Nederlands maandag 26/2 3E+F

Nederlands maandag 26/2 3E+F
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands maandag 26/2 3E+F

Slide 1 - Tekstslide

welkom
Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Goorloofd
Alles aan oorlog is fout.
Zelfs de vervoeging
van het woord houdt
zich niet aan de regels
van sterk en zwak:
de verleden tijd
van oorlog is vrede.
Maar de verleden tijd
van vrede is oorlog.
Is het daarom dat er steeds
weer oorlog is en steeds
weer vrede? Omdat tijd
wel voorbij kan gaan
maar nooit is voltooid?

Slide 3 - Tekstslide

Planning toetsen ed
Toetsweek maart hoofdstuktoets 3&4  (samengevoegd) 
paragraaf 3.3 lezen V
paragraaf 3.8 spelling 

paragraaf 4.3 woorden
paragraaf 4.8 spelling

Slide 4 - Tekstslide

Deze les                   hoofdstuk 4.8
leerdoelen deze week 
maandag 
  • trema, apostrof en accent
woensdag 
  • herhaling en samenvatten
donderdag
  • herhalen en samenvatten
  • vragen en lezen?

Slide 5 - Tekstslide

maken 
  • blz 158 lezen tekst 2 van vinkje naar Nutri-score 
  • maken opdracht 5 a en b

Slide 6 - Tekstslide

trema ( dubbele puntjes )               blz 159
  • Als een zelfstandig naamwoord eindigt op -ee of -ie, dan komt er in het meervoud een ë (trema)  bij.
ree > reeën
categorie > categorieën

  • Als je in een woord twee klinkers niet als een klank mag lezen, dan komt er een trema bij
ruïne
vacuüm 
beïnvloeden

Slide 7 - Tekstslide

Apostrof               ( hoge komma) 
Als je wilt zeggen van wie iets is , dan schrijf je -s achter het woord..... Daans tas, Mounirs agenda
Als het woord op een lange klinker eindigt, die je met één letter schrijft dan gebruik je een apostrof met een s  > 's 
Emma's rugzak, Gaby's agenda
Als het woord op een sis-klank eindigt dan schrijf je alleen de apostrof 
max'rugzak,  Liz' agenda

Slide 8 - Tekstslide

opdracht : 
Op welke klank eindigt jouw naam?
schrijf twee dingen op die van jou zijn

timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Nog meer van die apostrof
Eindigt een zelfstandig naamwoord op een lange klinker die je met één letter schrijft dan gebruik je bij het meervoud ook een apostrof

baby
baby's
auto
auto's 

Slide 10 - Tekstslide

Nog meer van die apostrof
Na cijfers, afkortingen en afleidingen gebruik je bij het meervoud ook een apostrof

vwo
vwo'er
A4
A4'tje
mp3
mp3'tje

Slide 11 - Tekstslide

Nog meer van die apostrof
Na cijfers, afkortingen en afleidingen gebruik je bij het meervoud ook een apostrof

vwo
vwo'er
A4
A4'tje
mp3
mp3'tje

Slide 12 - Tekstslide

Nog meer van die apostrof
Als je letters weglaat 

Ik hoop dat het niet zo hard regent vandaag 
Ik hoop dat 't niet zo hard regent vandaag 
Des Gravenhage
's-Gravenhage
Des Gravenzande
's -Gravenzande

Slide 13 - Tekstslide

het accent
Komt uit het Frans en gebruiken we dus bij Franse leenwoorden

cliché               ( accent aigu, streepje naar rechts) 
barrière           ( accent grave, streepje naar links) 
crêpe                ( accent circonflexe, dakje) 

Slide 14 - Tekstslide

De accentklok
Op de klok is het is één uur.

spreek je het woord hetzelfde uit als één, dan een streepje naar rechts. Hetzelfde als de kleine wijzer! 
dus : café ( lange e) 

Slide 15 - Tekstslide

De accentklok
Op de klok is het is elf uur.

spreek je het woord hetzelfde uit als elf, dan een streepje naar links. Hetzelfde als de kleine wijzer! 
dus : barrière ( korte e) 

Slide 16 - Tekstslide

maken
blz 160 opdracht 7 en 8 




daarna samen nakijken
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide