H3 Nederland duurzaam - Les 1: Introductie

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Nederland duurzaam:

Energie en water

Start: Westerstorm

[e-mail]

Regels tijdens de les

1. Er is maximaal één iemand aan het woord.
2. Je steekt altijd je vinger op als je iets wilt zeggen.
   
3. We gaan met respect met elkaar en elkaars spullen om.
4. Telefoons staan op stil en zitten in je tas of broekzak. 
5. Zorg dat je al je spullen bij je hebt: Schrift, werkboek, lesboek en chromebook.
   

Wat gaan we doen vandaag?

• Introductie nieuw hoofdstuk: 

H3: Nederland duurzaam: energie en water

-- Waar gaat het hoofdstuk over / hoe ziet het blok eruit? --

GPW bespreken als iedereen het gemaakt heeft.

PERIODE 2

Hoofdstuk 3

Nederland duurzaam

Paragraaf 1, 2, 4 & 5

Vanaf pagina 42

--> Bladeren het even door

Lesdoelen

1. Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat springtij betekent.
   
2. Je kunt uitleggen wat de functie is van de Oosterschelde Stromvloedkering.

Start: Westerstorm

Open pagina 42/43 in je tekstboek; we lezen samen de tekst.

Je kunt uitleggen hoe het natuurlijk broeikaseffect werkt.

Je kunt uitleggen hoe het natuurlijk broeikaseffect werkt.

Gebruik paragraaf 3.1, Basisboek 126 en figuur 4.35.

• Open een nieuwe pagina in je schrift
• Teken het natuurlijk broeikaseffect.
• Maak aantekeningen (6 stappen) in je eigen woorden wat het natuurlijk broeikaseffect is.

Het natuurlijk broeikaseffect

Broeikaseffect (werkt vergelijkbaar met een kas)

1. Zonnestraling

2. De atmosfeer bevat broeikasgassen

3. De zonnestralen gaan door de broeikasgassen

4. Door absorptie van de aarde ontstaan warmtestralen

5. Sommige warmtestralen gaan door de atmosfeer

6. Andere warmtestralen worden tegengehouden door de broeikasgassen

Lesdoelen

Beantwoord de lesdoelen in je eigen schrift:

1. Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat springtij betekent.
   
2. Je kunt uitleggen wat de functie is van de Oosterschelde Stromvloedkering.

Klaar? Ga aan de slag met de opdrachten van "Start" in het werkboek dat je NU krijgt.

Huiswerk voor morgen

Maak de start (1, 2, 3 & 4) in je werkboek.