Les 40 - les 41 Sprookjes : Schrijf een eigen sprookje

Planning
  • Pecha Kucha
  • Huiswerkcontrole + nakijken
  • Leren hoe je een online formulier invult.
  • Leren hoe je je woordgebruik aanpast aan je publiek.
  • Sprookje schrijven
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Planning
  • Pecha Kucha
  • Huiswerkcontrole + nakijken
  • Leren hoe je een online formulier invult.
  • Leren hoe je je woordgebruik aanpast aan je publiek.
  • Sprookje schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een formulier?

Slide 2 - Open vraag

Formele Taal

Slide 3 - Woordweb

Informele Taal

Slide 4 - Woordweb

Wat is het publiek ?

Slide 5 - Open vraag

Sprookjes les 3: Schrijf een eigen sprookje

Slide 6 - Tekstslide

Weet je nog?:
Sprookjes hebben een reeks algemene kenmerken:

  • Onbegrensde fantasie en magie
  • Sprookjes zijn gemakkelijk en eenvoudige verhalen
  • De hoofdpersonen zijn ‘goed’ of ‘slecht’ en hebben vooral ‘goede’ of ‘slechte’ eigenschappen
  • Het verhaal is in de directe rede: dat betekent een letterlijke weergave van iemands woorden (vb: ‘Ik ga nu op pad met mijn mandje’, zei Roodkapje. En niet: Roodpakje zei dat ze op weg ging met haar mandje)
  • Het sprookje heeft een moraal/ wijze les

Slide 7 - Tekstslide

De opdracht:

  • Jullie gaan nu een sprookje schrijven
  • Gebruik het schrijfkader op het werkblad.
  • Maak eerst een schrijfplan
  • Schrijf daarna je sprookje netjes op
  • Gebruik alinea's (inleiding, middenstuk, slot)
  • Minimaal 3/4-A4!

Klaar? Maak ander huiswerk/ pak een boek

Slide 8 - Tekstslide

In de vorige les heb je in tweetallen voorbereidingen gedaan voor het schrijven van een sprookje. Jullie hebben bedacht:

  • Wie de hoofdpersonen zijn (goed en slecht persoon).
  • Wat de eigenschappen van de hoofdpersonen zijn.
  • Hoe het sprookje begint
  • Hoe het sprookje eindigt
  • Wat is het moraal/ de wijze les in het sprookje
  • En nagedacht over: wie - waar - wanneer - wat - waarom - hoe.

Slide 9 - Tekstslide


Deze les en de volgende gaan jullie je sprookje verder schrijven.

Maar hoe schrijf je nou een verhaal?

Kijk maar mee naar het volgende filmpje...

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat waren de tips?

  1. Eerst nadenken en dan schrijven
  2. Begin met iets echts (vb op een plek waar je bent geweest)
  3. Verzin problemen voor de hoofdpersoon in je verhaal
  4. Beschrijf alles zo echt dat de lezer het voor zich ziet
  5. Eindig een hoofdstuk/ stukje met een cliffhanger 
  6. Gebruik magie!
  7. Doe het verder helemaal op jullie eigen manier

Slide 12 - Tekstslide


A
Heel leuk
B
Beetje leuk
C
Niet zo leuk
D
Helemaal niet leuk

Slide 13 - Quizvraag

Wat ging er goed?

Slide 14 - Woordweb

Wat ging er minder goed?

Slide 15 - Woordweb

Wat zou je de volgende keer anders doen?

Slide 16 - Woordweb