3.2 Genen

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Je hebt het genotype en het fenotype.
Wat wordt bedoeld met het genotype?
A
De erfelijke informatie op je chromosomen
B
Hoe je eruit ziet

Slide 4 - Quizvraag

Is het genotype van de larve hetzelfde als het genotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Is het fenotype van de larve hetzelfde als het fenotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Een gen heeft altijd 2 ....
Gen
Celkern
DNA
Chromosomen
Allelen

Slide 7 - Sleepvraag

Zelfde genen

Verschillende genen

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Fenotype
Genotype

Slide 20 - Sleepvraag

Homozygoot
Heterozygoot
Dominant
Recessief

Ongelijk allelenpaar

Gelijk allelenpaar

Dit allel komt tot uiting in het fenotype

Dit allel komt NIET tot uiting in het fenotype

Slide 21 - Sleepvraag

Wat is een intermediair fenotype?
A
Beide allelen komen niet tot uiting
B
Het fenotype is afhankelijk van het dominante allel
C
Er is geen dominant allel en geen recessief allel
D
Het fenotype is afhankelijk van het recessieve allel.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het intermediaire fenotype?
A
KwKw
B
KrKr
C
KwKr
D
Roze

Slide 23 - Quizvraag

Erfelijke eigenschappen ontstaan door het genotype.
Sleep de juiste omschrijvingen naar de juiste genotypen.
AA
Aa
aa
twee recessieve allelen
heterozygoot
homozygoot dominant
krijg je de dominante eigenschap
heb je het recessieve fenotype

Slide 24 - Sleepvraag