Herhaling h1 en h2

Vooraf
timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.

Slide 1 - Tekstslide

Leerstof toetsweek
Hoofdstuk 1 : § 1 t/m 4
Hoofdstuk 2 : § 1, 2 en 4
Tijdvakken + periodes

(extra: gemaakte opgaven, lessonups (ELO), maak een samenvatting!)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Het jaar: 1815
Het jaar: 1555
Het jaar: 768
Het jaar: 50
Het jaar: 2021
Het jaar: 1050
21e eeuw
8e eeuw
19e eeuw
1e eeuw
11e eeuw
16e eeuw

Slide 4 - Sleepvraag

Archeologen;
iemand die opgravingen doet en deze bestudeert.

Sporen en bronnen
Historicus;
Probeert verklaringen te zoeken achter de sporen en bronnen.

Historische vraag: 'Waarom maakten de eerste mensen grottekeningen?'
Jullie:

Kennis van de wereldgeschiedenis
   
Kritisch leren denken
Vaardigheid 1: onderzoeksvragen
  1. Beschrijvende vraag: Hoe was het leven in de eerste dorpen?
  2. Verklarende vraag: Waarom trokken de eerste mensen rond?
  3. Waarderende vraag: Was het fijn om in zo'n prehistorisch dorp te wonen?

Slide 5 - Tekstslide

Waarom was 'kritisch denken' zo belangrijk bij geschiedenis?

Slide 6 - Open vraag

Mondelinge bron
Schriftelijke bron
Visuele bron
Audiovisuele bron
Vaardigheid 2: bruikbaar
De bruikbaarheid van een bron is afhankelijk van de vraag die je stelt. Stel hierbij altijd de vraag: kan ik informatie vinden voor het beantwoorden van mijn vragen?

Vaardigheid 3: soorten bronnen

  1. Mondelinge bronnen: interviews, gesproken verhalen.
  2. Schriftelijke bronnen: brieven, wetten, teksten, tabellen met cijfers.
  3. Visuele bronnen: afbeeldingen, posters, schilderijen, beelden.
  4. Audiovisuele bronnen: film opnames.

Slide 7 - Tekstslide

Welk type bron is over het algemeen het bruikbaarste en betrouwbaarste?
A
Mondelinge bronnen
B
Schriftelijke bronnen
C
Visuele bronnen
D
Audiovisuele bronnen

Slide 8 - Quizvraag

Jagers en verzamelaars

  • ~40.000 jaar geleden eerste mensen in ons gebied (Homo sapiens)
  • Geen geschreven bronnen > Prehistorie
  • Geschiedenis laten we beginnen vanaf het moment dat er geschreven wordt.
Vaardigheid 4: betrouwbaarheid
Bij de vraag hoe betrouwbaar bronnen zijn kijk je naar feiten (dingen die je kan controleren). Hoe meer feiten hoe betrouwbaarder een bron.

Des te meer verzinsels of mening een bron bevat des te minder betrouwbaar een bron is.

Slide 9 - Tekstslide

Waarom is deze afbeelding volgens jou wel/niet betrouwbaar?

Slide 10 - Open vraag

Bij geschiedenis maken we gebruik van een historische indeling (tien tijdvakken)

  • Zo kunnen we ontwikkelingen onderscheiden
  • De geschiedenis beter ordenen
  • Kijken wat kenmerkend is voor een periode (kenmerkende aspecten)
Vaardigheid 5: Historische indeling gebruiken
Het verleden bestaat uit een lange tijd met verschillende gebeurtenissen en ontwikkelingen. Bij geschiedenis is het handig als je historische feiten op een rijtje zet.

Slide 11 - Tekstslide

Het ontstaan van de mens
  • 200.000 jaar geleden in Afrika
  • 40.000 jaar geleden in Europa
  • Homo sapiens                                 (cro-magnonmensen)

  • Scheppingsverhaal vs evolutie
  • Wetenschap; systematisch onderzoek en de kennis die daardoor ontstaan

Slide 12 - Tekstslide

Verschillen
Etnische verschillen
(kenmerken van een volk zoals huidskleur)

Culturele verschillen
(wat mensen denken en doen)


Er is tegenwoordig één mensenras
(Evolutietheorie werd gebruikt voor rassendiscriminatie)

Slide 13 - Tekstslide

Etnisch
Cultuur
Huidskleur
Religie
Kleding
Spraak
Lichaamsbouw
Man vrouw verhouding
Liederen

Slide 14 - Sleepvraag

Jagers en verzamelaars
  •   11.000 jaar geleden in Nederland (Door ijstijd niet bewoonbaar)

  •  Middel van bestaan; de manier waarop mensen zichzelf in leven houden.
  •     Nomaden; ze trokken rond opzoek naar voedsel.
  •     Trial and error; onderscheid maken in giftige en eetbare planten (bijvoorbeeld)
  • Gebruik van veel stenen voorwerpen (steentijd)

    Gevolg 1; Kleine groepen > minder monden te voeden.
    Gevolg 2; Weinig bezit > alles moest gedragen worden.
Vaardigheid 9: oorzaken en gevolg
De oorzaak(en) zijn de redenen waarom iets gebeurt. De aanleiding is de directe oorzaak waardoor iets gebeurt. Het gevolg is wat er gebeurde. (onthoud de drie W's). Oorzaak: het ijs smelt > gevolg: er is leven in NL mogelijk.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe weten wij hoe de jagers en verzamelaars leefden?
  1. Archeologie; bodemvondsten
  2. Experimentele archeologie; Het leven naspelen > vuur maken
  3. Bestuderen van gelijksoortige groepen; Bosjesmannen

Hoe betrouwbaar zijn deze vormen?

Slide 16 - Tekstslide

Wat voor archeologische vondsten zouden er gedaan zijn van deze mensen en welke conclusies kunnen we hieruit trekken?

(Bijv: Vuursteen > dat ze vuur maakten)

Slide 17 - Open vraag

Samenlevingen
Samenleving: Het samenleven van een grote groep mensen


Samenleving 1:
Jagers en Verzamelaars

  • Economie: Jagen en verzamelen
  • Politiek: Nomadisch bestaan, geen eenduidige leider.
  • Sociaal: Verschillende taken man en vrouw; mannen jagen, vrouwen verzorging kinderen en verzamelen
  • Cultuur: (geen geschreven bronnen); gebruik van tatoeages en beeldjes.

Slide 18 - Tekstslide

De samenleving van de jagers en verzamelaars was een 'jager en verzamelaars' - samenleving.

Hoe heet de samenleving van de eerste boeren?
A
Landbouw stedelijk samenleving
B
Landbouw samenleving
C
Industriële samenleving
D
Jager en verzamelaar samenleving

Slide 19 - Quizvraag

Vaardigheid 8: verandering en continuïteit
  • Verandering (snel / langzaam); Zaken die compleet anders zijn, dan dat ze daarvoor waren. (van jagen naar landbouw)
  • Continuïteit; Dingen die bijna niet of nauwelijks veranderen in de loop van tijd.

Slide 20 - Tekstslide

De Vruchtbare halvemaan
  • Rond 9.000 v.chr landbouw in het Midden-Oosten

  • Te weinig dieren om op te jagen; uit noodzaak ging men opzoek naar ander eten.

  • Graankorrel werden vermalen tot meel en hier werden broden van gemaakt

  • Later ontdekte men ook dat men de graanzaadjes in grond kon doen; begin akkerbouw

Eerst: Tarwe, gerst en vijgen
Later: olijf en druif > hier werd wijn van gemaakt
Weer later: Fruitbomen

Slide 21 - Tekstslide

Gebruik van werktuigen en tamme dieren
Vaste woonplaats en stenen huizen (meer bezit)
Ontwikkelen van een economie
Tijd om zich te ontwikkelen

Slide 22 - Tekstslide

Waarom vond de landbouw revolutie niet overal tegelijk plaats?

Slide 23 - Open vraag

(Niet genoeg voedsel voor de gehele groep)
  • Groepen blijven klein
  • Geen bezit; nomaden
  • Vooral stenen werktuigen
  • Grote groepen (meer voedsel betekent meer mensen)
  • Innovatie (vernieuwingen) in werktuigen; ploegen, etc.
  • Wel bezit; vaste woonplaats

Slide 24 - Tekstslide

  • Door klimaatverandering veranderde Egypte in een woestijn > (minder dieren, minder voedsel)

  • Rond 5.500 ontstond een landbouwsamenleving in het Nijldal.

  • Het Milieu (leefomgeving) rond de Nijl maakte het geschikt voor de landbouw.


Slide 25 - Tekstslide

Op welke manier gebruikten de Egyptische boeren de Nijl?

Slide 26 - Open vraag

De Nijl
  • Nijl onderdeel van vruchtbare halvemaan
  • Elk jaar overstroomt de Nijl (regen uit Ethiopië)
  • Vruchtbare slib blijft liggen op de oevers
  • Irrigatie kanalen zorgen ervoor dat akkers bewaterd werden
  • Conclusie: een rijk opbloeiende landbouw

Slide 27 - Tekstslide

Ambachten
Oorzaak: Opbloeiende landbouw
Gevolg: Landbouwoverschot

  • Niet iedereen hoefde meer boer te zijn
  • Mensen gingen andere ambachten beoefenen; potten bakken, werktuigen maken. 

  • Mensen worden beter in hun ambacht en gaan zich specialiseren

  • Niet alleen meer werktuigen van steen en hout, ook worden er werktuigen van brons gemaakt (koper en tin)
  • Specialisatie: smelten van brons

Slide 28 - Tekstslide

Tot welke sociale laag behoren mensen met een 'ambacht'?
A
Eerste sociale laag
B
Tweede sociale laag
C
Derde sociale laag
D
Vierde sociale laag

Slide 29 - Quizvraag

Steden
  1. Opbloeiende landbouw > bevolkingsgroei
  2. Opkomende handel > welvaart

  • Rond 3.500 v.chr groeien marktplaatsen uit tot steden.

  • Er ontstaat een landbouwstedelijk samenleving; een deel is afhankelijk van ambachten en handel en een deel is afhankelijk van de landbouw

Slide 30 - Tekstslide

Hoe heet de samenleving van de Egyptenaren?
A
Jager en verzamelaar samenleving
B
Landbouw samenleving
C
Informatie samenleving
D
Landbouw stedelijke samenleving

Slide 31 - Quizvraag

De vorst van Egypte
Mensen die werken voor het bestuur
Zorgen voor de veiligheid
"Geld"
Belasting
Het bestuur van een land (Farao + ambtenaren) = regering
De staat: Egypte

Slide 32 - Tekstslide

Hoe belangrijk was de Farao voor Egyptenaren. Waaraan kan je dit zien?

Slide 33 - Open vraag

De goddelijke Farao
  • De Farao is een directe afstammeling van de goden (zoon van Osiris en Isis de eerste farao's) - de levende Horus

  • Wordt dus ook vereerd als een god (Piramide etc.)

  • De Farao is de koning van Egypte (koninkrijk) - eigenaar van al het land.

  • Het volk (zijn onderdanen) mogen gebruik maken van de grond als zij belasting betalen (graan). Of werken voor de Farao (bouwen piramide etc.)

  • Ambtenaren zorgen op lokaal niveau dat alles goed aangestuurd wordt.



Slide 34 - Tekstslide

slaven
Handelaren
Soldaten
Farao
Ambtenaren
Schrijvers
Ambachtslieden
Arbeiders

Slide 35 - Sleepvraag

Sociale piramide

Slide 36 - Tekstslide

Sociale verschillen
Eerste sociale laag: Grote paleizen (meerdere verdiepingen, mooie tuinen, veel voedsel, mooi gekleed, graftombes (piramides), gemummificeerd

Tweede sociale laag:  Grote woningen, goed gekleed, graftombes (afhankelijk van hoe belangrijk je was). gemummificeerd

Derde sociale laag: bescheiden woningen, dieet van brood en bier, niet gemummificeerd begraven in de woestijn.

Vierde sociale laag: Vaak geen eigen woning, geen grafritueel, een minimaal dieet,
Piramides van Gizeh

Slide 37 - Tekstslide

Welke vaardigheid zou het 'beste' zijn om op te klimmen in de sociale ladder
A
Bouwen
B
Boeren
C
Schrijven
D
Oorlogvoeren

Slide 38 - Quizvraag

Leerstof toetsweek
Hoofdstuk 1 : § 1 t/m 4
Hoofdstuk 2 : § 1, 2 en 4
Tijdvakken + periodes

(extra: gemaakte opgaven, lessonups (ELO), maak een samenvatting!)

Slide 39 - Tekstslide