Paragraaf 3.3 - Energierijke stoffen

3.3 Energierijke stoffen
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt beschrijven hoe een plant de energierijke stof glucose maakt door fotosynthese
  • Je kunt beschrijven hoe een plant energie vrijmaakt uit glucose door verbranding
  • Je kunt uitleggen welke gassen overdag en 's nachts een blad in en uitgaan
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

3.3 Energierijke stoffen
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt beschrijven hoe een plant de energierijke stof glucose maakt door fotosynthese
  • Je kunt beschrijven hoe een plant energie vrijmaakt uit glucose door verbranding
  • Je kunt uitleggen welke gassen overdag en 's nachts een blad in en uitgaan

Slide 1 - Tekstslide

3.3 Energierijke stoffen
Hoe maakt een plant glucose?

  • Fotosynthese > maken van glucose en zuurstof uit
    water en koolstofdioxide met behulp van zonlicht
    - vindt plaats in de bladgroenkorrels in het bladmoes
    - water komt via de wortels en vaatbundels bij de bladeren
    - koolstofdioxide komt via de huidmondjes het blad binnen
    - glucose wordt door de plant gebruikt
    - groot deel van zuurstof gaat door de huidmondjes uit het blad
    en komt in de lucht terecht



Slide 2 - Tekstslide

3.3 Energierijke stoffen
Hoe komt de energie uit glucose vrij? (blz. 160 / bron 4)

  • Planten halen energie uit de glucose (d.m.v. verbranding) die ze hebben gemaakt met fotosynthese 
  • Verbranding > het vrijmaken van energie uit glucose 
    - cellen breken glucose af m.b.v. zuurstof
    - er ontstaan 2 afvalstoffen > koolstofdioxide en water


Slide 3 - Tekstslide

3.3 Energierijke stoffen
Welke gassen gaan het blad in en uit?

  • Planten gebruiken koolstofdioxide en maken zuurstof
    - deze gassen gaan in en uit het blad via huidmondjes
    - dit noem je gaswisseling
  • Gaswisseling bij planten hangt af van hoeveelheid licht
  • Als het licht is > fotosynthese en verbranding
    - fotosynthese gaat sneller dan verbranding
    - meer zuurstofproductie dan plant verbruikt, rest naar de lucht
  • Als het donker is > geen fotosynthese, wel verbranding
    - plant neemt zuurstof op, koolstofdioxide ontstaat en gaat naar de lucht

Slide 4 - Tekstslide

3.3 Energierijke stoffen
  • Wat? Maken 3.3 – Opdracht 1 t/m 14
  • Hoe? Blz. 157 t/m 162
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 14 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 5 - Tekstslide

3.3 Energierijke stoffen
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt beschrijven waarvoor planten glucose gebruiken
  • Je kunt de delen van een plant noemen die mensen als voedsel gebruiken
  • Je kunt drie soorten korrels beschrijven die in plantencellen voorkomen

Slide 6 - Tekstslide

3.3 Energierijke stoffen
Waarvoor gebruiken planten glucose?

  • Plant maakt glucose bij fotosynthese
    - maakt meer glucose bij fotosynthese dan het verbruikt bij verbranding
    - m.b.v. mineralen maakt de plant andere voedingsstoffen uit glucose
    - deze voedingsstoffen gebruikt de plant zelf
  • Opslag van reservevoedsel zoals zetmeel, suiker en vetten
    - knollen > verdikte wortels of verdikte ondergrondse stengels (bijv. aardappels)
    - bollen > korte ondergrondse stengel met rokken (bijv. uien of tulpen)
    - zaden > in de vruchten (reservevoedsel voor ontkiemen jongen plantjes)

Slide 7 - Tekstslide

3.3 Energierijke stoffen
Wat eet je van een plant? (blz. 166 / bron 9)

  • Blad > sla, kool, andijvie 
  • Stengel > rabarber, asperges, aardappel (knol)
  • Wortel > wortel, peen, rode biet
  • Bloem > broccoli, bloemkool 
  • Vrucht > fruit, groente en noten
    - zoete vruchten heet fruit > appel, aardbei, banaan
    - niet-zoete vruchten heet groente > tomaat, komkommer
  • Zaad > bonen, rijst, erwten en pinda's


Slide 8 - Tekstslide

3.3 Energierijke stoffen
Soorten korrels (plastiden) in plantencellen
  1. Bladgroenkorrels > zitten in groene delen van de plant
    - fotosynthese vindt hier plaats en geven delen van planten hun groene kleur
  2. Kleur(stof)korrels > zitten vaak in bloemen en vruchten
    - geven delen van planten hun kleuren
    - bijv. rode kleurkorrels in tomaten, gele kleurkorrels in paprika, enz.
  3. Zetmeelkorrels > slaan zetmeel op
    - kleurloze korrels
    - bijv. in aardappelen
  • Ene soort korrel kan in andere soort overgaan > rijpen van fruit
    - bladgroenkorrels (groen onrijp fruit) veranderd in kleurstofkorrel (rijpe tomaat)

Slide 9 - Tekstslide

3.3 Energierijke stoffen
  • Wat? Maken 3.3 – Opdracht 15 t/m 25
  • Hoe? Blz. 163 t/m 168
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 15 t/m 25 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 10 - Tekstslide