Present Perfect - M3

Present Perfect
Hier heb je de Irregular verbs voor nodig.....
1. Zie achterin je boek blz. 163

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Present Perfect
Hier heb je de Irregular verbs voor nodig.....
1. Zie achterin je boek blz. 163

Slide 1 - Tekstslide

Present perfect
have/has + voltooid deelwoord
have = I, you, we, you they
has = he, she, it
Voltooid deelwoord:
1. regelmatig werkwoord + ed > I have worked
2. onregelmatig werkwoord 3e vorm > I have been

Slide 2 - Tekstslide

Present perfect

Voorbeelden:
I have worked since 3 am.
She has been to London twice.
We have walked for 2 hours now.

Deze zinnen bevatten altijd een vorm van hebben + het tweede werkwoord is een voltooid deelwoord.

Slide 3 - Tekstslide

Present perfect
Gebruik present perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. praten over ervaringen.
3. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.

Slide 4 - Tekstslide

Verschil present perfect en past simple


Wat is het verschil?
Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.

Slide 5 - Tekstslide

Present perfect en past simple

Signaal woorden (styf harnasje en waldy):


Present perfect: since, today, yet, for, 

how long, already, recently, never, always, so far, just, ever. 


Past simple: when, ago, last, date (in the past), yesterday.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

I have been in Nottingham for a week.
present perfect / past simple?

Slide 8 - Open vraag

It was on offer last week.
present perfect/ past simple?

Slide 9 - Open vraag

Hoe vorm je de Present Perfect?
A
stam + ED
B
het derde rijtje van de irregular verbs
C
stam + S bij he / she / it
D
has / have + 3e rijtje van de irregular verbs

Slide 10 - Quizvraag

Welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?
A
never / ever / for / since
B
was / were / been
C
however / although / always
D
when / how / always

Slide 11 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
My cat finally caught the mouse.
B
His cat hasn't caught a mouse since last year.
C
My dog never catches anything.
D
Did you get caught?

Slide 12 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has eaten 3 sandwiches so far.
D
They worked all day yesterday.

Slide 13 - Quizvraag

Welke zin staat in de Past Simple?
A
I love to cycle to school.
B
We often go to church.
C
They haven't seen him yet.
D
I didn't hear him come in.

Slide 14 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

___ you ever ___ (live) in China before?
A
Have lived
B
Has lived
C
Did live
D
Were living

Slide 15 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

My boyfriend ___ ___ (buy) me some
wonderful roses.
A
have bought
B
has bought
C
have buyed
D
has buyed

Slide 16 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:

The dogs ___ ___ (not - eat) anything for three days.
A
haven't ate
B
hasn't ate
C
haven't eaten
D
hasn't eaten

Slide 17 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:

I ___ ___ (be) home since 3 o'clock.
A
had to be
B
was
C
have been
D
has been

Slide 18 - Quizvraag


Vul in:
I .... ( to know) him all my life.
A
knew
B
am knowing
C
have known
D
know

Slide 19 - Quizvraag

Kies de present perfect vorm:
She .... (be)
A
She was
B
She has been
C
had been
D
were

Slide 20 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
I have known him all my life.
A
past simple
B
present simple
C
present perfect
D
past perfect

Slide 21 - Quizvraag

have / has + voltooid deelwoord(3e rij onregelmatige ww) is:
A
past perfect
B
present continuous
C
present perfect
D
past continuous

Slide 22 - Quizvraag

Maak de present perfect: How many books ........(she/write) so far??

Slide 23 - Open vraag

Maak de present perfect:
He (listen)

Slide 24 - Open vraag

Maak de present perfect:
John (not see) him today

Slide 25 - Open vraag

Jackson lived in Rome in 2011.
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 26 - Quizvraag

Bij welke tijd hoort het signaalwoord:
'since'
A
present simple
B
past simple
C
present continuous
D
present perfect

Slide 27 - Quizvraag

Present perfect:
She .... (be)
A
She was
B
She has been

Slide 28 - Quizvraag

Fill in - Present perfect:
Peter ......... told a joke.
A
have
B
has

Slide 29 - Quizvraag

Fill in - Present perfect:
The man ......... (be) to London several times
A
was
B
have been
C
was been
D
has been

Slide 30 - Quizvraag

The end

Slide 31 - Tekstslide