Aan het einde van lección 1 kun je praten over activiteiten die je thuis doet.
Aan het einde van lección 1 kun je activiteiten vergelijken.
Aan het einde van lección 1 kun je regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerkcheck
het paard
ik hou helemaal niet van
nadoen
de kaart
de hond
vervelend, irritant
slapen
zwemmen
de vis (levend)
langzaam
Nakijken van huiswerkopdrachten
Wissel van werkboek met je buurman of buurvrouw.
Kijk het na en geef de ander een tip.
timer
5:00
Slide 4 - Tekstslide
Opdr 1.
Lucía vive en Lima.
Lucía escucha música.
Lucía estudia inglés.
Lucía toca el saxo.
Lucía dibuja en su cuaderno.
Lucía lee cómics.
Lucía come chocolate
Lucía escribe poemas.
Lucía chatea con amigos
Lucía bebe soda
Opdr. 2
estudiar - sí Noelia
chatear - sí Juan
comer en su habitación - no - Román
tocar la guitarra - sí Laura
escuchar música - sí Santi
dibujar - sí Bea
Slide 5 - Tekstslide
Opdr. 4
Por ejemplo
Leo libros cada noche antes de dormir.
Chateo con mis amigos.
Estudio español.
Escucho música de Bad Bunny.
Opdr. 8
toco
vive
hablan
comemos
lees
escribo
bebes
estudian
toco, baila
vivís
leen
Slide 6 - Tekstslide
Deberes esta semana
Estudiar (leren): Libro de texto (tekstboek) p. 130: Autorretrato animal, mi mapa mental, La Ventana, Cuestionario cultural. Zie ook StudyGo lijst Unidad 2 Semana 4
Hacer (maken): Libro de ejercicios p. 30-31 ej. 9, 10, 11, 12
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Vervoeg de 3 werkwoorden die hieronder staan
trabajar
leer
recibir
yo
tú
él/ella
nosotros
vosotros
ellos/ellas
timer
5:00
Slide 9 - Tekstslide
Practicar
¿Qué? Oefen het gebruiken van de werkwoorden in ejercicio 6 de tu libro de ejercicios (p. 29). Vul de zinnen aan met het juiste werkwoord.
¿Cómo? Alleen of met je buurman/vrouw
¿Tiempo? 5 minutos
¿Pregunta? Kijk eerst of je er samen uit komt. Lukt dit niet, steek dan je vinger op dan kom ik jullie helpen.