2.3 Het bloedvatenstelsel + embryonale bloedsomloop

Thema 2 Transport
In de les:
- §2.3 Het bloedvatenstelsel
- §2.1 Embryonale bloedsomloop

Huiswerk:
- Opdracht 27 en 31 van §2.3
- Opdracht 7 van §2.1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Transport
In de les:
- §2.3 Het bloedvatenstelsel
- §2.1 Embryonale bloedsomloop

Huiswerk:
- Opdracht 27 en 31 van §2.3
- Opdracht 7 van §2.1

Slide 1 - Tekstslide

§2.3 Het bloedvatenstelsel
  • Je kent de functies en kenmerken van aders, slagaders en haarvaten en kunt de relatie tussen bouw en werking uitleggen. 
  • Je kunt zuurstofgehalte, glucosegehalte, stroomsnelheid in de delen van het bloedvatenstelsel toelichten. -> komt later!

Slide 2 - Tekstslide

Bloedvaten (BINAS 84A)
Naamgeving bloedvaten:
Naam van het orgaan waar het bloedvat naartoe stroomt (+ slagader) of vanaf stroomt ( + ader).

Behalve: Aorta, onderste en bovenste holle ader, poortader, krans(slag)ader, hals(slag)ader






Slide 3 - Tekstslide

Haarvaten

Slide 4 - Tekstslide

Bloedvaten

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

§2.3 Het bloedvatenstelsel
  • Je kent de functies en kenmerken van aders, slagaders en haarvaten en kunt de relatie tussen bouw en werking uitleggen. 
  • Je kunt zuurstofgehalte, glucosegehalte, stroomsnelheid in de delen van het bloedvatenstelsel toelichten. -> komt later!

Slide 10 - Tekstslide

§2.1 Transportsystemen
  • Je kunt verschillende circulatiesystemen bij eukaryoten herkennen en benoemen. 
  • Je kunt de embryonale bloedsomloop van de mens beschrijven en verschillen en overeenkomsten aangeven met de bloedsomloop na de geboorte.

Slide 11 - Tekstslide

Embryonale bloedsomloop
  • Foramen Ovale verbindt rechter- en linkerboezem
  • Ductus Botalli verbindt longslagader en aorta

Shortcut: bloed hoeft de kleine circulatie helemaal niet te doorlopen!

Zuurstof via navelstrengader ipv longen
Hoe verloopt het dan door het lichaam van de embryo? 


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Na de geboorte
- Navelstreng wordt afgebonden en bloedvaten verschrompelen 
- Ademhaling zorgt voor open van longblaasje
- Door lage weerstand van lucht tov vruchtwater neemt de bloedtoevoer naar de longen toe
- Grotere bloedstroom van hart naar longen en terug veroorzaakt een drukverschil tussen de linker- en rechterboezem
 -> De hoge druk in linker harthelft drukt het foramen ovale dicht 

Slide 14 - Tekstslide

Bij een proefpersoon wordt op drie verschillende plaatsen de bloeddruk gemeten. De resultaten zijn achtereenvolgens 20, 70 en 150 mmHg. In de figuur zijn de plaatsen I t/m III aangegeven. Op welke plaatsen is, gezien de bovengenoemde meetresultaten, achtereenvolgens gemeten?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

§2.1 Transportsystemen
  • Je kunt verschillende circulatiesystemen bij eukaryoten herkennen en benoemen. 
  • Je kunt de embryonale bloedsomloop van de mens beschrijven en verschillen en overeenkomsten aangeven met de bloedsomloop na de geboorte.

Slide 17 - Tekstslide

Thema 2 Transport
In de les:
- §2.3 Het bloedvatenstelsel
- §2.1 Embryonale bloedsomloop

Huiswerk:
- Opdracht 27 en 31 van §2.3
- Opdracht 7 van §2.1

Slide 18 - Tekstslide