In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Vragenmoment
Aanpak vragen
Oefenvragen
Zelfstandig werken
Slide 3 - Tekstslide
Heb je nog vragen? Zo ja, vul je vraag in.
Slide 4 - Open vraag
Aanpak vragen
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Invullen:
Resultaat:
Eenheid:
Slide 5 - Tekstslide
Een pakje boter van 125 gram is 6,0 cm lang, 6,0 cm breed en 4,0 cm hoog. Bereken de dichtheid.
A
0,43 g/cm3
B
1,72 g/cm3
C
0,87 g/cm3
D
0,87 kg/m3
Slide 6 - Quizvraag
Een flesje bier van 330 mL bevat 16,5 mL pure alcohol. Bereken het volumepercentage alcohol in het bier.
Slide 7 - Open vraag
Een blokje met afmetingen 2,0 cm x 4,0 cm x 6,0 cm is gemaakt van een materiaal met een dichtheid van
3,4 g/cm3. Bereken de massa van het blokje.
Antwoord
Slide 8 - Tekstslide
Massapercentage zout is 18 m%. Hoeveel gram water moet ik toevoegen aan 21 gram zout om een zoutoplossing met dit massapercentage te krijgen?
Slide 9 - Open vraag
In 750 mL wijn zit 90 mL alcohol. Het volumepercentage alcohol in de wijn is:
A
12 V%
B
66 V%
C
68 V%
D
83 V%
Slide 10 - Quizvraag
Ryanne heeft 150 mL verzadigde oplossing van keukenzout gemaakt. Bereken hoeveel keukenzout in 150 mL verzadigde oplossing aanwezig is. (oplosbaarheid zout: 359 g/L)
A
5,39 g
B
53,85 g
C
3,59 g
D
35,90 g
Slide 11 - Quizvraag
De belangrijkste stikstofverbinding in urine is ureum (CH4N2O). De molecuulmassa van ureum is 60,0 u. Bereken het massapercentage stikstof in ureum.
Slide 12 - Open vraag
3 L zoutoplossing waarin 770 gram zout is opgelost. Dichtheid van zoutoplossing is 1430 kg per m3. Wat is het massapercentage zout?