Nt2 Café en restaurant

Uit eten
Na deze les kun je ...

  • een gerecht bestellen
  • iets te drinken bestellen
  • vertellen wat je graag lust
  • vertellen wat je niet lekker vindt
  • om de rekening vragen

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Uit eten
Na deze les kun je ...

  • een gerecht bestellen
  • iets te drinken bestellen
  • vertellen wat je graag lust
  • vertellen wat je niet lekker vindt
  • om de rekening vragen

Slide 1 - Tekstslide

Luisteren en lezen
maaltijden en gangen
Lekker, of niet?
Dialoog in café of restaurant

Slide 2 - Tekstslide

Waar hou je van?
Wat vind je lekker?

Ik lust graag tapas.
Ik hou van tapas.
Ik vind tapas lekker.
Ik vind tapas heel erg lekker.
Ik vind tapas heerlijk.




Waar hou je niet van?
Wat vind je niet lekker?

Ik lust geen tapas.
Ik hou niet van tapas.
Ik vind tapas niet lekker.
Ik vind tapas helemaal niet lekker.




Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Waar heb je zin in?

Slide 5 - Open vraag

Wat is jouw favoriete gerecht?
Geef antwoord met een hele zin.

Slide 6 - Open vraag

Wat vind je niet lekker? /
Wat lust je niet?
Geef antwoord met een hele zin.

Slide 7 - Open vraag

Wat wilt u drinken?
A
een droge witte wijn
B
de salade met geitenkaas
C
de tomatensoep
D
de Indiase curry

Slide 8 - Quizvraag

Wilt u nog een dessert?
A
Ja, geeft u mij maar de groentelasagne.
B
Ja, tomatensoep alstublieft.
C
Ja, graag fruit met ijs.
D
Ja, ik neem de pizza.

Slide 9 - Quizvraag

Waar heb je zin in?

Ik heb zin in tapas.

Ik heb zin in een biertje, dus ik ga nu naar een terras.


Waar heb je geen zin in?

Ik heb geen zin in tapas.

Ik heb geen zin in tapas, maar ik heb wel zin in curry.
Text

Slide 10 - Tekstslide

Heeft het gesmaakt?
A
Laat de rest maar zitten.
B
Ja, het was heerlijk.
C
Een droge witte wijn alstublieft.
D
Mag ik de rekening?

Slide 11 - Quizvraag

Mag ik de rekening?
A
Tot ziens!
B
Ik zal de menukaart even halen.
C
Alstublieft, uw dessert.
D
Dat is dan 34,56.

Slide 12 - Quizvraag

Waar heb je zin in?
A
In warme chocolademelk!
B
Wat een lekkere curry!
C
De soep smaakt heerlijk!
D
Bedankt!

Slide 13 - Quizvraag

Hoe smaakt het?
Is het lekker?
Smaakt het?

De tapas smaken lekker.
de tapas smaken goed.
Ja, het is heerlijk.
Ja, het is lekker.
Hoe smaakt het?
Is het lekker?
Smaakt het?


De tapas smaken niet lekker.
De tapas smaken niet goed.
Nee, het is niet lekker.
Nee, het smaakt niet.

Slide 14 - Tekstslide

Heeft het eten gesmaakt?
Wat zeg je nu?

Slide 15 - Open vraag

P 31: Lees en luister
Welke vragen hoor je?

Slide 16 - Open vraag