In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Module klassieke taal en cultuur
Slide 1 - Tekstslide
LATIJN IN HET NEDERLANDS
Slide 2 - Tekstslide
Welk Nederlands woord is afgeleid van het Latijnse 'albus'? (aanwijzing: wit haar/rode ogen)
Slide 3 - Open vraag
intrare (aanwijzing: toegang)
Slide 4 - Woordweb
Maak nu de opdracht
op pagina 13.
timer
5:00
Slide 5 - Tekstslide
fort
voorzijde, voorhoofd, front
vacuüm
sensitief
koers
school
natuur
venster
commercie (=handel), commercieel
Slide 6 - Tekstslide
LATIJN IN EUROPA
Slide 7 - Tekstslide
Taal en literatuur
De Romeinen verspreidden hun taal door het hele rijk
Dit werd vooral gedaan met literatuur, oftewel boeken
Tot op de dag van vandaag is het Latijn te herkennen
Ook in het Nederlands hebben we Latijnse woorden
Slide 8 - Tekstslide
Het Latijn in Europa
Latijn Engels Frans Nederlands
pater
mater
frater
moeder
vader
mère
père
broer
frère
father
mother
brother
Slide 9 - Sleepvraag
Het Latijn in Europa
Latijn Italiaans Frans Nederlands
vinum
panis
tigris
brood
wijn
pain
vin
tijger
tigre (FR)
vino
pane
tigre
Slide 10 - Sleepvraag
Uitspraak
Slide 11 - Tekstslide
De volgende letters/klanken:
Medeklinkers: c, g
Klinkers: i, u
Tweeklanken: qu, ae, oe, eu
Slide 12 - Tekstslide
Julius Caesar
= Iulius Caesar (Latijn)
= Joelioes Kaisar (uitspraak)
Slide 13 - Tekstslide
Neem pagina 15 erbij.
medicus, qualitas, natio, officium, kalendae,
Iunius, carcer, collectio, florere
Slide 14 - Tekstslide
Corona
Slide 15 - Tekstslide
Wat heeft corona met Latijn te maken?
Slide 16 - Open vraag
Corona
Corona is een leenwoord uit het Latijn dat al geruime tijd in onze taal voorkomt. Rond 1900 raakte corona in gebruik ter aanduiding van de buitenste atmosfeer van de zon (zichtbaar als een lichtkrans bij zonsverduistering), maar het woord raakt nu dus ook ingeburgerd als verkorting van coronavirus. Dat virus heeft zijn naam te danken aan uitstulpsels rond de uitwendige structuur die, wanneer het virus tweedimensionaal wordt afgebeeld, doen denken aan een krans of kroon.
Slide 17 - Tekstslide
KEIZER DOMITIANUS
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Plaatsing in de tijd
Julisch-Claudische dynastie
27 BC - 68 AD
Augustus, Tiberius, Caligula, Claudius, Nero
Vierkeizer-jaar 69 AD
Galba, Otho, Vitellius, Vespasianus
Flavische dynastie
69-96 AD
Vespasianus, Titus, Domitianus
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Vespasianus
Keizer op 60-jarige leeftijd, na 'vierkeizerjaar'
Onderdrukt Joodse opstand in Judea als hij keizer wordt
Zette zijn beide zoons in om hem bij te staan
Laat bevel over aan zoon Titus en trekt naar Rome
Goede samenwerking met senaat
Bouwt o.a. het Amfitheatrum Flavium
Sterft een natuurlijke dood
Slide 23 - Tekstslide
Titus
Opgevoed aan keizerlijk hof
Geen opmerkelijke carrière tot neerslaan Joodse Opstand
71: terug naar Rome, commandant Praetoriaanse Garde
Rechterhand van vader; werd gezien als sluw en wreed
Toch: goede en rechtvaardige keizer na dood vader in 79
24 augustus 79: uitbarsting Vesuvius; stuurt hulp
81: onverwachts overlijden, mogelijk malaria
Slide 24 - Tekstslide
Domitianus
Domitianus laat zich nog voor dood van zijn broer door de Praetoriaanse Garde tot keizer uitroepen
Geliefd bij het volk
Slechte relatie met senaat/elite: dominus et deus
Toch: bekwaam en energiek bestuurder; bouwprogramma
Slide 25 - Tekstslide
Domitianus
Elite: toenemend wantrouwen en gevoel van onveiligheid
87: samenzwering; 89: muiterij in leger; beide onderdrukt
93: paranoïde Domitianus begint periode van terreur
96: samenzwering met steun van keizerin Domitia en commandanten van Praetoriaanse Garde
18 september 96: vermoord; chaos in Rome
DAMNATIO MEMORIAE!
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
GRIEKSE GODEN
Slide 28 - Tekstslide
Griekse goden
Griekse goden zien er uit als mensen
Ze hebben menselijke eigenschappen (verliefd, boos, jaloers)
Ze hebben ook goddelijke eigenschappen (superkrachten, onsterfelijk)
Goden werden vereerd in mooi versierde tempels
Communicatie met de mensen en boodschappen door middel van orakels
De belangrijkste Griekse goden wonen op de berg Olympos
Slide 29 - Tekstslide
Olympus
Slide 30 - Tekstslide
Ken je al wat Griekse goden? Zo ja, welke?
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Tekstslide
Wie is de oppergod?
A
Hermes
B
Hades
C
Zeus
D
Poseidon
Slide 33 - Quizvraag
Wie is de vrouw van Zeus?
A
Hera
B
Aphrodite
C
Athena
D
Artemis
Slide 34 - Quizvraag
Stel, je bent heel erg verliefd! Aan welke godin offer je om te vragen of diegene ook verliefd is op jou?
A
Hera
B
Aphrodite
C
Athena
D
Artemis
Slide 35 - Quizvraag
Van welke godin is de dochter ontvoerd door Hades?
A
Ceres/Demeter
B
Aphrodite
C
Hera
D
Artemis
Slide 36 - Quizvraag
Aan welk dier kan je de godin Athena herkennen?
A
Een pauw
B
een uil
C
Een adelaar
D
een kat
Slide 37 - Quizvraag
Welke god herken je aan een drietand?
A
Hades
B
Zeus
C
Apollo
D
Poseidon
Slide 38 - Quizvraag
Wie is de smid van de goden?
A
Apollo
B
Artemis
C
Hephaistos
D
Ares
Slide 39 - Quizvraag
Stel, je bent een Griek en vecht mee in de oorlog. Aan welke god offer je om een overwinning te behalen?
A
Apollo
B
Hades
C
Poseidon
D
Ares
Slide 40 - Quizvraag
Stel, je gaat met je vrienden op jacht! Aan welke god(in) offer je voor een goede jacht?
A
Apollo
B
Artemis
C
Athena
D
Hermes
Slide 41 - Quizvraag
Aan welke god(in) offer je als je goed wil leren muziek maken?
A
Hermes
B
Hades
C
Ceres
D
Apollo
Slide 42 - Quizvraag
God van de zee
God van de onderwereld
Hermes
Hera
Hades
Demeter
Poseidon
Godin van het huwelijk
Boodschapper van de goden
Godin van de landbouw
Slide 43 - Sleepvraag
Welke god(in) zou jij graag willen zijn? En waarom?
Slide 44 - Open vraag
ROMEINSE GODEN
Slide 45 - Tekstslide
Apollo was een veelzijdige god, niet alleen van de zon en het licht, maar ook van de herders, de (dicht)kunst, de muziek, de cultuur, de toekomstvoorspelling, medicijnen, de genezing en het recht.
Hij is herkenbaar aan:
een lier (kleine harp)
laurierkrans
pijl en boog
driepoot (soort krukje)
Ook bij de Grieken heet hij Apollo
Jupiter is de oppergod en god van de hemel, lucht en het onweer. Hij is de grootste en machtigste, de koning van het godenrijk. Maar hij is ook een beruchte vrouwengek!
Jupiters symbolen zijn de adelaar en de bliksem.
Zijn Griekse naam is Zeus.
Juno is vrouw van Jupiter en godin van het huwelijk. Ze is de koningin van het godenrijk, maar is uiteraard vaak erg jaloers als Jupiter weer eens een andere dame probeert te versieren.
Ze is te herkennen aan haar diadeem, haar scepter en de pauw.
Haar Griekse vorm is Hera.
Mars is de woeste god van de oorlog en de zoon van Jupiter en Juno. Hij is een erg belangrijke god voor de Romeinen.
Meestal wordt hij afgebeeld in een wapenrusting en de kleur rood hoort ook bij hem.
Zijn Griekse vorm is Ares.
Venus is beeldschone godin van de liefde. Als mooiste godin is ze getrouwd met Vulcanus, de lelijkste god. Ze wordt vaak naakt afgebeeld, bij een grote schelp omdat ze uit het schuim van de zee geboren is. Toch wordt ze als een dochter van Jupiter gezien. Ook is haar zoontje Cupido (Amor) vaak bij haar.
Haar Griekse vorm is Aphrodite.
Vulcanus is god van het vuur en de smeedkunst. Hij is een zoon van Juno en Jupiter en is getrouwd met Venus. Hij is kreupel omdat zijn moeder hem als baby te lelijk vond en hem van de Olympus gooide. Hij heeft een smidse onder de vulkanen van Sicilië. Hij wordt vaak afgebeeld met een hamer, aambeeld en tang.
Zijn Griekse vorm is Hephaistos.
Cupido is de god van de liefde, ook wel Amor genaamd. Zoontje en hulpje van Venus, vaak afgebeeld als een gevleugeld jongetje met pijl en boog. Met die pijlen maakt hij mensen verliefd op elkaar.
Amors Griekse vorm is Eros.
Neptunus is god van de zee en broer van Jupiter. Neptunus is een norse god die je maar beter te vriend kunt houden. Met zijn grote drietand kan hij aardbevingen veroorzaken door op de zeebodem te slaan. Vaak wordt hij afgebeeld op een zegewagen getrokken door dolfijnen.
Zijn Griekse vorm is Poseidon.
Mercurius is de boodschapper van de goden en god van de reizigers, handelaren en dieven. Zoon van Jupiter en Juno. Hij is te herkennen aan zijn gevleugelde schoenen en helm en zijn bijzondere staf. Mercurius begeleidt ook de zielen van de doden naar het dodenrijk.
Zijn Griekse vorm is Hermes.
Minerva is de godin van de wijsheid,beschermgodin van handwerklieden en kunstenaars, en ze was godin van de strijd. Ze was een dochter van Jupiter en de godin Metis. Uit angst dat zijn kind met Metis slimmer zou zijn dan hij had Jupiter Metis opgeslokt. Vervolgens kreeg hij hoofdpijn en haalde Vulcanus met een zware bijl zijn hoofd open, zodat Minerva eruit sprong. Ze is te herkennen aan haar wapenrusting, een wereldbol en een uil.
Haar Griekse vorm is Pallas Athena.
Pluto is de strenge god van de onderwereld, maar daardoor ook van de rijkdommen van de grond. Pluto draagt een bloemenkroon, een tweetand en een hoorn des overvloeds. Hij wordt vaak afgebeeld met Cerberus, de driekoppige hond die de toegang naar de onderwereld bewaakt. Pluto is een broer van Jupiter en getrouwd met Proserpina.
Pluto’s Griekse vorm is Hades.
Sol is de zon, die in een strijdwagen langs de hemel rijdt. Meestal afgebeeld als een man met een speciale zonnekroon op. Vaak werd hij gelijkgesteld met Apollo, maar op den duur ging hij meer een eigen leven leiden en werd steeds belangrijker. Men noemde hem ook wel Sol Invictus: de Onoverwinnelijke Zon.
Zijn Griekse vorm is Helios.
Vesta is de godin van het haardvuur en van huis en haard. Vesta wordt meestal afgebeeld als een vuur, of als een vrouw met een fakkel en graan.
Vesta is een echte Romeinse godin, maar lijkt wel een beetje op de Griekse Hestia.
Bacchus is de god van de wijn en een zoon van Jupiter en de menselijke vrouw Semele. Hij wordt vaak afgebeeld met druiven en een vrolijke stoet van nimfen (wonderschone meisjes) en saters (mannetjes die half geit zijn).
Bacchus was van oorsprong een Griekse god en werd daar ook wel Dionysos genoemd.
Janus is de god van het begin en einde, en van het openen en sluiten. Daarom heeft hij twee gezichten en is hij ook de god van de deuren. Janus is één van de oudste Romeinse goden en werd bij elk offer en gebed aangeroepen, omdat anders de hemelpoort dicht zou blijven.
Diana is de godin van de jacht en van de wilde dieren. Tweelingzus van Apollo en dochter van Jupiter en Latona. Ze draagt opgebonden kleding en een pijl en boog, klaar voor de jacht. Vaak is er ook een hert in haar buurt. Soms is ze ook de godin van de maan.