bijwoord
- zegt iets over een ww (snel typen)
- zegt iets over een bnw (heel leuk truitje)
- zegt iets over een bw (heel erg leuk truitje)
- geeft een plaats/richting aan (hier, daar, links)
- geeft een tijd aan (nu, soms, plotseling)
- geeft een frequentie aan (hoe vaak)
- geeft een graad aan (in hoeverre)
- geeft een ontkenning aan
- geeft een hoeveelheid aan
- alle andere vraagwoorden (waar, hoe, wanneer) (let op: geen wie of wat)
- prullenbak (hoe, wel, ook, toch, nauwelijks)