Oefenen voor de toets H10 en 11.1
1 / 17
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van geestelijke ontwikkeling bij een schoolkind?
A
hele zinnen schrijven
B
knutselen
C
leren zwemmen
Slide 2 - Quizvraag
Bij welke levensfase hoort het leren veters strikken?
A
peuter
B
kleuter
C
schoolkind
Slide 3 - Quizvraag
Hoe worden hormonen verspreid door het lichaam?
A
via zenuwen
B
via het bloed
C
via tussencelstof in weefsels
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste hormoonklier in ons lichaam?
Slide 5 - Open vraag
In het plaatje zie je verschillende soorten cellen (1 t/m 4) met receptoren voor een bepaald hormoon. Welke cel vind je in de zaadballen?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 6 - Quizvraag
Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?
A
Kenmerken die je hebt vanaf de geboorte
B
kenmerken die je hebt vanaf ongeveer 6 jaar
C
kenmerken die je hebt vanaf de puberteit
D
kenmerken die je zelf aanbrengt (bijv. kleding en make-up)
Slide 7 - Quizvraag
Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
Penis
Borsten
Baard in de keel
Grote schaamlippen
Vagina
Bredere heupen
Balzak
Toename spiermassa
Baardgroei
Slide 8 - Sleepvraag
Wat is een voorbeeld van een norm die hoort bij geduld?
Slide 9 - Open vraag
Hoe heet iemand die besmet is met HIV maar nog een klachten/symptomen heeft?
A
hiv-positief
B
seropositief
C
aids patiënt
Slide 10 - Quizvraag
Op welke manier kun je GEEN soa krijgen?
A
tongzoenen
B
orale seks
C
vaginale seks
D
anale seks
Slide 11 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Je kunt syfilis krijgen via bloed of van moeder op kind.
Je kunt syfilis krijgen via bloed of van moeder op kind.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Welk hormoon stuurt de zaadballen aan om testosteron te maken?
Slide 13 - Open vraag
Welk hormoon wordt in de eierstokken geproduceerd?
A
testosteron
B
testosteron en oestrogeen
C
oestrogeen en progesteron
D
testosteron, oestrogeen en progesteron
Slide 14 - Quizvraag
Rond welke dag vindt de ovulatie plaats?
A
dag 1
B
dag 7
C
dag 14
D
dag 21
Slide 15 - Quizvraag
Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
vlak na de menstruatie
B
vlak voor de ovulatie
C
vlak na de ovulatie
D
in de hele periode tussen de ovulatie en menstruatie
Slide 16 - Quizvraag
Waarvoor is oestrogeen NIET verantwoordelijk?
A
stimuleert de doorbloeding van het baarmoederslijmvlies
B
zorgt ervoor dat er geen andere eicellen rijpen
C
zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies dikker wordt
D
zorgt voor de ovulatie
