Deel 2: Persoonlijke hygiëne

1. HUID- EN LICHAAMSHYGIËNE
p. 19
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Veiligheid en hygiëneSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1. HUID- EN LICHAAMSHYGIËNE
p. 19

Slide 1 - Tekstslide

wat is persoonlijke
hygiëne, volgens jou?

Slide 2 - Woordweb

Hoe vaak zou je moeten douchen, je kleding verversen, je tanden poetsen of je haren wassen?

Slide 3 - Tekstslide

Elke dag
Minstens 2 x per dag
Minstens 3 x per week

Slide 4 - Sleepvraag

Met welk soort hygiëne houden volgende afbeeldingen verband?:
haar- en hoofdbescherming, lichaamshygiëne of handhygiëne?

Slide 5 - Tekstslide

Haar- en hoofd bescherming
Handhygiëne
lichaamshygiëne

Slide 6 - Sleepvraag

Formuleer nu zelf de 5 regels rond hygiëne (haar- en hoofdbescherming, lichaamshygiëne of handhygiëne)
die je herkende in de afbeeldingen op vorige slide!

Slide 7 - Tekstslide

5 regels rond hygiëne

Slide 8 - Open vraag

Wat moet je nog doen met lange haren indien je in de keuken werkt?
A
kort knippen
B
samenbinden
C
kleuren
D
een haarnetje dragen

Slide 9 - Quizvraag

Was je dagelijks volledig en ververs je kleding en onderkleding (ondergoed) iedere dag.

Verzorg je gebit. Zeker als je contact hebt met gasten zijn een frisse adem en ver­ zorgde tanden nodig. Poets je tanden minstens twee keer per dag.
Je haren was je gemiddeld drie keer per week. Lang haar bind je sa­men. Zo beperk je de kans dat er in of op voedingsproducten haren terecht komen. Je bedekt ze met een hoofddeksel of een haarnetje.

Slide 10 - Tekstslide

2. HANDEN EN HANDSCHOENEN
p. 19

Slide 11 - Tekstslide


Klopt deze stelling, ja of neen? Het dragen van wegwerphandschoe­nen is nog beter dan vaak je handen wassen.

A
ja, dat klopt.
B
neen, dat klopt niet!

Slide 12 - Quizvraag

Waarom klopte deze stelling niet, denk je?

Slide 13 - Open vraag


Nadat je je handen hebt gewassen, waarmee droog je het beste je handen af?

A
met een handdoek
B
met een vaatdoek
C
met een papieren doekje

Slide 14 - Quizvraag

Hoe was je je handen op de juiste manier in 5 stappen?


Zet de instructies in de juiste volgorde!




Slide 15 - Tekstslide

STAP 1
STAP 2
STAP 3
STAP 4
STAP 5
Je wrijft je handen goed in gedurende 15 seconden. Ook de ruimte tussen je vingers, polsen en onderarmen niet vergeten.

Je droogt je handen af met een papieren wegwerpdoek.



Je maakt je handen nat.
Je neemt zeep (geen stuk zeep maar vloeibare zeep uit een dispenser).



Je spoelt grondig je handen.

Slide 16 - Sleepvraag

p. 20
Hoe was je je handen op de juiste manier in 5 stappen?

1. Je maakt je handen nat.
2. Je neemt zeep (geen stuk zeep maar vloeibare zeep uit een dispenser).
3. Je wrijft je handen goed in gedurende 15 seconden. Ook de ruimte tussen je vingers, polsen en onderarmen niet vergeten.
4. Daarna spoel je grondig je handen.
5. Je droogt je handen af met een papieren wegwerpdoek.




Slide 17 - Tekstslide

Draag je deze kledingstukken in de keuken of in de zaal? Verbind!

Slide 18 - Tekstslide

KEUKEN
ZAAL
GEEN VAN BEIDE

Slide 19 - Sleepvraag

Welke van de twee is de beste keuze?
A
de zwarte koksbuis
B
de witte koksbuis

Slide 20 - Quizvraag

Waarom is de witte koksbuis (koksvest) de beste keuze, denk je?

Slide 21 - Open vraag

Waarom draag je best een koksvest met lange mouwen?

Slide 22 - Open vraag

3. BEROEPSKLEDIJ  
(p. 21) 
Een aantal aandachtspunten als je je beroepskledij draagt:
  • Kleding kan vuil en ziektekiemen binnenbrengen op de werkvloer. In de ruimten waar voedsel bereid en opgediend wordt, mogen enkel personen met aangepaste kleding en schoeisel komen
  • Een witte kleur maakt het vuil zichtbaar.
  • Lange mouwen verhinderen het contact van de huid met de voedingsproducten.
  • Beroepskledij (praktijkkledij) en privékledij houd je van elkaar gescheiden.
  • Je privékledij berg je netjes op in de vestiaire (kleedkamer). Je praktijkkledij (be­roepskledij) neem je na iedere praktijkles mee naar huis om te laten wassen.
  • Je gebruikt het best papieren zakdoeken.
  • De keukenhanddoek gebruik je best enkel om je handen te beschermen tegen de warmte.

Slide 23 - Tekstslide

Waarom zijn veiligheidsschoenen zo belangrijk in de keuken?

Slide 24 - Open vraag

Wat voor zolen moeten die veiligheidsschoenen hebben?
A
een witte zool
B
een zwarte zool
C
een antislipzool
D
een leren zool

Slide 25 - Quizvraag

5. VOETEN EN SCHOEISEL 
(p. 22)

Bij de beroepskledij van elke horecamedewerker horen veiligheidsschoenen. Ze zijn speciaal gemaakt om de voeten te beschermen als er bijvoorbeeld een mes valt.
De antislipzool voorkomt uitglijden.

In de keuken zijn de veiligheidsschoenen meestal wit. Zo zie je gemakkelijk het vuil op de schoenen en kan je dit verwijderen. 
In de zaal is het belangrijk goed zittende en verzorgde schoenen te dragen in een neutrale kleur.


Sportschoenen zijn uit den boze, zowel in de keuken als in de zaal.




Slide 26 - Tekstslide