De Geologische Tijdschaal en Verwantschap tussen Soorten
De Geologische Tijdschaal en Verwantschap tussen Soorten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De Geologische Tijdschaal en Verwantschap tussen Soorten
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je een geologische tijdschaal aflezen en benoemen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer de leerdoelen van de les.
Wat weet je al over de geologische tijdschaal en de verwantschap tussen soorten?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de Geologische Tijdschaal?
De Geologische Tijdschaal is een systeem waarmee we de geschiedenis van de aarde indelen in verschillende tijdperken. Dit helpt ons om geologische gebeurtenissen te begrijpen en te vergelijken.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat de Geologische Tijdschaal is en waarom het belangrijk is.
Hoe is de Geologische Tijdschaal opgebouwd?
De Geologische Tijdschaal is opgebouwd uit eonen, era's, perioden en tijdperken. Elk tijdperk wordt gekenmerkt door specifieke geologische gebeurtenissen en de ontwikkeling van nieuwe soorten.
Slide 5 - Tekstslide
Beschrijf hoe de Geologische Tijdschaal is opgebouwd en leg de verschillende termen uit.
De Precambrische Eonen
De Geologische Tijdschaal begint met de Precambrische Eonen, die ongeveer 4,6 miljard jaar geleden begonnen. Het is de langste periode in de geschiedenis van de aarde en omvat de vorming van de aarde en de eerste levensvormen.
Slide 6 - Tekstslide
Beschrijf de Precambrische Eonen en geef aan wat er in deze periode gebeurde.
Het Paleozoïcum
Het Paleozoïcum begon ongeveer 541 miljoen jaar geleden en omvatte de ontwikkeling van ongewervelde dieren, vissen, amfibieën, reptielen en insecten. Het eindigde met de grootste massa-extinctie in de geschiedenis van de aarde.
Slide 7 - Tekstslide
Beschrijf het Paleozoïcum en de belangrijkste gebeurtenissen en soorten in deze periode.
Het Mesozoïcum
Het Mesozoïcum begon ongeveer 252 miljoen jaar geleden en omvatte de ontwikkeling van de dinosauriërs, vogels en zoogdieren. Het eindigde met de massa-extinctie die de dinosauriërs uitroeide.
Slide 8 - Tekstslide
Beschrijf het Mesozoïcum en de belangrijkste gebeurtenissen en soorten in deze periode.
Het Cenozoïcum
Het Cenozoïcum begon ongeveer 66 miljoen jaar geleden en omvatte de ontwikkeling van de moderne zoogdieren, vogels en de mens. Het is de periode waarin we nu leven.
Slide 9 - Tekstslide
Beschrijf het Cenozoïcum en de belangrijkste gebeurtenissen en soorten in deze periode.
Hoe kunnen we de Geologische Tijdschaal aflezen?
We kunnen de Geologische Tijdschaal aflezen door te kijken naar de verschillende lagen gesteente en de fossielen die daarin zijn gevonden. Door deze te vergelijken met de tijdschaal kunnen we bepalen in welke periode ze zijn ontstaan.
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit hoe we de Geologische Tijdschaal kunnen aflezen en wat daarvoor nodig is.
Wat is verwantschap tussen soorten?
Soorten zijn verwant als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben. Dit betekent dat ze bepaalde eigenschappen en kenmerken delen die hen onderscheiden van andere soorten.
Slide 11 - Tekstslide
Definieer wat verwantschap tussen soorten is en waarom het belangrijk is om te begrijpen.
Hoe kunnen we verwantschap tussen soorten bepalen?
We kunnen verwantschap tussen soorten bepalen door te kijken naar hun genetische overeenkomsten, anatomie en embryonale ontwikkeling. Hoe meer overeenkomsten ze hebben, hoe nauwer verwant ze zijn.
Slide 12 - Tekstslide
Beschrijf hoe we verwantschap tussen soorten kunnen bepalen en geef voorbeelden.
Wat zijn gemeenschappelijke voorouders?
Gemeenschappelijke voorouders zijn de voorouders van twee of meer verschillende soorten. Deze voorouders hebben bepaalde eigenschappen en kenmerken doorgegeven aan hun nakomelingen, waardoor ze verwant zijn.
Slide 13 - Tekstslide
Definieer wat gemeenschappelijke voorouders zijn en geef voorbeelden.
Wat zijn evolutionaire bomen?
Evolutionaire bomen zijn diagrammen die de evolutionaire geschiedenis van verschillende soorten weergeven. Ze laten zien hoe verschillende soorten verwant zijn en hoe ze zich in de loop van de tijd hebben ontwikkeld.
Slide 14 - Tekstslide
Leg uit wat evolutionaire bomen zijn en waarvoor ze worden gebruikt.
Hoe lezen we evolutionaire bomen?
We lezen evolutionaire bomen van onder naar boven, waarbij elke tak een gemeenschappelijke voorouder vertegenwoordigt. De afstand tussen de takken geeft aan hoe ver de soorten van elkaar verwijderd zijn.
Slide 15 - Tekstslide
Leg uit hoe we evolutionaire bomen kunnen lezen en geef voorbeelden.
Wat is convergente evolutie?
Convergente evolutie is wanneer verschillende soorten onafhankelijk van elkaar vergelijkbare eigenschappen ontwikkelen als gevolg van vergelijkbare omgevingsfactoren en selectiedruk.
Slide 16 - Tekstslide
Definieer convergente evolutie en geef voorbeelden.
Wat is divergente evolutie?
Divergente evolutie is wanneer een gemeenschappelijke voorouder zich over een lange periode van tijd aanpast aan verschillende omgevingsfactoren en uiteindelijk leidt tot verschillende soorten met unieke eigenschappen.
Slide 17 - Tekstslide
Definieer divergente evolutie en geef voorbeelden.
Wat is adaptieve straling?
Adaptieve straling is wanneer een enkele voorouder zich snel aanpast aan verschillende omgevingsfactoren en leidt tot een groot aantal verschillende soorten met unieke eigenschappen.
Slide 18 - Tekstslide
Definieer adaptieve straling en geef voorbeelden.
Wat zijn fossielen?
Fossielen zijn overblijfselen of sporen van organismen uit het verleden. Ze kunnen ons veel vertellen over de evolutie van soorten en de geschiedenis van de aarde.
Slide 19 - Tekstslide
Definieer wat fossielen zijn en waarom ze belangrijk zijn voor de studie van evolutie en de geologische geschiedenis.
Hoe worden fossielen gevormd?
Fossielen worden gevormd wanneer organismen worden begraven onder sediment en langzaam worden omgezet in steen. Fossielen kunnen ook worden gevormd door versteende resten, afdrukken, sporen en uitwerpselen.
Slide 20 - Tekstslide
Beschrijf hoe fossielen worden gevormd en de verschillende soorten fossielen.
Wat zijn indexfossielen?
Indexfossielen zijn fossielen die worden gebruikt om de leeftijd van gesteentelagen te bepalen. Deze fossielen zijn kenmerkend voor een bepaalde periode en kunnen worden gebruikt om te bepalen wanneer gesteentelagen zijn gevormd.
Slide 21 - Tekstslide
Definieer wat indexfossielen zijn en waarvoor ze worden gebruikt.
Wat hebben we geleerd?
We hebben geleerd hoe we een geologische tijdschaal kunnen aflezen en hoe we kunnen bepalen of soorten verwant zijn. We hebben ook geleerd over de verschillende perioden in de geologische geschiedenis en hoe we evolutionaire bomen kunnen lezen.
Slide 22 - Tekstslide
Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Quiz
Test je kennis over de geologische tijdschaal en de verwantschap tussen soorten!
Slide 23 - Tekstslide
Gebruik deze slide om een quiz of kahoot te starten om de kennis van de studenten te testen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 24 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 25 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 26 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.