Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Epilepsie les 1
Epilepsie
deel 1
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
4 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Epilepsie
deel 1
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
De student beschrijft de definitie van Epilepsie
De student benoemt de oorzaken van epilepsie
De student beschrijft de kenmerken van Gegeneraliseerde epilepsie
De student beschrijft de kenmerken van Partiële/focale epilepsie
De student heeft inzicht van de medicatie die wordt ingezet bij Epilepsie
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet jij van Epilepsie?
Slide 3 - Woordweb
Wat is epilepsie
A
insult
B
storing in de hersenfunctie
C
koortsstuip
D
hersenbeschadiging
Slide 4 - Quizvraag
Oorzaken
Erfelijke factoren
Veroudering
( hersenaandoeningen)
Verstandelijke beperking
( 30% heeft epilepsie)
Slide 5 - Tekstslide
Epilepsie en verstandelijke beperking
30% van zorgvragers met verstandelijke beperking
heeft epilepsie
hoe ernstiger de beperking hoe meer kans op epilepsie
Slide 6 - Tekstslide
Waar begint epilepsie?
A
Ruggenmerg
B
Zenuwen in de rug
C
Hersenen
D
Wervelkolom
Slide 7 - Quizvraag
Triggers
overmatig alcoholgebruik en drugs;
slaaptekort;
de periode voor of na spanningen/emoties/stress;
(hormonale veranderingen)
lichtflitsen
temperatuurswisseling zoals bij koorts;
het niet innemen van de medicatie.
Slide 8 - Tekstslide
Gegeneraliseerd en partiele epilepsie
> Gegeneraliseerd (twee kanten)
> Partiele epilepsie (een kant/gebied)
Slide 9 - Tekstslide
Gegeneraliseerde epilepsie
Myoclonische aanvallen
Absences
Atonische aanvallen
Tonisch-clonische aanvallen
Slide 10 - Tekstslide
Myoclonische aanvallen
Deze aanvallen gaan
gepaard met snelle, schokkende bewegingen van spiergroepen.
Ze
kunnen mild zijn
, zoals een schok in de arm,
of ernstiger met hevige spierschokken door het hele lichaam.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Absences
Absences zijn
korte periodes van bewustzijnsverlies
die vaak voorkomen bij mensen met gegeneraliseerde epilepsie,
vooral bij kinderen
.
Tijdens een absence
lijkt de persoon tijdelijk afwezig te zijn en kan de omgeving lijken te vervagen.
Absences kunnen
verschillende seconden tot een halve minuut duren
.
Worden meestal
niet gevolgd door een verwardheidsperiode.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Atonisch aanvallen
Tijdens deze aanvallen
verliest de persoon plotseling de spierspanning, wat kan leiden tot vallen zonder waarschuwing.
Slide 15 - Tekstslide
Tonisch-clonische aanvallen
Ook bekend als
grand mal-aanvallen
,
Deze zijn
vaak hevig en betrekken het hele lichaam
.
De tonische fase wordt
gekenmerkt door spierstijfheid, gevolgd door de clonische fase met schokkende bewegingen
.
Na de aanval kan de persoon
gedesoriënteerd en vermoeid zijn.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Partiële epilepsie
Eenvoudige partiële aanvallen
Complexe partiële aanvallen
Slide 18 - Tekstslide
Eenvoudige partiële aanvallen
Deze aanvallen beginnen
in een specifiek deel van de hersenen
Veroorzaken
lokale symptomen
, zoals:
- tintelingen,
- spierkrampen
- of vreemde geuren of smaken.
Het bewustzijn blijft behouden.
Slide 19 - Tekstslide
Complexe partiële aanvallen
Tijdens deze aanvallen ervaart de persoon
veranderingen in het bewustzijn,
met
mogelijk onwillekeurige bewegingen zoals kauwen, slikken, frunniken aan kleding, en complexe handelingen.
Na de aanval kan de persoon zich verward en vermoeid voelen
.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Wat is het allerbelangrijkst bij epilepsie?
A
Aanval voorkomen
B
Middel met zo min mogelijk bijwerkingen
C
Geen interacties
D
Juiste stof en dosis ongeacht fabrikant
Slide 22 - Quizvraag
Welke vormen van epilepsie zijn er?
A
Clonische, tonische en atonische epilepsie.
B
Partiële en complexe epilepsie.
C
Gegeneraliseerde epilepsie en status epilepticus.
D
Partiële en gegeneraliseerde epilepsie.
Slide 23 - Quizvraag
Het bewustzijn is gedaald bij een:
A
Eenvoudig partiële aanval
B
Complex partiële aanval
Slide 24 - Quizvraag
Met welk onderzoek kan je de diagnose epilepsie stellen?
A
EMG
B
Bloedonderzoek
C
EEG
D
ECG
Slide 25 - Quizvraag
Terugblik & vooruitblik
Terugblik: Epilepsie, oorzaken en soorten.
Vooruitblik: Herhaling, behandeling epilepsie en handeling midazolam epilepsie
Slide 26 - Tekstslide
Medicijnen (anti-epilectia)
Levetiracetam
: Merknaam: Keppra.
Valproïnezuur:
Merknamen: Depakine, Orfiril.
Carbamazepine
: Merknaam: Tegretol.
Lamotrigine
: Merknamen: Lamictal, Dispers.
Fenytoïne
: Merknaam: Epanutin
Topiramaat
: Merknaam: Topamax.
Oxcarbazepine
: Merknaam: Trileptal.
Clobazam
: Merknaam: Frisium.
Ethosuximide:
Merknaam: Zarontin.
Clonazepam
: Merknaam: Rivotril.
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Epilepsie les 1
Maart 2024
- Les met
33 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Branche GHZ - Epilepsie
April 2024
- Les met
37 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Epilepsie
Februari 2024
- Les met
35 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Epilepsie RB 10-04-2024
September 2024
- Les met
48 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Epilepsie
Maart 2024
- Les met
34 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Epilepsie 24-10-24
Oktober 2024
- Les met
50 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Epilepsie
Oktober 2024
- Les met
48 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 1
Epilepsie
November 2023
- Les met
46 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 1