In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: t/m 5.6
● Uitleg: 5.7
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
in je tas.
Laptop
Telefoon
in de telefoontas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet wat een wortelformule is,
hoe je deze kunt herkennen
en hoe je hier berekeningen mee kunt maken.
Je kunt de grafiek tekenen bij een wortelformule.
H5: Machten, wortels en verbanden:
VK: Kwadraat en wortel
5.1: Machten
5.2: Volgorde & deelstreep
5.3: [H] Wortels herleiden
5.4: Lineaire formules met haakjes
5.5: Formules met een
deelstreep
5.6: Formules met
kwadraten
5.7: Formules met wortels
5.8: Periodieke grafiek
Slide 2 - Tekstslide
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 3 - Open vraag
Terugblik
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 4 - Tekstslide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2=
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 5 - Tekstslide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2=
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 6 - Tekstslide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 7 - Tekstslide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 8 - Tekstslide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 9 - Tekstslide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 10 - Tekstslide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 11 - Tekstslide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 12 - Tekstslide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 = 21
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 13 - Tekstslide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 = 21 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 14 - Tekstslide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 = 21 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 15 - Tekstslide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 = 21 + 9 = 30
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 16 - Tekstslide
Waar moet je aan denken als je dit op je rekenmachine gaat uitrekenen?
6⋅15−2⋅325+2
6⋅15−2⋅325+2
Slide 17 - Open vraag
Terugblik
op de rekenmachine denken aan de haakjes:
6⋅15−2⋅325+2
6⋅(15−2⋅3)(25+2)=18
Slide 18 - Tekstslide
Hoe noem ik zo'n grafiek?
6⋅15−2⋅325+2
Slide 19 - Open vraag
Terugblik
Slide 20 - Tekstslide
Terugblik
Slide 21 - Tekstslide
Toets in je rekenmachine in:
Je komt dan uit op 36.
Het punt (40 ; 36)
ligt op de grafiek.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
uitwerking b:
a = 0 -->
a = 40 --> Hoogte in m = 36, want dat hebben we al in opg 74a berekend.
a = 80 -->
a = 120 -->
etc.
hoogteinm=1,08⋅0−0,0045⋅02=0
hoogteinm=1,08⋅80−0,0045⋅802=57,6
hoogteinm=1,08⋅120−0,0045⋅1202=64,8
Slide 24 - Tekstslide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?
Slide 25 - Tekstslide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?
Slide 26 - Tekstslide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Slide 27 - Tekstslide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Slide 28 - Tekstslide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Slide 29 - Tekstslide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Het hoogste punt van de brug ligt dan 25 + 64,8 = 89,8 m hoogte.
Slide 30 - Tekstslide
5.7: Formules met wortels
Een formule waarbij onder het wortelteken een variabele staat, noemen we een wortelformule.
Voorbeelden van wortelformules zijn dus:
rijweginkm=2,5⋅√2h
zijdeincm=1,25⋅√oppervlakte
Slide 31 - Tekstslide
5.7: Formules met wortels
Een formule waarbij onder het wortelteken een variabele staat, noemen we een wortelformule.
Voorbeelden van wortelformules zijn dus:
rijweginkm=2,5⋅√2h
zijdeincm=1,25⋅√oppervlakte
hoogte=√4+3a
Slide 32 - Tekstslide
5.7: Formules met wortels
Een formule waarbij onder het wortelteken een variabele staat, noemen we een wortelformule.
Voorbeelden van wortelformules zijn dus:
rijweginkm=2,5⋅√2h
zijdeincm=1,25⋅√oppervlakte
hoogte=√4+3a
Geen wortelformule, want variabele niet onder wortelteken.
Slide 33 - Tekstslide
5.7: Grafiek tekenen bij formules met wortels
Stappenplan grafiek tekenen:
Vul de tabel in door de formule te gebruiken.
Teken het assenstelsel (indien nodig)
Zet de punten in de grafiek.
Teken de lijn door de punten. Ook bij een wortelformule hoort een vloeiende kromme. Deze is alleen niet symmetrisch en geen parabool.
Slide 34 - Tekstslide
5.7: Formules met wortel
Als je wortels in de rekenmachine doet:
Zet alles onder het wortelteken tussen haakjes.
Voorbeeld: intoetsen geeft
√25+12+2
√(25+12)+2
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Wat heb je over 5.7 geleerd?
... wat een wortelformule is. Een formule waar de variabele onder het wortelteken staat;
.. dat een grafiek van een wortelformule een vloeiende kromme is. Je mag het dus niet tekenen met geodriehoek, je mag er geen haperingen in hebben zitten en geen hoeken.
Nu alleen nog zelf oefenen, zodat je het zelf kunt en je de leerdoelen behaald hebt.
Slide 38 - Tekstslide
Huiswerk
Maken:
blz. 47- 48: opg. 82, 83, 85 t/m 88
Nakijken:
Alles wat je gemaakt hebt van H3
timer
4:00
Achter de les
Slide 39 - Tekstslide
Leerdoelen behaald?
Je weet wat een wortelformule is,
hoe je deze kunt herkennen
en hoe je hier berekeningen mee kunt maken.
Je kunt de grafiek tekenen bij een wortelformule.
H5: Machten, wortels en verbanden:
VK: Kwadraat en wortel
5.1: Machten
5.2: Volgorde & deelstreep
5.3: [H] Wortels herleiden
5.4: Lineaire formules met haakjes
5.5: Formules met een
deelstreep
5.6: Formules met
kwadraten
5.7: Formules met wortels
5.8: Periodieke grafiek
Slide 40 - Tekstslide
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.