname en afgifte van stoffen
2 Groei: door celdeling
3 Prikkelbaarheid/ prikkelverwerking: Lichaam reageert op prikkels van buitenaf
4 Beweging en voortbeweging d.m.v. spieren
5 Voortplanting: hierdoor blijft de mens voort bestaan

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opbouw van het menselijk lichaam
Cel
Weefsel
Orgaan
Orgaanstelsel
Organisme 

Slide 5 - Tekstslide

Cel ; eenheid van het menselijk lichaam.
 = het kleinst levende zelfstandige éénheid. 
Weefsel: Groep cellen met dezelfde vorm en functie. Je hebt spier- zenuw en bot weefsel
Orgaan: Groep verschillende, samenwerkende weefsels. Elk orgaan heeft 1 of meer functies.
Orgaanstelsel: Groep samenwerkende organen.
Organisme= levend lichaam welke uit verschillende orgaanstelsels bestaat.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren en urinewegen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke termen ken je nog?
dysurie
hematurie
pollakissurie
urineretentie
pyelitis

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke termen ken je nog?
dysurie
hematurie
pollakisurie
urineretentie
pyelitis

Slide 10 - Tekstslide

dysurie - pijn of ongemak bij het plassen
hematurie= bloed in de urine
pollakiurie = vaker plassen dan normaal, maar geen grotere hoeveelheid
urineretentie=  een ophoping van urine in de blaas omdat men niet meer kan plassen of slechts kleine beetjes. Retentie betekent vasthouden. 
pyelitis= nierbekkenontsteking

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Ook wel nefrolithiasis genoemd

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cystitis of uwi
Vaak is de veroorzaker een E-coli
Een complicatie is nierbekkenontsteking (pyelitis/pyelonefritis): de patiënt heeft dan ook hoge koorts 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Wordt ook pyelitis genoemd.
Hematurie
Als er sprake is van bloed in de urine, te zien met het blote oog (macroscopische hematurie) is een controle bij de uroloog noodzakelijk.
 Soms vindt de huisarts ook bloed terug op de “dipstick”, een stokje met verschillende meetelementen, dat in de urine wordt gestoken. Als de meetelementen na contact met de urine verkleuren kan dit betekenen dat er bloed in de urine zit, ook al ziet de urine er met het blote oog wel helder en normaal uit (microscopische hematurie). Deze laatste vaststelling is doorgaans niet gevaarlijk. Vaak wordt er zelfs geen oorzaak van gevonden. Dit behoeft uiteraard ook geen verdere behandeling.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dysurie
Pijn of ongemak bij het plassen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geneesmiddelen (H 2.4) 
opname, omzetting en uitscheiding van geneesmiddelen


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terminologie
systemische toediening
first pass effect
bloedspiegel (en minimale effectieve concentratie)
halfwaardetijd (T1/2)
therapeutische breedte 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leverfunctie en nierfunctie
waarom belangrijk?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

omzetting en uitscheiding van geneesmiddelen
nieren: verwijderen in water oplosbare stoffen of omzettingsproducten
Lever: verwijdert sommige omzettingsproducten via gal en maag-/darmkanaal (ontlasting)
lichaamsvocht (moedermelk belangrijk om te weten)
longen (gasvormig, bijna geen geneesmiddelen)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies