Epilepsie

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Uit welke kwabben bestaan de grote hersenen?

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn de functies van de parietaalkwab?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de functie van de voorhoofdskwab

Slide 6 - Open vraag

Wat is de functie van de achterhoofdskwab

Slide 7 - Open vraag

Wat is de functie van de slaapkwab

Slide 8 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een MRI en een CT scan
A
MRI maakt een afbeelding van de binnenkant van het lichaam
B
Een MRI schadelijker
C
Herseninfarcten en tumoren zie je beter op een CT-scan

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Aanvalsbeschrijvingen
Epileptische aanvallen kunnen er heel verschillend uitzien. De één is bewusteloos, valt en gaat schokken met armen en benen. De ander voelt vreemde tintelingen of hoort vreemde geluiden. Het bewustzijn kan verlaagd zijn. Of iemand staart een korte periode voor zich uit en reageert niet op aanspreken. 

Slide 13 - Tekstslide

Focale aanval met intacte gewaarwording
Focale aanvallen met intacte gewaarwording werden vroeger eenvoudig partiële aanvallen genoemd. De aanval blijft beperkt tot een klein deel van de hersenen. Het bewustzijn blijft helder. Mensen beseffen dus goed dat ze een aanval hebben en kunnen vertellen wat ze tijdens een aanval beleven. De duur kan zeer verschillend zijn, van seconden tot minuten. Deze aanvallen zijn soms zo licht dat anderen de aanval niet opmerken.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Focale aanval met verminderde gewaarwording
Bij een focale aanval met verminderde gewaarwording, voorheen complex partiële aanval genoemd, is het bewustzijn geheel of gedeeltelijk verdwenen. De verschijnselen zijn heel verschillend. Soms heeft iemand alleen een (sterk) verlaagd bewustzijn, de persoon staart voor zich uit en reageert niet op aanspreken. Vaak zijn er automatismen; deze zijn subtiel (friemelen, smakken), of onrustig (uitkleden, weg willen lopen), of heftig (trappelen, dreigend of agressief gedrag).

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Tonisch clonische aanval
De tonisch-clonische aanval is de meest bekende aanval, maar niet de meest voorkomende. Deze aanval wordt ook wel toeval, insult of grote aanval genoemd. Vroeger sprak men ook wel over 'grand mal'. Tonisch-clonisch betekent verkrampt en schokkend. De naam geeft aan wat tijdens een aanval gebeurt.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Absences
Absences werden vroeger ook wel 'petit mal' genoemd. Deze aanvallen komen het meest voor op jonge leeftijd, vanaf 6 jaar, en komen bijna tweemaal vaker voor bij meisjes.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Myoclonische aanval
Bij een myoclonische aanval trekken spieren in armen en/of benen zich vrij plotseling samen waardoor schokjes optreden. Soms gaat het om één schokje, soms om een hele serie. Een enkele keer doet het hele lichaam mee. De schokjes duren zo kort dat het bewustzijn niet of niet waarneembaar wordt verstoord. Als de spierschokjes hevig zijn, kan iemand vallen. Een myoclonische aanval duurt kort en mensen herstellen zich snel na een aanval.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Begrippenlijst
Zoek de begrippen en vul in.

Slide 24 - Tekstslide

Wat wil je nog meer weten over epilepsie

Slide 25 - Woordweb