Thema 12 Blok 2 Zeeën en oceanen




Afval en Energie
Blok 2
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les




Afval en Energie
Blok 2

Slide 1 - Tekstslide

Zeeën en oceanen (deel 1)
  • Uitleg zout, zouter, zoutst.
  • Uitleg zeestromen.

Slide 2 - Tekstslide

Waar gaat dit blok over?
  • 70% van de aarde is water: Zeeën, oceanen, rivieren enz.
  • Hoe gaan wij mensen hier mee om?
  • Van wie is nu eigenlijk de zee?

Slide 3 - Tekstslide

Zout zouter zoutst
De aarde heeft zout water (zeeën en oceanen) en zoet water (rivieren, meren). 
Zoet water is eigenlijk niet zoet, maar minder zout (bevat minder dan 1% zout).

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

De Dode zee
  • Door de hitte verdampt er veel water, maar het zout blijft achter. 

  • De grote hoeveelheid zout zorgt er voor dat het water extra zwaar is, dus blijf er gemakkelijk op drijven. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Zoveel % van al het water op aarde is zout water
A
3%
B
30%
C
70%
D
97%

Slide 10 - Quizvraag

Het zoute water op aarde zit in de ....
A
meren en rivieren
B
gletsjes en ijskappen
C
zeeën en oceanen
D
In de lucht

Slide 11 - Quizvraag

Het water van de Middellandse zee is erg zout omdat
A
B
het water een hoge temperatuur heeft waardoor er veel verdamping is
C
het water een lage temperatuur heeft waardoor er weinig verdamping is
D
Er stromen veel rivieren uit op de Middelandse zee

Slide 12 - Quizvraag

Zoet water is lichter dan zout water
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Temperatuur land en zee
  • Land warmt makkelijker op door de zon dan water.
  • Land koelt ook makkelijker af dan zeewater.
  • Zee neemt warmte langer op.
  • Het duurt veel langer wanneer een zonnestraal de bodem van de zee raakt dan de oppervlakte van het land.
Zie aantekening bord!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Zeestromen
Het water in oceanen is altijd in beweging. Dat komt door het draaien van de aarde en door de wind. Hierdoor ontstaan zeestromen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat doen zeestromen?
A
Voeren koude lucht aan
B
Transporteren warme lucht
C
Voeren koud en warm water aan
D
Transporteren koud water

Slide 19 - Quizvraag

In de Winter is het aan de kust kouder dan verder landinwaarts
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

In de zomer geeft de zee ons verkoeling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

De zeestromen zorgen in Nederland voor een...
A
Zachte winter, koele zomer
B
Strenge winter, hete zomer
C
Zachte winter, hete zomer
D
strenge winter, koele zomer

Slide 22 - Quizvraag

Zeestromen hebben diverse invloeden op klimaatgebieden. Zet de juiste invloed bij de juiste zeestroom
Warme Zeestroom
Koude Zeestroom
Komt vanaf de polen
Zorgt voor veel neerslag
Zorgt voor droge lucht
Geeft ijsvrije havens
Komt vanaf de evenaar
Maakt het klimaat minder extreem

Slide 23 - Sleepvraag

Aan de slag!
Huiswerk voor de volgende les: 
Blok 2 opdracht: 3,4,6,7

Slide 24 - Tekstslide

Zeeën en oceanen (deel 2)
  • Uitleg de Waddenzee.
  • Uitleg olierampen en bedreigingen. 

Slide 25 - Tekstslide

De waddenzee

Slide 26 - Tekstslide

Olieramp golf van Mexico
  • Milieuramp: Groot ongeluk waarbij schadelijk stoffen vrijkomen die de natuur vervuilen of aantasten.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Milieuproblemen: 
Er zijn drie soorten milieuproblemen:
  1. Uitputting: te veel grondstoffen uit de natuur halen (bijv. overbevissing, jagen op dieren, intensief landbouwgebruik)
  2. Aantasting: veranderen en verstoren van natuurgebied (bijv. ontbossing, koraal vernietiging enz.)
  3. Vervuiling: Afval of stoffen in de natuur achterlaten die de natuur niet kan afbreken (bijv. plastic soep, olielek enz.)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Van wie is de zee?

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag!
Huiswerk voor de volgende les: 
Blok 2, opdracht: 10, 12, 13, 18 en 19

PW: Donderdag 7 juli
Thema 12, blok 1 en 2!

Slide 33 - Tekstslide