In teksten staan soms voorbeelden om moeilijke woorden uit te leggen. Dan weet je meteen wat de schrijver bedoelt.
Bij een voorbeeld vind je vaak signaalwoorden: (bij)voorbeeld, zo is er ..., zoals, denk maar aan ..., neem, zo.
Voorbeeld: – Veel voormalige Oostbloklanden, zoals Polen en Roemenië, behoren nu tot de Europese Unie.
Ook een dubbele punt (:) kan aangeven dat er voorbeelden volgen: – Er is volop gelegenheid voor watersport: zwemmen, roeien, waterskiën en kanovaren.
Soms krijg je eerst voorbeelden en volgt daarna het moeilijke woord: Denk aan het goede lettertype, de juiste lettergrootte, de regelafstand.
Kortom: besteed ook aandacht aan de typografie van je stuk.