Basisstof 4 Hoeveel is gezond? BK

2.4 Hoeveel is gezond?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

2.4 Hoeveel is gezond?

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Fijn dat je er bent!
Check:

  • je telefoon in telefoonzak?
  • boeken/ laptop/ etui op tafel?
  • laptop op tafel en inloggen op lessonup.com!

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
  • herhaling 2.3
  • uitleg 2.4
  • zelfstandig aan het werk met 2.4

Slide 3 - Tekstslide

Vorige week

Slide 4 - Tekstslide

De schijf van 5

Gezonde voeding = genoeg van alle voedingstoffen binnen krijgen; niet te veel en niet te weinig.

Schijf van vijf = hulpmiddel bij kiezen van gezonde voeding.

Je eet gezond als je je aan de 5 regels houdt



Slide 5 - Tekstslide

De regels van de schijf van 5?

Slide 6 - Tekstslide

De regels van de schijf van 5

1. Gevarieerd veel verschillende dingen eten.

Je eet gevarieerd als je:
* iedere dag uit elk vak iets eet
* niet elke dag hetzelfde eet

Zo vergroot je de kans om alle voedingsstoffen
binnen te krijgen.

Slide 7 - Tekstslide

De regels van de schijf van 5

2. Niet te veel en beweeg

* 3 maaltijden (ontbijt - lunch - diner)
* gezonde tussendoortjes (maximaal 3 tot 4 per dag)
* beweeg minimaal 30 minuten per dag (wandelen - fietsen - sport)

Zo verklein je de kans op overgewicht.

Slide 8 - Tekstslide

De regels van de schijf van 5

3. Minder verzadigd vet

* 2 soorten vet:
Verzadigd vet = V van verkeerd
Onverzadigd vet = O van oké

Zo verklein je de kans op overgewicht en hart- en vaatziekten.

Slide 9 - Tekstslide

De regels van de schijf van 5

4. Veel groente, fruit en brood

* bevatten veel voedingsstoffen
* bevatten veel voedingsvezels
* ze geven snel een vol (verzadigd) gevoel

Zo verklein je de kans dat je gaat dat je na een maaltijd of tussendoortje snel weer trek krijgt en ongezonde tussendoortjes gaat eten.

Slide 10 - Tekstslide

De regels van de schijf van 5

5. Veilig
* Voorkom voedselinfecties door goede hygiëne
kopen: houdbaarheidsdatum - snel in de koelkast
bewaren: op de goede plek - restje niet langer dan 2 dagen
wassen: handen - groente en fruit - aanrecht en materiaal
kruisbesmetting voorkomen: verschillende snijplanken - rau en bereid voedsel scheiden
verhitten: om ziekteverwekkers te doden 

Slide 11 - Tekstslide

Thema 2 Voeding en vertering
De basisstoffen:
1. Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2. Functies van voedingsstoffen
3. Gezonde voeding
4. Hoeveel is gezond?
5. Eten uit de keuken
6. Je gebit
7. Het verteringsstelsel
8. Eten uit de fabriek

Slide 12 - Tekstslide

De leerdoelen 
  • Je weet welke voedingsstoffen zorgen voor energie in je lichaam;
  • Je weet hoe je de hoeveelheid energie aangeeft.
  • Aangeven wat energiebehoefte is en van welke factoren deze afhankelijk  is;
  • De oorzaken en de gevolgen van overgewicht en ondergewicht noemen;
  • Goede manieren noemen om af te vallen;

Slide 13 - Tekstslide

Waarvan hangt af hoeveel je
mag eten?

Slide 14 - Woordweb

Hoeveel is gezond?
Brandstoffen in het voedsel  zijn energie voor je lichaam.

De hoeveelheid energie in voedingsmiddelen wordt aangegeven met:
Joule (J) of calorieën (cal)
1000 J= 1 KJ
1 cal = 4,2 J



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Hoeveel energie heb je nodig?
Dit hangt af van
 leeftijd                              lichaamsbouw
 

 geslacht                              lichamelijke inspanning





Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel energie heb je nodig?

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel energie heb je nodig?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

            Overgewicht
Overgewicht: 
als je meer eet dan je nodig hebt.
  •  Je wordt te dik
  •  Meer kans op ziekten 
hart- en vaatziekten
- last van gewrichten 
- suikerziekte







Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

            Ondergewicht
Ondergewicht: 
als je minder eet dan je nodig hebt.
  •  Je lichaam gebruikt alle reserve stoffen
  •  Je wordt sneller ziek






Slide 23 - Tekstslide

Passend gewicht
Dit heeft te maken met:
  • lichaamsbouw
  • lichaamslengte
  • aanleg (eigenschappen die je van je ouders hebt geërfd)









Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel is gezond?
Eet je de aanbevolen hoeveelheden?  Dan eet je gezond!









Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Tussendoortjes
  •  Tussen de maaltijden
  •  Gezond en ongezond
  •  Niet meer dan 4 per dag

Slide 28 - Tekstslide

Verantwoord afvallen
  •  Eet normale hoeveelheden en beweeg meer.
  •  Kies je tussendoortjes, kies er dan met weinig vet en koolhydraten. 
  •  Eet alleen de aanbevolen hoeveelheden, neem geen tussendoortjes en beweeg meer.


Slide 29 - Tekstslide

Waarvan hangt af hoeveel je mag eten?

Slide 30 - Open vraag

Maken:  Thema 2, bs 4 (= 2.4)
                     Opdracht 20 -21 - 22 - 24 - 25                    Opdracht 23
                     Flitskaarten en test jezelf
           
Alles af?
 - maak de begrippenlijst van basisstof 1 t/m 4
- maak een samenvatting of leervragen over bs 2.4
 - maak opdracht 1 t/m 4 van het opdrachtenboekje

Slide 31 - Tekstslide