Bs 1 Transportsystemen

T2. Transport




Benodigheden
- boek
- schrift
- etui met inhoud


Voor een cijfer
- Nee


Lessonup
- Ja
Tassen
in tassenkast 
Telefoon
in telefoontas
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

T2. Transport




Benodigheden
- boek
- schrift
- etui met inhoud


Voor een cijfer
- Nee


Lessonup
- Ja
Tassen
in tassenkast 
Telefoon
in telefoontas

Slide 1 - Tekstslide

today''s program 
nieuw programma 
meteen van start 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen: 'wat ik ga leren'
Leerdoelen:
1. Je kunt verschillende circulatiesystemen bij eukaryoten herkennen en de functies van een bloedsomloop benoemen.
2. Je kunt de embryonale bloedsomloop van de mens beschrijven en de verschillen en overeenkomsten aangeven met de bloedsomloop na de geboorte.


Biologische begrippen:
bloedsomloop, dubbele bloedsomloop,
open circulatiesysteem, enkelvoudige bloedsomloop, boezem (atrium), kamer (ventrikel), linkerharthelft, rechterharthelft, kleine bloedsomloop, grote bloedsomloop, eenkamerhart, ovale venster, ductus arteriosis (ductus Botalli)

Slide 3 - Tekstslide

1. Je kunt verschillende circulatiesystemen bij eukaryoten herkennen en de functies van een bloedsomloop benoemen.
Bouw en werking hangen samen met zuurstofvoorziening en zuurstofbehoefte van een diersoort 

1. diffusie
2. open circulatiesysteem
3. gesloten circulatiesysteem 

 

Slide 4 - Tekstslide

1. Je kunt verschillende circulatiesystemen bij eukaryoten herkennen en de functies van een bloedsomloop benoemen.
1. diffusie
  • eencelligen (bv amoebe) 

2. open circulatiesysteem 
  • ongewervelden: bv. geleedpotigen, weekdieren 
  • een of meer harten, hemolymfe in holtes (sinussen) 
  • lage druk 
  • niet voor O2-transport

Slide 5 - Tekstslide

1. Je kunt verschillende circulatiesystemen bij eukaryoten herkennen en de functies van een bloedsomloop benoemen.
3. gesloten circulatiesysteem 
  • complexere eukaryoten zoals gewervelde dieren (vissen, amfibieën, reptielen, vogels, zoogdieren) en sommige geavanceerde ongewervelden (bv.ringwormen)
  • hart en bloedvaten (slagaders, aders, haarvaten)
  • hoge druksysteem 


Slide 6 - Tekstslide

1. Je kunt verschillende circulatiesystemen bij eukaryoten herkennen en de functies van een bloedsomloop benoemen.
3. gesloten circulatiesysteem 

Slide 7 - Tekstslide

1. Je kunt verschillende circulatiesystemen bij eukaryoten herkennen en de functies van een bloedsomloop benoemen.
functies: doel: homogeen intern milieu
  • transport stoffen intern <->extern milieu (O2, brandstoffen, afvalstoffen) 
  • transport van signaalstoffen (hormonen) 
  • transport bestanddelen afweersysteem 
  • verdeling van warmte 

Slide 8 - Tekstslide

bespreken vragen 2-5

Slide 9 - Tekstslide

2. Je kunt de embryonale bloedsomloop van de mens beschrijven en de verschillen en overeenkomsten aangeven met de bloedsomloop na de geboorte.
functies: doel: homogeen intern milieu
  • transport stoffen intern <->extern milieu (O2, brandstoffen, afvalstoffen) 
  • transport van signaalstoffen (hormonen) 
  • transport bestanddelen afweersysteem 
  • verdeling van warmte 


--> vergelijk embryonaal en na geboorte 
--> welke onderdelen zijn er na de geboorte verdwenen? 

Slide 10 - Tekstslide

2. Je kunt de embryonale bloedsomloop van de mens beschrijven en de verschillen en overeenkomsten aangeven met de bloedsomloop na de geboorte.
maken vragen 6 t/m 8

Slide 11 - Tekstslide

huiswerk
bs 1: zet de belangrijkste zaken van de embryonale bloedsomloop op een rijtje
maak een lijst met verschillen tussen de embryonale bloedsomloop en de bloedsomloop na geboorte
in de les maak je opdrachten 6-8
bs 2: Bekijk de basisstof om een overzicht te krijgen
Lees per alinea en vat deze samen en voeg deze samen tot een grote samenvatting
Bekijk de filmpjes van NG biologie en de animaties van Bioplek
Leer je grote samenvatting

Slide 12 - Tekstslide