Wat: Mk. de opdrachten die achter jouw niveau op het whiteboard staan. Dit is huiswerk voor ....
Hoe: in tweetallen of individueel
Hulp: Eerst vragen in je tweetal, dan je vinger opsteken.
Tijd: Tot het eind van de les
Uitkomst: We kijken het de volgende les na.
Klaar: Maak je eigen woordenlijst in je schrift.