Samenvatting thema 3 de bloedsomloop deel 1

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode planner
Week
1
2
3
4
5
lesdoel
verbranding
stofwisseling
ademhaling
ademhaling
ademhaling
bloedsomloop
Week
6
7
8
9
lesdoel
bloedsomloop
bloedomloop
herhaling 
herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Geef deze les vanuit de context van eten. Welk eten vinden de leerlingen lekker en wat is allemaal van planten gemaakt.
'
doel is vooral dat leerlingen snappen dat planten: vetten, koolhydraten, en eiwitten maken d.m.v. glucose.
      Lesdoelen
T1: je kunt de samenstelling van het bloed noemen met hum kenmerken en functies
T1: je kunt de functie van bloedplasma, rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes aangeven
T1: je weet wat sikkelcelanemie is
T1 je weet wat trombose is 

Slide 3 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloed
  • veel rode bloedcellen
  • witte bloedcellen zijn groot
  • witte bloedcellen nemen deeltjes op

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rode bloedcellen
Vervoeren zuurstof

Hemoglobine kleurt de bloedcellen rood.
Bevatten veel ijzer

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen
  • 'eten' bacteriën en virussen 
  • Maken antistoffen, om vijanden aan te vallen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplaatjes
Vorm: geen vaste vorm
(uiteengevallen cellen).
Celkern: Nee
Functie:
- Zorgen voor bloedstolling

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bloedplaatjes
zorgen voor stolling bij een wondje, waardoor een korstje ontstaat. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

begrippen
bloedplasma                                trombose
rode bloedcellen                        sikkelcelnanemie
witte bloedcellen
bloedplaatjes
fibrinogeen
hemoglobine
bloedstolling

Slide 14 - Tekstslide

stofwisseling = stoffen omzetten in andere stoffen
fotosynthese = het maken van iets uit licht (hier met water en CO2) om energie op te slaan in de vorm van glucose. Er komt ook zuurstof bij vrij
   Herhaling leerdoelen
T 1: Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kernmerken en functies
T1: Je kunt de functie van bloedplasma  aangeven
T1: Je kunt de functie van rode bloedcellen  aangeven
T1: Je kunt de functie van  witte bloedcellen  aangeven
T1: Je kunt de functie van bloedplaatjes aangeven
T1: Je weet wat sikkelcelanemie is
T1:  Je weet wat trombose is 

Slide 15 - Tekstslide

stofwisseling = stoffen omzetten in andere stoffen
fotosynthese = het maken van iets uit licht (hier met water en CO2) om energie op te slaan in de vorm van glucose. Er komt ook zuurstof bij vrij
practicum bloed
We gaan naar bloedcellen kijken. 
Hoe werk je ook alweer met een microscoop?

Kijk naar het preparaat en bestudeer de rode bloedcellen.
Kun je ook een witte bloedcel vinden?

Slide 16 - Tekstslide

stofwisseling = stoffen omzetten in andere stoffen
fotosynthese = het maken van iets uit licht (hier met water en CO2) om energie op te slaan in de vorm van glucose. Er komt ook zuurstof bij vrij
Bloedplasma:
Vaste deeltjes:

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloed
  • veel rode bloedcellen
  • witte bloedcellen zijn groot
  • witte bloedcellen nemen deeltjes op

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekenen
Gebruik het hele blad voor je tekening
Teken met potlood, trek rechte lijnen
Zet aan de rechter kant  alle namen van de onderdelen
Zet bovenaan  de tekening een titel en vermeld de vergroting, je naam, datum en klas erop

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
  • T1: Je kunt drie soorten bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies
  • T1:  Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mensslagaders en aders benoemen
  • T1:je kunt de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies
  • T1:

Slide 21 - Tekstslide

vraag: Waarom zijn voedingsstoffen belangrijk?
Bloedvaten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Namen van bloedvaten

Van hart af -> slagaders
Naar hart toe -> aders
In organen -> haarvaten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bloedvaten
aders en slagaders

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop

Grote bloedsomloop

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kleine bloedsomloop?
A
hart - alle organen - hart
B
hart - hersenen- hart
C
hart - longen - hart

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de kransslagaders?
A
Zuurstof naar het hart brengen
B
Zuurstof bij het hart ophalen
C
Koolstofdioxide naar het hart brengen
D
Koolstofdioxide bij het hart ophalen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zitten de halve maanvormige kleppen?
A
Tussen de linker- en de rechterhelft van het hart
B
Tussen de rechterkamer en longslagader en de linkerkamer en de aorta
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
Tussen de rechterkamer en de aorta en de linkerkamer en de longslagader.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de Slagaders..
A
Stroomt zuurstofrijk bloed van het hart weg.
B
Stroomt zuurstofarm bloed van het hart weg.
C
Stroomt zuurstofrijk bloed naar het hart toe.
D
Stroomt zuurstofarm bloed naar het hart toe.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe stroomt je bloed... Zet in de juiste volgorde vanaf de Holle ader (=1)
Linker kamer
Linker boezem
Holle ader
Rechter boezem
Rechter kamer
Longslagader
Longader
Aorta

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bloedvaten hebben de dikste wand?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke bloedvaten is de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

begrippen
bloedsomloop                                         grote bloedsomloop
slagaders                                                   dubbele bloesomloop
haarvaten                                                  kleppen
aders                                                            spierpomp
bloedvatenstelsel
poortader
kleine bloedsomloop

Slide 36 - Tekstslide

stofwisseling = stoffen omzetten in andere stoffen
fotosynthese = het maken van iets uit licht (hier met water en CO2) om energie op te slaan in de vorm van glucose. Er komt ook zuurstof bij vrij
         herhaling  Leerdoelen


  • Je kunt uitleggen wat de functie van de bloedsomloop is.
  • Je kunt noemen uit welke onderdelen ons transportsysteem bestaat.
  • Je kunt de namen van de belangrijkste bloedvaten noemen.
  • Je kunt uitleggen waarom onze bloedsomloop uit een dubbele bloedsomloop bestaat.
  • Je kunt uitleggen hoe kleppen werken en waarvoor ze dienen.
  • Je kunt uitleggen hoe voedingsstoffen en zuurstof vanuit het bloed in de cellen terecht komen en afvalstoffen in omgekeerde volgorde.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           herhaling Leerdoelen


  • Je kunt uitleggen hoe het transportsysteem en de andere systemen in ons lichaam samenhangen.
  • Je kunt bij het transport van een stof alle bloedvaten waar de stof doorheen gaat in de juiste volgorde noemen.
  • Je kunt de bouw van slagaders, aders en haarvaten beschrijven.
  • Je kunt met kleur duidelijk maken in een tekening waar bloed zuurstofrijk en zuurstofarm is.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies