les 5 4.2 Rekenen met wortels deel 2
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Kwadraat van -3?
A
9
B
6
C
-6
D
-9
Slide 5 - Quizvraag
−32
A
9
B
6
C
-6
D
-9
Slide 6 - Quizvraag
(−3)2
A
9
B
6
C
-6
D
-9
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Bereken de wortel en rond af op twee decimalen. Wortel
√62
Slide 10 - Open vraag
Bereken de wortel en rond af op één decimalen. Wortel
√2
Slide 11 - Open vraag
Bereken de wortel en rond af op één decimalen. Wortel
√−3
Slide 12 - Open vraag
Berg Dal
Bergparabool
Dalparabool
y=-x²
y=6+x²
y=0,5x²+9
y=-0.7x²+2
y=9x²-6
Slide 13 - Sleepvraag
Punt P(3, ….) ligt op de parabool met formule
y=8−2x2
A
De y-coördinaat is -10
B
De y-coördinaat is -32
C
De y-coördinaat is 10
D
De y-coördinaat is 2
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
2√4+12=
A
16
B
8
C
4√12
D
4
Slide 17 - Quizvraag
4√49=
A
11
B
14
C
28
D
7
Slide 18 - Quizvraag
√52=
A
25
B
kan niet
C
5
D
1
Slide 19 - Quizvraag
√−52=
A
25
B
kan niet
C
5
D
1
Slide 20 - Quizvraag
√(−5)2=
A
25
B
kan niet
C
5
D
1
Slide 21 - Quizvraag
−√49=
A
49
B
kan niet
C
-7
D
1
