1.1 Wie lost onze problemen op?

Wat is een maatschappelijk probleem?
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is een maatschappelijk probleem?

Slide 1 - Woordweb

Wanneer is iets een maatschappelijk probleem?
  • betrekking op grotere groepen mensen
  • probleem als gevolg van maatschappelijke veranderingen
  • er bestaan verschillen van mening over oorzaken en oplossingen
  • probleem vraagt om gemeenschappelijke oplossing (overheid)

Slide 2 - Tekstslide

Waardoor ontstaan verschillen van mening vooral door ?
A
Miscommunicatie
B
Waarden en normen
C
Aso gedrag
D
Belangen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is volgens jou een waarde en een norm?

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn volgens jou 'belangen'? En hoe bepalen belangen de opvattingen van mensen? Geef een voorbeeld!

Slide 5 - Open vraag

Als mensen zelf niet meer uit de problemen komen, wat is volgens jou dan de beste oplossing?

Slide 6 - Open vraag

0

Slide 7 - Video

Wat vind jij van de theorie van Hobbes (blz. 10) over een 'krachtige, autoritaire' staat? Noem een voordeel- en nadeel

Slide 8 - Open vraag

Kenmerken van een staat
  • Een staat beschikt over grenzen
  • Het grondgebied wordt bewoond door een volk (groep mensen)
  • De staat (overheid) heeft de hoogste macht (soevereiniteit) over volk en gebied (wetten maken, garanderen openbare orde en veiligheid via geweldsmonopolie, ontwikkeling bevorderen, garanderen sociale zekerheid etc.)

Slide 9 - Tekstslide

Als een staat steeds meer taken krijgt kan dit ook een groot nadeel hebben. Welk?

Slide 10 - Open vraag

Politiek
  • Overheidsbeleid: bepaalde doelen die de overheid wil bereiken
  • De politiek weegt verschillende belangen en opvattingen tegen elkaar af voordat er een besluit komt
  • Betrokkenen (actoren) proberen de totstandkoming van het beleid te beinvloeden (hangt af van hun macht binnen overheid, bedrijsleven of maatschappelijke organisaties)

Slide 11 - Tekstslide

Welke factoren bepalen hoeveel macht iemand heeft?

Slide 12 - Open vraag

Begrippen:
  • Macht: vermogen om iets gedaan te krijgen
  • Machtsbases: factoren waarop macht is gebaseerd (geld, functie, kennis, ervaring)
  • Invloed: het uiteindelijke resultaat van het gebruik van macht
  • Gezag: als mensen de macht erkennen en accepteren  (gelegitimeerde macht)

Slide 13 - Tekstslide

Civil society
  • Burgermaatschappij of maatschappelijk middenveld (organisaties buiten de sfeer van overheid zoals kerken, vakbonden, sportverenigingen, buurtorganisaties etc.)
  • Speelt vooral een belangrijke rol in landen waar de afkeer van de overheid groter is dan in NL (zoals bv in de VS)
  • Ze versterken de gemeenschapszin en beperken de invloed van de markt en de macht van de overheid

Slide 14 - Tekstslide

Kan een maatschappelijk probleem als voetbalgeweld of jeugdcriminaliteit ook zonder overheid worden opgelost denk je?

Slide 15 - Open vraag

Kernbegrippen
  • Staat: een omgrensd grondgebied waarop mensen wonen en waarbinnen het hoogste gezag geldt
  • Soevereiniteit: hoogste macht/gezag (in democratische landen uitgevoerd namens het volk via een volksvertegenwoordiging)
  • Geweldsmonopolie: alleenrecht van de overheid op het legitiem gebruiken van geweld
  • Actoren: individuen of groepen die invloed proberen uit te oefenen op het politieke besluitvormingsproces
  • Macht: vermogen om iets gedaan te krijgen
  • Invloed: uiteindelijke resultaat van het gebruik van macht
  • Gezag: legitieme macht

Slide 16 - Tekstslide

DILEMMA
Voor verdere oefening en verdieping maak of bekijk je de leertekst/begrippen en vragen uit je schoolboek-methode!


Slide 17 - Tekstslide