Thema 2 - Bs 3 & 4

Thema 2 - Voeding en vertering
BK - Basisstof 4                -     Het verteringsstelsel                   blz. 79
KB / GL - Basisstof 3       -     Het verteringsstelsel                   blz. 83
& Basisstof 4                      -     De organen voor vertering        blz. 90

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 - Voeding en vertering
BK - Basisstof 4                -     Het verteringsstelsel                   blz. 79
KB / GL - Basisstof 3       -     Het verteringsstelsel                   blz. 83
& Basisstof 4                      -     De organen voor vertering        blz. 90

Slide 1 - Tekstslide

Lesplan

Binnenkomst -> telefoons in de tas
Herhalen van vorige week
Uitleg middels Flip
Uitleg met demo practicum
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel soorten
voedingsmiddelen (!)
hebben we?
A
5
B
6
C
50
D
meer dan 60

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel soorten
voedingsstoffen (!)
hebben we?
A
3
B
5
C
6
D
7

Slide 4 - Quizvraag

Schrijf de 6 voedingsstoffen op

Slide 5 - Open vraag

Mond
Tanden in de mond zorgen voor kauwen, voedel wordt kleiner.
kleinere stukjes komen in contact met speeksel. 

Maag
Je maag is constant in beweging. Zo worden verschillende maagsappen constant gemengd met het voedsel. Dit maagsap is zo zuur, dat het vrijwel alle bacteriën dood die mee zijn gekomen in je voedsel. 
Slokdarm
In je slokdarm bevindt zich een bepaalde beweging waardoor voedsel altijd richting de maag gaat. Zo kun je dus ook gewoon eten als je op zijn kop hangt. 
Deze beweging wordt 'peristaltiek' genoemd. 
Lever
Je lever is een orgaan met veel functies. Voornaamste hiervan zijn het schoonmaken van je bloed en het maken van gal. Gal is nodig in de twaalfvingerige darm voor het afbreken van vetten. 

Mensen met een grote lever zijn vaak niet zo gezonde mensen. Met name alcoholisten hebben een grotere lever, omdat de lever wel schade oploopt van giftige stoffen, als alchohol. Hierdoor werken cellen slechter en heb je meer cellen nodig om hetzelfde werk voor elkaar te krijgen. 
Galblaas
Dit kleine balletje net onder de lever slaat het gal op. Het wordt hier dus niet gemaakt. Als het dan nodig is in de twaalfvingerige darm, haalt je lijf het hiervandaan. 
Twaalfvingerige darm
De naam komt (waarschijnlijk) van de korte lengte van de darm. Voor een gemiddeld persoon 12 cm (ongeveer 12 vingers). Hierin komt je voedsel als het klaar is in je maag, en door het maagportier is doorgelaten. 
Hier wordt voedsel gemengt met gal gemaakt door de lever, en alvleessappen van de alvleesklier.
Het gal emulgeerd vetten. Oftewel, maakt vetten kleiner zodat ze makkelijker kunnen worden opgenomen. 
Alvleessappen bevatten veel enzymen die veel ander voedsel klaar maken voor opname in het lichaam. 
Dunne darm
Voedsel komt gemengt met verschillende enzymen in de dunne darm. Hier worden meeste voedingsstoffen opgenomen. 
Blinde darm
Een klein stukje darm wat tegenwoordig niet meer zoveel doet. Vroeger (evolutionair duizende generaties terug) zou dit groter geweest zijn, en zou het als extra maag bij een koe hebben gediend. Oftewel, het zou onze darmen langer hebben gemaakt en ervoor hebben gezorgt dat we beter waren in het afbreken van plantaardig voedsel. 
Appendix
Een ander woord voor wormvormig aanhangsel. Ook weer zo'n extra maag geval voor betere vertering van voedsel. Mensen met een blinde darm ontsteking hebben vaker hier een ontsteking. En zonder veel moeite wordt deze verwijderd. Tegenwoordig doet hij toch eigenlijk niks meer. 
Dikke darm
In deze afbeelding groen, het laatste stukje dat voedsel in je lichaam bevindt. Voornamelijk reabsorbtie vindt heir plaats. Het proces waarbij je lichaam veel water weer terug het lichaam in trekt. Anders zou je via je darmen 7x je dagelijkse hoeveelheid vocht verliezen en zou je snel helemaal uitdrogen. 
Endeldarm
Eindstation. 
Hier wordt je drol gevormt. Het is wel fijn om hier een klein beetje ruimte te hebben voor opslag, anders zou het er meteen uitlopen als je voedsel aan het eind kwam. 

Slide 6 - Tekstslide

KORT - overige begrippen
Peristaltiek - bevindt zich in de slokdarm en darmen
Proces waarbij spieren voedsel constant in beweging houden.

Plooien - bevinden zich in de darmen
Verschillende plooien in de wand van de darmen zorgen voor een groter oppervlak, voor grotere kans op het opnemen van stoffen

Darmvlokken - Plooien op de plooien. 
Wederom voor contact oppervlak vergroting. 

Slide 7 - Tekstslide

Anus
Mond
Wat nooit met voedsel in contact komt
Maag
Dikke darm
Dunne darm
Blinde darm
Endel darm
Lever
Slokdarm
Twaalfvingerige darm
Alvleesklier

Slide 8 - Sleepvraag

Waar in je lichaam vindt geen peristaltiek plaats?
A
Lever
B
Dikke darm
C
Slokdarm
D
Dunne darm

Slide 9 - Quizvraag

Huiswerk
Lees zelf nog even goed de tekst.
Ga daarna aan de slag met de opdrachten:

BB - basisstof 4 - opdr. 1 t/m 4 + 6 + 8t/m 10
KB & GL - basisstof 3 - opdr. 1 t/m 9
KB & GL - basisstof 4 - opdr. 1 t/m 9

klaar? In magister staat de opdracht voor een cijfer. Ga daarmee aan de slag.

Slide 10 - Tekstslide