6.5 politieke ontwikkelingen

6.5 Politieke ontwikkelingen

Uitleg par. 6.5
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.5 Politieke ontwikkelingen

Uitleg par. 6.5

Slide 1 - Tekstslide

Zuid-Amerika:
In het nieuwe domein D zijn de gebiedstypering en de ontwikkelingsprocessen het meest gedetailleerd uitgewerkt. Leerlingen moeten echt kennis hebben over Zuid-Amerika en ze moeten weten welke ontwikkelingen zich er voltrekken. Daarnaast is er enige ruimte gemaakt voor beeldvorming over Zuid-Amerika en Brazilië. Dit is geen onderwerp dat uitgebreid aan de orde zal komen in het examen, maar dat wel van belang is in de les en het leerproces van leerlingen. De commissie beoogt hiermee dat leerlingen tijdens de aardrijkskundelessen gestimuleerd zullen worden om na te denken over hun eigen beeld van de regio en dit beeld waar nodig bij te stellen. Een andere vernieuwing is het denken in toekomstscenario's. Leerlingen worden uitgedaagd na te denken over de toekomst van Brazilië en Zuid-Amerika vanuit verschillende perspectieven. Tot slot is er bij het vwo, net als dat bij Zuidoost-Azië het geval was, aandacht voor een vergelijking tussen Zuid-Amerika en een andere macroregio.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet hoe de meeste Zuid-Amerikaanse landen zich in de postkoloniale periode (1800>)hebben ontwikkeld tot meer stabiele democratische landen.
  • Je kunt uitleggen waarom het neoliberalisme tot bottom-up democratisering en sociale participatie leidde.

Slide 3 - Tekstslide

Koloniale periode (1500-1800)
- Verdrag van Tordesillas (1494): Spanje en Portugal verdeelden de wereld - lijn door de Atlantische Oceaan 
- Spanjaarden nemen de macht over vanaf 1521 en koloniseren Zuid-Amerika. De Portugezen koloniseerden Brazilië. Slaven werden ingevoerd vanuit Afrika. Er is nog steeds een sociale kloof tussen de blanke bovenlaag en de inheemse bevolkingsgroepen.


Slide 4 - Tekstslide

Wat zegt deze foto over de geschiedenis van Zuid-Amerika?

Slide 5 - Tekstslide

Geschiedenis Zuid-Amerika
Toen de Spaanse conquistadores (veroveraars) binnentrokken schakelden zij de inheemse maatschappelijke bovenlaag uit, verwoestten de tempels en paleizen van de Inca’s en bouwden op de fundamenten ervan hun kerken en overheidsgebouwen.

Slide 6 - Tekstslide

Kern: Politieke ontwikkelingen
De meeste Zuid-Amerikaanse landen ontwikkelden zich in de postkoloniale periode (1800>)van kwetsbare democratieën via oligarchieën, populistische regeringen en dictatuur naar meer stabiele landen.

In de koloniale tijd is de basis gelegd voor de huidige etnische en raciale tegenstellingen en grensconflicten.

 

Oligarchie?
Regeringen die bestaan uit een kleine groep rijke en invloedrijke personen die alle macht hebben.
Populisme?
Regeringen die de nadruk leggen op een sterke band tussen de grote leider en het volk. (De leider steunt op het leger, op de door hem opgerichte vakbonden en op een combinatie van sociaal beleid en propaganda.)

Slide 7 - Tekstslide

Van oligarchie naar democratie (1800-2000)
In 1825 zijn bijna alle landen onafhankelijk, maar de feodale structuur bleef bestaan. Deze feodale klassenmaatschappij vormt de basis van de economische achterstand en politieke problemen in Zuid-Amerika. 

In de tweede helft van de 19e eeuw was er een periode van stabilisatie. 
Er ontstonden veel oligarchieën.
Feodaal stelsel?
Grond werd in dit stelsel door leenheren toebedeeld aan hun leenmannen, in ruil voor een verplichting van persoonlijke trouw, militaire bijstand en belastinginkomsten.
Oligarchie?
Regeringen die bestaan uit een kleine groep rijke en invloedrijke personen die alle macht hebben.
Uitsluitend de bevoordeling van de eigen klasse hebben ze voor ogen.

Slide 8 - Tekstslide

Van oligarchie naar democratie (1800-2000)
Oligarchie zet kwaad bloed bij de bevolking. Populistische partijen spelen hier op in. Rond 1930 werden veel oligarchieën afgelost door populistische regeringen.

  • Gericht op coöperatie
  • Persoonlijkheidscultus rondom de leider
Populisme?
Regeringen die de nadruk leggen op een sterke band tussen de grote leider en het volk. (De leider steunt op het leger, op de door hem opgerichte vakbonden en op een combinatie van sociaal beleid en propaganda.)

Slide 9 - Tekstslide

1

Slide 10 - Video

01:37
Eva Perón - Argentinië
Wat maakt de speech populistisch?

Slide 11 - Tekstslide

Politieke ontwikkelingen
De meeste Zuid-Amerikaanse landen ontwikkelden zich in de postkoloniale periode van kwetsbare democratieën via oligarchie, populistische regeringen en dictatuur naar meer stabiele landen.

In de koloniale tijd is de kiem gelegd voor de huidige etnische en raciale tegenstellingen en grensconflicten.

 

Bemoeienis vanuit het noorden
Veel bemoeienis vanuit de VS om het communisme tegen te gaan. Militaire regimes kwamen met hulp van de VS aan de macht.
Economische crisis
Pas in de economische crisis van de jaren '80 werden veel militaire regimes afgezet.

Slide 12 - Tekstslide

Van oligarchie naar democratie (1800-2000)
Na het ineenstorten van de dictaturen eind jaren ‘80 kozen veel landen voor een politiek van neoliberalisme.

  • Privatisering
  • Bezuinigen op overheidsuitgaven
  • Deregulering
  • Vrijhandel

Neoliberalisme?
Een ontwikkelingsbeleid gebaseerd op het privatiseren van staatsbedrijven, het verlagen van handelstarieven, het verkleinen/afschaffen van overheidssubsidies, het verlagen van winstbelasting en het afschaffen van regels voor het bedrijfsleven.

Slide 13 - Tekstslide

Bevolkingsparticipatie (2000-heden)
Door het neoliberalisme nam de sociale en regionale ongelijkheid enorm toe.

Reacties van burgers leidden tot:
  • Bottom-up democratisering
  • Sociale participatie

Slide 14 - Tekstslide

Bevolkingsparticipatie 2000>
  • Het neo-liberalisme (= een ontwikkelingsbeleid gericht op het privatiseren van staatsbedrijven, het verlagen van handelstarieven, het afschaffen van overheidssubsidies etc.) groeide sterk na de economische crisis in de jaren ‘80 van de vorige eeuw.​​
  • Er kwam vaak inderdaad economische groei, maar de winst kwam vaak niet bij de burgers terecht.​
  • Dat zorgde voor steeds meer bottom-up democratisering  gewone burgers bemoeien zich steeds actiever met de politiek.​
  • Niet iedereen kan deze toename van de sociale participatie waarderen…​
  • Hoewel er steeds vaker sprake is van democratie, is good governance nog lang niet overal het geval.







Good governance?
Een transparante manier van besturen waarbij de bevolking over de middelen beschikt om het regeringsbeleid te controleren en te beoordelen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Maken
6.5: 1b, 1c, 2b,2c, 3c,4a,4b,5a

6.6: 1, 3a,3b,3c

Slide 17 - Tekstslide